Rijksabdij
Van Wikipedia
Een Rijksabdij was in het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie een abdij die rechtstreeks onder de voogdij van de Duitse keizer stond. De abt of abdis was daardoor ook een rijksgraaf en had zitting in de Rijksdag.
In 1525 waren er 83 rijksabdijen, proostdijen en kapittels. De kleinsten daarvan omvatten slechts de gebouwen van de geestelijke instelling. Andere waren uitgestrekte heerlijkheden met soms duizenden inwoners. In 1792 bestonden er nog 40 rijksabdijen.
In 1806 werden de rijksabdijen opgeheven en kwam hun grondgebied onder het bestuur van een van de Duitse landsheer te staan.
In Nederland was de abdij van Thorn tot 1795 een rijksabdij en fungeerde daarom als een min of meer onafhankelijke staat. Het was een van de kleinste landsheerlijkheden in het Duitse Rijk met een oppervlak van 1,1 km2. De rijksabten waren verenigden in twee colleges, namelijk het Rijnse Rijksprelatencollege (Rheinische Reichsprälatenkollegium) en het Zwabische Rijksprelatencollege (schwäbisches Reichsprälatenkollegium). Elk van deze colleges had in de Rijksdag een stem gelijkwaardig aan deze van een rijksvorst.