Philippe Pinel
Van Wikipedia
Philippe Pinel (20 april 1745 – 25 oktober 1826) wordt door velen beschouwd als de vader van de moderne psychiatrie. Hij werd geboren in het Franse Saint-André in het district Tarn, als zoon en neef van artsen. Nadat hij aan de faculteit medicijnen in Toulouse een eerste graad haalde studeerde hij nog vier jaar aan de medicijnen faculteit in Montpellier. In 1778 verhuisde hij naar Parijs.[1]
Hij bracht vijftien jaar van zijn leven door als schrijver, vertaler en redacteur omdat de strikte regels van het oude regime hem er van weerhielden zijn vak als arts uit te oefenen. De Parijse faculteit erkende geen diploma’s van provinciale universiteiten zoals die van Toulouse. Hij faalde twee keer in een competitie waarmee hij de noodzakelijke fondsen had kunnen opleveren om zijn studie te vervolgen. In de tweede competitie benadrukte de jury zijn pijnlijke middelmatigheid op alle vlakken van de medische kennis, een beoordeling die zo moeilijk te verenigen is met de grote intellectuele prestaties van later dat mogelijk politieke motieven een rol hebben gespeeld. Teleurgesteld overwoog Pinel te emigreren naar Amerika. In 1784 werd hij redacteur bij de weinig prestigieuze Gazette de santé, een wekelijks verschijnend blad.
Rond deze tijd begon hij zich te interesseren voor de studie van mentale ziekte. De aanleiding was heel persoonlijk. Een vriend met aanvankelijk alleen een ‘nerveuze melancholie’ werd manisch en pleegde zelfmoord. Pinel beschouwde het als een onnodige tragedie veroorzaakt door mismanagement en het geval bleef hem achtervolgen. Het leidde er toe dat hij werk zocht in één van de best bekende private sanatoria voor de behandeling van geestelijke ziekte in Parijs. Hij bleef daar vijf jaar tot de Franse Revolutie, en verzamelde er observaties van geestelijke ziekte. Zijn ideeën over de aard en behandeling van geestelijke aandoeningen begon hij hier te ontwikkelen. Pinel toonde zich een leerling van abbé de Condillac. Hij geloofde dat medische waarheid kon worden afgeleid uit klinische ervaring. De oude Griek Hippocrates was zijn voorbeeld.
In de jaren 80 van de achttiende eeuw werd Pinel uitgenodigd om de salon van Madame Helvétius te bezoeken. Pinel stond sympathiek tegenover de Franse revolutie. Na de revolutie kwamen vrienden die hij had ontmoet bij Helvétius aan de macht. In augustus 1793 werd Pinel benoemd tot "arts van het gasthuis" in het Bicêtre gasthuis. Op dat moment zaten daar ongeveer vierduizend mannen opgesloten met een diverse achtergrond (criminelen, syfilis leiders, gepensioneerden en geestelijk zieken). Pinel’s patroon hoopte dat de benoeming van Pinel zou leiden tot therapeutische initiatieven. Zijn ervaringen in de private sanatoria maakten hem een goede kandidaat voor deze baan. Vlak na zijn benoeming in het Bicêtre trokken de 200 geestelijk zieken in de 7e vleugel Pinel’s aandacht. Hij vroeg naar de dossiers van deze bewoners. Een paar dagen later ontving hij een overzicht met aantekeningen van de "gouverneur" Jean-Baptiste Pussin (1745-1811). Rond 1770 was Pussin succesvol behandeld voor Tuberculose in Bicêtre. Later trad hij samen met zijn vrouw Marguerite Jubline toe tot de staf van het gasthuis.
Pinel had een grote waardering voor Pussin’s talenten volgde hem in zijn onwetenschappelijke maar ervaren behandeling van de zieken als een leerjongen. Zijn doel was de medische theorie met betrekking tot de behandeling van geestelijk zieken te verrijken met alle inzichten die de empirische praktijk te bieden had. Wat hij beoogde was een strikt niet-fysieke, niet-medische behandeling van mentale patiënten die bekend zou worden onder de naam morele (d.w.z. psychologische) behandeling.
