Polyposis nasi
Van Wikipedia
Polyposis nasi is een aandoening van de neus waarbij slijmvlieszakken gevormd worden in de neus. In het Nederlands heet dit neuspoliepen, niet te verwarren met de adenoiden. Het gezwel is goedaardig en heeft een vale, grijze schijn.
Inhoud |
[bewerk] Ontstaan
Er zijn twee theorieën over het ontstaan van polyposis.
De eerste gaat uit van een opstopping van bloed in het neusslijmvlies. Een probleem in de afvoer van bloed zou het slijmvlies aanzetten tot groei.
De tweede gaat uit van een scheur in het slijmvlies. Het genezingsproces zorgt voor granulatieweefsel, dat bedekt wordt door epitheel en zo woekering veroorzaakt.
[bewerk] Slachtoffers en mogelijke verkeerde diagnoses
Neuspoliepen komen bij kinderen zelden voor. Als poliepen worden gezien bij kinderen dient altijd taaislijmziekte te worden uitgesloten. Daarnaast moet gedacht worden aan een andere diagnose bij klinische symptomen waarbij we neuspoliepen kunnen vermoeden, zoals een meningocoele of een encephalocoele.
Bij volwassenen komen vaker neuspoliepen voor, en dan meestal tweezijdig. Een neuspoliep kan met een andere aandoening verward worden, zoals hyperplasie van de onderste neusschelp, een verdubbeling hiervan, een angiofibroom, of een haemangioom. Daarnaast moet bij éénzijdige neuspoliepen altijd een kwaadaardige aandoening worden uitgesloten.
[bewerk] Complicaties
De neuspoliep kan de nasopharynx verstoppen en de Buis van Eustachius gesloten houden daardoor. Vocht in het middenoor kan daardoor niet afvloeien en dus een middenoorontsteking veroorzaken.
De patiënt kan ook moeilijk ademen door de neus en zal soms overgaan op mondademen. Dit veroorzaakt vaak een droge mond en verhoogde gevoeligheid voor cariës.
Snurken is een veel voorkomende complicatie.
In de neus zijn vele moeilijk reinigbare nissen door de neuspoliepen. Infectie is ook een mogelijkheid en een reden voor preventieve therapie.
[bewerk] Geassocieerde aandoeningen
Opvallend is dat bijna alle lijders aan polyposis nasi allergisch zijn voor aspirine. Ook een verhoogde bloeddruk komt voor in 46% van de gevallen. Astma is beperkt geassocieerd, slechts 7% van de mensen met neuspoliepen hebben astma. Ook mucoviscidose komt vaak voor bij neuspoliepenlijders: tussen de 5 en de 25% (afhankelijk van welk onderzoek).
[bewerk] Therapie
Vroeger werden de poliepen vaak verwijderd onder lokale verdoving. Tegenwoordig kiest men bij kleine poliepen eerder voor conservatieve therapie. Dit bestaat uit het toedienen van corticosteroïden middels een neusspray gedurende 4 tot 6 weken. Als dit effectief is kan deze behandeling worden gecontinueerd. Indien neusspray geen effect heeft, kan men kortdurend systemisch corticosteroïden toedienen (in tabletvorm). Dit laatste heeft echter meer neveneffecten.
Als medicijnen onvoldoende effect hebben, wordt gekozen voor chirurgie. Dit is ook vaak direct het geval met grotere neuspoliepen. De operatie verloopt meestal onder algehele narcose, al is dat niet per se noodzakelijk en kan het ook onder locale verdoving worden geopereerd. De nieuwste operatietechnieken (waarbij met een camera in de neus gekeken wordt tijdens de operatie en met een snijdende stofzuiger oftewel shaver) verminderen de kans op complicaties door de operatie.
Zoals gezegd is een neuspoliep goedaardig. De therapie bestaat in de eerste plaats uit het voorkomen van complicaties, het tegengaan van snurken en het verhogen van de levenskwaliteit.
