Platte slijkgaper
Van Wikipedia
Platte slijkgaper | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() |
|||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Scrobicularia plana (Da Costa, 1778) |
De Platte slijkgaper is een weekdier dat zijn naam dankt aan het feit dat hij zich ingraaft in slikgebieden. Bovendien passen de twee schelphelften niet helemaal op elkaar: ze gapen iets. Door dat gat kan de slijkgaper zijn siphon naar buiten steken. De schelp is zeer dunschalig en plat. De top ligt ongeveer in het midden. De buitenkant is bedekt met een groot aantal dicht op elkaar liggende groeilijnen.
Inhoud |
[bewerk] Grootte
Lengte tot 60 mm, hoogte tot 45 mm.
[bewerk] Kleur
Grijswit of geelwit met een geelbruine opperhuid. Srandmateriaal is meestal blauw, wit of bruin verkleurd.
[bewerk] Voorkomen
De soort komt autochtoon voor in slikgebieden. Op het strand zijn gewoonlijk alleen losse kleppen te vinden in de vloedlijn en in schelpenbanken.