Hoewel Pinel aan Pussin altijd de waardering heeft gegevens die hij verdiende is een legende ontstaan waarin Pinel in zijn eentje de zieken bevrijd van hun ketenen. Deze legende is vastgelegd in schilderijen en tekeningen. In werkelijkheid stond Pinel het gebruik van ketenen oogluikend toe wanneer andere middelen faalden. Het was Pussin die in Bicêtre (in 1797) de ijzeren handboeien verving door stoffen dwangbuizen, nadat Pinel was vertrokken naar het Salpêtrière. Pinel volgde Pussin's voorbeeld drie jaar later, nadat hij Pussin naar het Salpêtrière haalde.
Tijdens zijn periode in het Bicêtre maakte Pinel een einde aan het bloedtappen, aderlaten, and ruw behandelen van zieken. Hij verruilde deze methoden voor een therapie waarin direct contact met, en nauwkeurige observatie van patiënten centraal stond. Pinel bezocht elke patiënt, vaak meerdere keren per dag, en maakte gedurende twee jaar zorgvuldig aantekeningen. Hij probeerde lange gesprekken met zijn patiënten te voeren en streefde er naar gedetailleerde casussen te verzamelen van het ziekteverloop van zijn patiënten. In zijn boek Traité médico-philosophique sur l'aleniation mentale; ou la manie, gepubliceerd in 1801, beargumenteert Pinel zijn psychologisch georiënteerde benadering. Het boek werd vertaald in het Engels door D. D. Davis als een Treatise on Insanity in 1806. Het had een enorme invloed of zowel Franse als Engels-Amerikaanse psychiaters gedurende de negentiende eeuw.
In 1795 werd hij de hoofdarts in het Hôpital de la Salpêtrière, een baan die hij de rest van zijn leven zou houden. Het Salpêtrière gesticht leek, op dat moment, op een groot dorp, met zeven duizend oudere noodlijdende en zieke vrouwen. Het was een vastgegroeide bureaucratie. Pinel miste Pussin, and haalde hem in 1802 naar het Salpêtrière. Pinel richtte in 1799 een vaccinatiekliniek op in het Salpêtrière in waar in 1800 de eerste vaccinaties van Parijs werden gegeven. Voor het Salpêtrière staat nog steeds een standbeeld om Pinel te eren voor zijn werk.
In 1795 werd Pinel benoemd tot professor medische pathologie, een functie die hij gedurende twintig jaar uitoefende. In 1822 werd hij gedurende korte tijd van zijn functie ontheven, samen met tien andere professoren. Zij werden verdacht van liberale politieke ideeën. Kort daarop werd Pinel echter gerehabiliteerd en opnieuw geïnstalleerd als professor.
In 1798 publiceerde Pinel een gezagvolle classificatie van ziekten genaamd Nosographie philosophique ou méthode de l'analyse appliquée à la médecine. Achteraf bevestigde dit boek bevestigde Pinel’s status als laatste grote nosologist van de achtiende eeuw. Tegenwoordig komt de term nosologie gedateerd over maar tijdens het boek was in de achttiende eeuw een groot succes. Tussen 1798 en 1818 verschenen er 6 edities van het boek.
In 1802 publiceerde Pinel het boek La Médecine Clinique, gebaseerd op zijn ervaringen in het Salpêtrière ziekenhuis. Dit boek vormt een uitbreiding van zijn vorige boek over classificatie van ziekten.
Pinel werd in 1804 verkozen tot lid van de Franse Académie des Sciences en was vanaf de oprichting in 1820 lid van de Académie de Médecine. Hij overleed in 1826 in Parijs.
Foucault benoemde Pinel in zijn invloedrijke, "Geschiedenis van de waanzin" samen met Samuel Tuke (31 juli 1784 – 14 oktober 1857) de drijvende kracht achter de beweging van fysieke naar geestelijke onderdrukking.
[bewerk] Referenties
- ^ De eerste versie van dit artikel is een vertaling van het artikel en: Philippe Pinel op de Engelse wikipedia.