Polsstok

Van Wikipedia

Een polsstok is een stok die gebruikt wordt om over objecten te springen. Het is niet bekend hoe oud de term is, maar wel dat houten polsstokken van oudsher werden gebruikt om sloten mee over te steken. De polsstok werd rond het jaar 1200 in grote delen van Europa gebruikt bij de jacht en om van het ene naar het andere dorp te reizen. Sinds 1957 worden er in Friesland en Groningen wedstrijden gehouden en sinds 1960 ook in Zuid-Holland en Utrecht.

Het eerste deel van het woord 'polsstok' is vermoedelijk een stam met de betekenis 'het in beweging brengen van vloeistoffen', die ook wordt aangetroffen in woorden als 'pulseren' en 'plons', en in het Friese 'polskje' (krachtig in het water roeren). De naam van het lichaamsdeel pols is een verbastering van het Latijnse pulsus, dat op dezelfde stam teruggaat en in verband moet worden gebracht met de voelbare klopping van het bloed aldaar. Deze etymologie wordt gegeven door het Etymologisch woordenboek van J. de Vries & F. de Tollenaere (Utrecht, 1992), alsmede door het Woordenboek der Friese taal van de Fryske Akademy.

[bewerk] Soorten polsstokken voor in de polder

De houten polsstok wordt niet zoveel meer gebruikt, maar er zijn er nog wel. Meestal zijn deze stokken rond de 4 meter lang, rond en zit er onderaan een klos in de vorm van een dwarshout die voorkomt dat de stok te diep in de bagger zakt en zal breken bij gebruik.

• Vooral in Friesland is deze stok nog in gebruik bij plattelandsjeugd. Hij wordt gebruikt om sloten mee over te steken. Dit kan op twee manieren: vanuit stand en met aanloop. Met aanloop wordt ook wel de boerenplons genoemd.

De aluminium polsstok wordt met name gebruikt door organisaties die poldertochten met de polsstok organiseren. Deze stok is lichter en duurzamer dan de houten polsstokken en heeft ook een klos in de vorm van een dwarshout onderaan.

De kunststof polsstok wordt niet veel gebruikt omdat deze stokken te veel doorbuigen. Hierdoor wordt het klimmen lastiger en is de kans op een onzachte landing te groot. Deze polsstokken hebben doorgaans een klos in de vorm van een dwarshout, maar ook ronde klossen komen voor.

[bewerk] Soorten polsstokken voor de sport polsstokverspringen / fierljeppen

De houten polsstok werd in de jaren '50, '60 en '70 gebruikt. Deze stokken konden worden gemaakt tot zo'n 10 meter lang. Nadelen: Splinters, zwaar en breekt snel.

De aluminium polsstok was de opvolger van de houten polsstok en wordt nog steeds (seizoen 2005) gebruikt voor de wedstrijden. Er worden stokken gebruikt tot een lengte van zo'n 11 meter en daar bovenop worden nog opzetstukken tot zo'n 2 meter gebruikt. Nadelen: Bij lange stokken gaan ze zwiepen tijdens het klimmen en dit bemoeilijkt het klimmen. Verder zijn ze glad, maar dat wordt opgelost doordat de atleet enig sporthars gebruikt bij zijn sprong.

In het seizoen 2006 is er begonnen met het springen doormiddel van de carbonpols. Deze polsen zijn stugger dan de aluminium pols waardoor ze minder zwiepen. Ook zijn sommige carbonpolsen langer dan de oude aluminiumpolsen. Er is al bewezen dat men met carbon verder kan springen, het Nederlandse record van 19.40, dat al 15 jaar op naam van Aart de With uit Benschop stond, werd in de loop van het seizoen verschillende malen verbeterd en staat nu op 20.41 meter (Jaco de Groot, 9 augustus 2006, Linschoten). Vier springers sprongen in 2006 verder dan het oude record uit 1991. Het enige nadeel van carbon is dat het materiaal niet tegen puntbelasting kan, er moet daarom voorzichtiger met de polsen worden omgegaan.

[bewerk] Soorten polsstokken voor de sport polsstokhoogspringen

Dit zijn kunststof polsstokhoogspringstokken die erop gemaakt worden om een stuk door te buigen en dan met het terugbuigen de atleet zo goed mogelijk omhoog te duwen.