Pierre van Hauwe
Van Wikipedia
Pierre van Hauwe (Terneuzen, 12 januari 1920) is een Nederlandse musicus en muziekpedagoog van Vlaamse afkomst. Vanaf 1946 woont en werkt hij in Delft in het onderwijs en als R.K. kerkmusicus in de inmiddels afgebroken St. Hypolituskerk. Vanaf 1960 tot aan zijn pensionering in 1982 was hij directeur van de Stedelijke Muziekschool Delft.
Inhoud |
[bewerk] Delfts Madrigaalkoor
Vanaf het begin van de vijftiger jaren maakte hij in heel Europa naam als dirigent van het door hem opgerichte Delfts Madrigaalkoor, dat bestond uit meisjes vanaf 12-jarige leeftijd tot ongeveer 20/25 jaar. Het koor repeteerde in die tijd dagelijks. Omstreeks 1965 is het koor opgeheven. Tot op de dag van vandaag komen de langst levende reunisten van dit koor nog maandelijks bijeen om met Pierre van Hauwe te zingen. Er wordt nog onregelmatig opgetreden. De jongste reuniste is nu bijna 60 jaar oud. De oudste ver in de 70. Pierre van Hauwe bewerkte als componist vele Nederlandse en buitenlandse volksliederen voor dit koor. Maar daarnaast was dit koor beroemd om zijn polyfonie, waaronder veel werk van Claudio Monteverdi.
[bewerk] Orff Schulwerk
Pierre van Hauwe behoort bij de grootste promotors van het Orff-Schulwerk. Het Orff-Schulwerk is ontwikkeld door de Duitse componist Carl Orff. Pierre van Hauwe bewerkte aanvankelijk de muzikale uitgangspunten van het Orff-Schulwerk in een viertal boeken "Muziek voor de Jeugd", uitgegeven vanaf 1961. In combinatie met de methode van de Hongaarse componist en pedagoog Zoltán Kodály ontwikkelde Pierre van Hauwe voor Nederland de muziekmethode "Spelen met Muziek". Deze methode werd op de Stedelijke Muziekschool integraal gebruikt voor het onderwijs in de algemene muzikale vorming (AMV) en bleek een uitstekende voorbereiding op het instrumentaal onderwijs dat hierna volgde. Ook alle kleuter- en lagere scholen (en later de basisscholen) in Delft gebruikten tot ver in de negentiger jaren deze methode. Vanuit de muziekschool begeleidden consulenten algemene muzikale vorming de leerkrachten op de scholen. In veel gemeenten in Nederland werd dit voorbeeld gevolgd. In de loop van de zeventiger jaren werd deze methode in diverse talen vertaald en vond daardoor een groot aantal gebruikers in binnen- en buitenland. In de Duitse deelstaten Baden-Württemberg en Beieren wordt de methode "Spielen mit Musik" eveneens veel gebruikt, zowel op "Grundschulen" als op "Musikschulen". De methode verscheen behalve in het Duits ook in het Russisch, Litouws, Tsjechisch, Pools, Hebreeuws, Noors en Deens en in het Portugees voor gebruik in Portugal (ook het eiland Madeira) en Brazilië. Voor gebruik in Mexico en diverse landen in Zuid-Amerika verscheen een Spaanse vertaling.
Muziekschoolorkesten vanuit Delft maakten in de zeventiger en tachtiger jaren van de 20-ste eeuw grote reizen naar landen waar de muziekmethode "Spelen met Muziek" werd gebruikt. In 1978 werd met de trein gereisd naar Lublin (Polen) en Vilnius (Litauen). In 1979 en 1980 met de bus naar Portugal en enkele jaren later met het vliegtuig naar Madeira en Israel. Vaak werd dagelijks opgetreden in scholen en kerken om te laten zien en horen wat met de pedagogische uitgangspunten van de methode "Spelen met Muziek" bereikt kon worden. Maar er werd ook opgetreden in grote concertzalen. Pedagogisch uitgangspunt in de orkesten was dat iedere muziekschoolleerling vanaf AMV-leeftijd tot jong volwassene op ieder niveau van muzikale ontwikkeling een plaats kon krijgen in een muziekschoolorkest. Pianoleerlingen vonden vaak hun weg op de Orff-instrumenten, strijkers en blazers kregen orkestpartijen op hun eigen niveau op de lessenaar. Een groot blokfluitkoor in 4- of 5-stemmige zetting was een vaste kern in deze orkesten, omdat alle muziekschoolleerlingen in de AMV elementair blokfluit hadden geleerd. Muziekscholen of muziekschoolorkesten in Inning (Beieren), Praag en Porto dragen de naam van Pierre van Hauwe.
