Lodewijk van Heiden
Van Wikipedia
Lodewijk van Heiden (Zuidlaren, 6 september 1773 – Reval, 17 oktober 1850) was de enige Nederlandse zeeheld die van Drentse komaf was.
Er wordt verteld dat hij Berend Botje uit het bekende kinderlied zou zijn, waarvan in het Drentse dorp Zuidlaren een beeld staat.
[bewerk] Jeugd
Van Heiden was de tweede zoon van Sigmund Pierre Alexander graaf van Heiden, heer van Reinestein en Laarwoud en drost van Drenthe en Marie Frederique baronesse van Reede.
Op negenjarige leeftijd werd hij cadet bij de Hollandse zeemacht en in 1789 kreeg hij de rang van Luitenant ter zee. Tijdens de zes jaren dat hij in actieve dienst bleef maakte hij verschillende reizen naar de overzeese gebiedsdelen. Tijdens de Staatsberoerten van 1795 bleef Lodewijk, naar het voorbeeld van zijn ouders, een trouw Oranjeaanhanger. Hij begeleidde stadhouder Willem V met de boot van Scheveningen naar Engeland. Direct bij zijn terugkeer werd hij gearresteerd en gevangengezet in de Gevangenpoort aan het Buitenhof in Den Haag, een berucht cachot voor zware misdadigers en ander gepeupel, waar tegenwoordig een museum voor martelwerktuigen is gevestigd. Hij onderging vele verhoren, maar weigerde halsstarrig iets los te laten over de overtocht. Na twee maanden kwam er een eind aan de gevangenschap. De tussenkomst van de Franse generaal Pichegru was daarvoor verantwoordelijk. Lodewijk vroeg kort daarop ontslag uit de militaire dienst en keerde terug naar Zuidlaren.
[bewerk] Carrière op zee
Hoewel nog maar 22 jaar oud werd hij al snel door de tsaar van Rusland aangesteld als kapitein-luitenant. Tot 1803 was de Zwarte Zee zijn operationeel gebied. Hij voldeed aan de verwachtingen en werd al snel bevorderd tot kapitein ter zee tweede klasse. In 1808 werd hij tot de eerste klasse bevorderd en kreeg bevel over het flotielje in Swaeborg in de oorlog tegen Zweden. In 1809 volgde de benoeming tot commandant van het eskader in Nieuw Finland. Het beleg van Danzig leverde hem in 1813 de bevordering tot commodore op.
Lodewijk was intussen getrouwd met de dochter van de Zweedse admiraal d'Akelije. Ze kregen vier kinderen. Lodewijk wilde graag terugkeren naar zijn vaderland, maar de tsaar wist hem door een serie onderscheidingen aan zich te binden.
In 1817 werd hij schout bij nacht. Hoewel hij een loopbaan had waar menigeen jaloers op was moest het hoogtepunt nog komen. In 1826 kreeg hij het bevel over de vloot die samen met de Engelse en Franse eskaders naar de Middellandse Zee werd gestuurd om de oorlog tussen Turkije en Griekenland te beëindigen.
Op 8 oktober 1826 vond een van de belangrijkste zeeslagen van de geschiedenis plaats. De slag van Navarino leverde een nederlaag op voor de Turks-Egyptische vloot, en de geduchte batterijen van de vesting van Navarino werden vernietigd. Lodewijk ontsnapte ternauwernood aan de dood toen het halfdek waar hij zich bevond door een kanonskogel werd verbrijzeld.
De overwinning leverde hem de rang van viceadmiraal op en verschillende onderscheidingen. Zijn aanzien steeg ook internationaal: de Grieken zagen hem als hun verlosser van de Turkse overheersing. Zij noemden hem liefkozend BéBé, wat vader betekent. In Athene is een zijstraat van het Victorieplein naar Van Heiden genoemd en in 1927 werd hij op een Griekse postzegel vereeuwigd.
Op het hoogtepunt van zijn roem, behangen met veel Europese eretekenen, werd hij teruggeroepen door de tsaar en benoemd tot opperbevelhebber van de Russische vloten en gouverneur van Kronstadt. Lodewijk werd van laag tot hoog geacht en overal waar hij verscheen dwong hij respect af.
[bewerk] Met "pensioen"
In 1832 kwam hij voor het laatst terug in zijn geboorteland. Hij werd in Nederland ingehaald als een vorst. Koning Willem I stelde hem een gewapende stoomboot ter beschikking waarmee hij belangrijke plaatsen bezocht. Zo bezocht hij ook zijn geboorteplaats Zuidlaren waar zijn roem hem was vooruitgesneld. Een erewacht begeleidde de admiraal naar het gemeentehuis en in zijn geboortehuis Laarwoud werd hem een groot feest aangeboden.
Hij bleef nog een tijdje in Zuidlaren, maar kon er zijn draai niet echt vinden. Hij trok zich terug en vereenzaamde. Zo af en toe werd hij nog gezien op het Zuidlaardermeer. Zijn koosnaam BéBé werd in de volksmond al snel verbasterd tot Berend Botje. Uiteindelijk vertrok hij naar Amerika. Ook daar kon hij zijn draai niet vinden en hij keerde terug naar Reval (Tallinn). In Reval werd Lodewijk ziek. Hij kreeg waterzucht en overleed op 77-jarige leeftijd. Reval werd zijn laatste rustplaats en niet Zuidlaren zoals hij zelf had gewenst.
Sommige Belgen houden er in verband met Lodewijk van Heiden een interessante theorie op na: "Als hij de Nederlandse marine had geleid, dan was België nooit zelfstandig geworden".