Muzen
Van Wikipedia
Griekse goden | |
---|---|
De Muzen: |
|
De negen Muzen (Grieks: Μοῦσαι), ook wel Parnassides genoemd naar hun woonplaats op de Parnassos, waren de Griekse godinnen van de kunsten en wetenschap. Een tempel ter ere van de muzen was in het grieks: Mouseion. De muzen waren begeleidsters van Apollon. Ze vertoefden het liefst op bergen. Ze bewoonden de Olympus aan de kant van Pieria. Ze verblijven ook op de met gras begroeide vlakten van de Helicon, bij hun bron Hippocrene, en op de Parnassus, bij de Kastalia-bron. Aan de voet van de Helicon wedijverden de Pieriden, de dochters van de Macedonische koning Piërus, met de muzen, tot ze door hen in eksters werden veranderd. De Romeinen identificeerden de muzen later met Italiaanse bronnimfen, de Camenae.
(Pseudo-)Apollodorus noemt Mnemosyne ('geheugen') de moeder van de drie muzen, die aanvankelijk voorkwamen als triade. Namen voor de drievoudige muzen waren Melete ('meditatie'), Mneme ('herinnering') en Aeode ('lied'). Volgens Hesiodus waren zij de dochters van Moeder Aarde en de Lucht. De negenvoudige muze met haar functies kwam voor het eerst voor bij Hesiodus.
De negen muzen zijn:
- Erato (De muze van de hymne, het lied en de lyriek)
- Euterpe (De muze van het fluitspel)
- Kalliope (De muze van het heroïsch epos, de filosofie en de retoriek)
- Klio (De muze van de geschiedschrijving)
- Melpomene (De muze van de tragedie)
- Polyhymnia (De muze van de retoriek en de gewijde liederen)
- Terpsichore (De muze van de dans en de lyrische poëzie)
- Thaleia (De muze van de komedie)
- Urania (De muze van de sterrenkunde)
[bewerk] Mythologie
In de mythologie van het oude Griekenland waren de negen muzen dochters van Zeus en de zussen van Apollon. Ze bewoonden samen de zangberg Helicon.
De muzen waren voorstellingen van de godin als inspirerende kracht. Deze 'geestkracht' stond in de oudheid gelijk aan adem of lucht. Wat men nu onder 'geestelijke inspiratie' verstaat, werd toen beschouwd als letterlijk 'inademen'. Dat kan de betekenis zijn van de notie dat zij kinderen zijn van de lucht.
Homeros begint zijn Illias met het aanroepen van de Muzen, in de trant van: "Zing Muzen, bezing me de wrok van Achilles..." Enkele hoofdstukken later roept hij ook weer de hulp in van de Muzen, dit keer om hem te vertellen vanuit welke streken, welke soldaten en welke hoofdmannen kwamen. Hierna geeft hij quasi eindeloze opsomming van voorgenoemde.
Volgens een overlevering schonken de muzen ons de zeventonige toonschaal, die een weerspiegeling was van van de 'harmonie der sferen'. Dit was de hemelse harmonie, waarin iedere planeet zich in zijn eigen sfeer bewoog, terwijl ze daarbij door resonantie elk hun eigen specifieke klank voortbrachten. Elke noot correspondeerde met de klank van een klinker. In het Fenicische alfabet, dat ook met de muzen in verband wordt gebracht, worden klinkers niet genoteerd. De muziek der sferen was de kracht die het universum bijeenhield.
[bewerk] Afbeeldingen
Bronnen en referenties: |
Delen van dit artikel zijn met toestemming overgenomen van http://users.pandora.be/flubberr/ |