Radarcontrole
Van Wikipedia
Radarcontrole wordt door de politie gebruikt voor snelheidscontrole van voertuigen.
De radar wordt onder een hoek van ongeveer 20 graden met de weg geplaatst, welke continu een radarsignaal op een vaste frequentie uitzendt. Het verkeer rijdt door deze radarbundel en reflecteert het signaal. De frequentie van het teruggekaatste signaal is een maat voor de snelheid van het voertuig.
Wanneer de snelheid boven een vooraf ingestelde drempelwaarde komt, wordt een signaal naar een fototoestel gestuurd, waarmee de snelheidsovertreder wordt gefotografeerd. Aan de hand van het gefotografeerde kenteken van het voertuig wordt de eigenaar achterhaald, die vervolgens een bekeuring thuisgestuurd krijgt.
Doordat de radar de lengte van het voertuig kan meten, kan het onderscheid maken tussen vrachtwagens en personenauto's, en zodoende verschillende snelheidsdrempels hanteren. Dit geld voor voertuigen die de radarcontrole van de achterzijde naderen. De voertuigen die de radarcontrole vanaf de voorzijde naderen worden maximaal tot 3 meter "gemeten" en dan eventueel geflitst. Anders zou een vrachtauto met het kenteken aan de voorzijde al buiten het beeld van de camera zijn.
Sommige automobilisten gebruiken radarverklikkers om op tijd op de hoogte te worden gebracht van de aanwezigheid van zo'n snelheidsmeting. Dit is in veel landen, waaronder Nederland, bij wet verboden.