Marcus Caelius Rufus
Van Wikipedia
Marcus Caelius Rufus (82 - 48 v. Chr.) was een Romeins orator en politicus uit de gens Caelia, die leefde tijdens de bewogen 1e eeuw v. Chr. Hij was goed bevriend met Marcus Tullius Cicero, van wie hij les kreeg, en Catullus, de grote dichter.
Hoewel hij weinig grote verwezenlijkingen op zijn naam heeft staan, kennen we hem van enkele rechtszaken.
In 59 v. Chr. klaagt hij Gaius Antonius Hybrida (consul) samen met Cicero in 63 v. Chr. aan wegens corruptie in de provincie Macedonië. Hierom en omdat Hybrida een dubieuze houding had aangenomen in de zaak-Catalina, werd hij verbannen naar Cephallenia. Caesar zou hem in 45 v. Chr. gratie verlenen.
In 56 v. Chr. dan klaagt hij Lucius Calpurnius Bestia aan. Bestia wordt vrijgesproken maar Caelius probeert met nieuw bewijsmateriaal.
Hiermee maakt hij zich niet populair bij Bestia's zoon die hem een proces aandoet. Ook Publius Clodius Pulcher en diens zus Clodia (in de gedichten van Catullus Lesbia genoemd) voegen nog beschuldigingen toe en Caelius moet voor de rechtbank verschijnen. Vooral door de hulp van - alweer - Cicero wordt hij vrijgepleit.
Oorspronkelijk was hij lid geweest van de optimates, maar om financiële redenen koos hij tijdens het Eerste Triumviraat voor de kant van de populares en dus ook Caesar, die hem in 41 v. Chr. tot praetor benoemde. Terwijl Caesar in Griekenland oorlog voerde, trachtte Caelius in verzet te komen, werd uit zijn ambt ontzet, uit Rome verdreven en nabij Thurii gedood.
Als auteur heeft hij ons enkele fragmenten van redevoeringen nagelaten en 17 brieven aan zijn vriend Cicero.