[bewerk] Pedagogisch werk
Kern van de methode Spelen met Muziek is een vierdelige handleiding voor de docent en een viertal werkboekjes voor de kinderen. Bij gebruik van de methode in muziekschoolverband, twee jaar twee uur per week klassikaal AMV en een derde jaar één uur per week AMV en de eerste kennismaking met instrumentaal onderwijs blijken kinderen na drie jaar alle vier boekjes te kunnen doorwerken. Bij gebruik in de basisschool vanaf groep 2 of groep 3 blijkt het vierde boekje in groep 8 haalbaar. De liedkeus en de moeilijkere modi zijn daarbij afgestemd op deze leeftijd. Op de basisschool is daarbij samenwerking van een vakdocent of consulent met de groepsdocent van veel waarde. Kinderen kunnen vanuit de werkboekjes zingen, muziek lezen, notenschrift oefenen door schrijven en dictee, waarbij zowel op een ritmebalk als de 5-lijnige notenbalk wordt gewerkt. De kinderen leren vanaf het begin relatiefzingen (solmisatie), uitgaande van de kleuterdeun so(l) mi, later gevolgd door de toon la. Deze 3 tonen worden later aangevuld tot een (aanvankelijk pentatonisch) hexachord en weer later tot de volledige toonladder, waarbij ook in andere modi wordt gezongen. Naast de werkboekjes leren de kinderen vanaf het begin blokfluit spelen, eveneens uitgaand van de kleuterdeun, de tonen "g" en "e". Dit hield in dat de kinderen in de methode "Samen Blokfluit Spelen" vanaf de eerste dag tweehandig blokfluit leren spelen in tegenstelling tot veel andere methoden, waarbij de eerste tonen uitsluitend door de linkerhand worden gespeeld en de rechterhand pas in een later stadium wordt toegevoegd. Voor speelhouding en handstand van het blokfluit spelende kind blijkt het meteen tweehandig spelen een succes. Uiteraard wordt het Orff instrumentarium zowel ritmisch als melodisch vanaf het begin in deze methode gebruikt bij het zingen, maar ook bij het blokfluit spelen. Naast de methode Spelen met Muziek schreef Pierre van Hauwe meerdere boeken waarin hij ingaat op de bourdonleer, een harmonieleer, waardoor vooral bij gebruik van Orff-instrumenten, op een eenvoudige wijze via de pentatoniek, liederen of melodieën van een meerstemmige begeleiding kunnen worden voorzien.
[bewerk] Na 1982
Nadat Pierre van Hauwe in 1982 vanwege zijn pensioen afscheid kon nemen als directeur van de Stedelijke Muziekschool Delft bleef hij actief in de promotie van zijn eigen muziekmethode en de bourdonharmonie. Tot op de dag van vandaag geeft hij in diverse landen cursussen voor leraren van basisscholen, muziekleraren en conservatoriumstudenten. Van zijn hand verschenen tientallen composities voor veelal schoolorkesten, die vooral in Portugal en Duitsland nog veel worden uitgevoerd. Ook dirigeert hij nog geregeld in Portugal een symphonieorkest.
De Stedelijke Muziekschool Delft is inmiddels onderdeel (afdeling muziek) van de Vrije Akademie, Centrum voor de Kunsten van de gemeente Delft.
Pierre van Hauwe is de vader van de blokfluitist Walter van Hauwe.