Rob Scholte
Van Wikipedia
Rob Scholte (Amsterdam, 1 juni 1958) is een Nederlands kunstenaar.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Scholte werd geboren in Amsterdam. Hij woonde in Castricum, Doorn, en Heiloo. Van 1977 tot 1982 studeerde hij aan de Gerrit Rietveld Academie. Daarna maakte hij onder meer deel uit van het kunstenaarscollectief W139, waar hij met Sandra Derks in 1982 debuteerde met het 'meesterwerk' Rom 87, een reeks in vrije stijl geschilderde variaties op een boek kinder-kleurplaten. Deze stijl zal hij vervangen door minutieus geschilderde werken die hij begint te exposeren in 1984 in The Living Room. Werken van Scholte waren in 1987 te zien op de Documenta, en in 1990 mocht hij het Nederlandse paviljoen inrichten van de Biënnale van Venetië.
In 1986 wekte hij opschudding met een nageschilderde ansichtkaart 'Utopia' (Museum Boijmans Van Beuningen). Erop gewezen dat dit een citaat uit Manets 'Olympia' was, reageerde Scholte met een schilderij waarop het krantenartikel met deze kritiek en afbeelding zou zijn nageschilderd; een letterlijk citaat van een halve krantenpagina. Met 'How to Star', een solotentoonstelling in Boijmans Van Beuningen, schilderijen uit 1983-1988, ontving Scholte zowel lof als kritiek.
In 1991 ontmoette hij het model, tevens soap- en filmsterretje, Micky Hoogendijk, Zij werd directeur van zijn BV en op 31 mei 1994 traden zij in het huwelijk in housetempel de Roxy. In 1993 werd Scholte docent aan de kunstacademie van Kassel, een baan die hij in 1999 zou opzeggen.
In 1991 haalde de Rob Scholte BV de opdracht binnen voor een 1200 vierkante meter grote wand- en plafondschildering op het Huis Ten Bosch Resort in Nagasaki, Japan. Scholte werkte met een groot aantal assistenten aan de schildering met als titel Apres nous le deluge, over de voortdurende herhaling van oorlog in de geschiedenis. De opening ervan zou plaatsvinden op 9 augustus 1995, samenvallend met de 50-jarige herdenking van de atoombom op Nagasaki, maar moest worden uitgesteld wegens een aanslag op Scholte.
[bewerk] Bomaanslag
Op 24 november 1994 stapten Scholte en Hoogendijk bij de Laurierstraat in Amsterdam in de donkerblauwe BMW van Scholte. Toen Scholte wilde wegrijden, ontplofte een handgranaat onder de auto. Scholte raakte zwaargewond. Zijn beide benen moesten vanaf de knie worden geamputeerd. Hoogendijk, die van Scholte in verwachting was, kreeg een miskraam. De dader van de aanslag is nooit gevonden. Een van de theorieën was dat de aanslag was bedoeld voor de advocaat Oscar Hammerstein, maar dat de dader zich in de auto had vergist. Hammerstein reed in eenzelfde type BMW, van dezelfde kleur, en met bijna hetzelfde nummerbord, die in de buurt stond.
Scholte zelf beschuldigde aanvankelijk een collega-kunstenaar, de aan de zelfkant levende fotograaf Paul Blanca. Later kreeg de dichter Koos Dalstra de schuld (een zaak die sindsdien is geschikt). Andere theorieën hebben als uitgangspunt dat Scholte zich indertijd bewoog in een schimmig milieu van kunstenaars, cocaïnedealers en witwaspraktijken, ook beschreven door Joost Zwagerman in diens roman Gimmick!. In die gedachtegang zou de aanslag een waarschuwing zijn geweest voor gokschulden, cocaïneschulden, of niet nagekomen verplichtingen.
Begin februari 1995 richtte Scholte het Comité van Waakzaamheid op, naar het Comité van Waakzaamheid dat Menno ter Braak en Edgar du Perron in de jaren dertig oprichtten tegen het opkomend nationaal-socialisme. Het idee was Scholte aan de hand gedaan door Felix Rottenberg. Even was er ook sprake van een politieke beweging, maar op dit terrein is nooit meer iets van Scholte vernomen.
De Amsterdamse groep Nits brengt op hun CD Wool uit 2000 een nummer uit over de aanslag op Rob Scholte, genaamd Crime & Punishment.
Hij vertrok datzelfde jaar weer naar Japan, ter voltooiing van de muurschildering 'Apres nous le deluge'. Vervolgens verhuisde hij naar Tenerife. Hoogendijk en Scholte gingen uit elkaar en Scholte vond een nieuwe vriendin, Lijsje, bij wie hij in 2001 een kind kreeg, Lotus Mason. Op 15 maart 2003 keerden Scholte en zijn vriendin en kind terug naar Nederland. In 2005 werd een tweede kind geboren. Het jaar daarop zijn beiden getrouwd.
[bewerk] Werkwijze
Scholte is een beeldenmaker. Hij ordent en plaatst beelden - uit de massamedia, uit zijn eigen omvangrijke archief - in een nieuwe context, waarmee hij die beelden van een nieuwe betekenis voorziet. Vaak vindt men in zijn werken tegenstrijdigheden en tegenstellingen die in hun nieuwe context 'overwonnen' worden.
De minutieus geschilderde werken van zijn hand worden doorgaans geproduceerd door assistenten en door hem zelf gesigneerd. Daarmee volgt hij een 17e-eeuwse methode van werken.
Zijn werkwijze is illustratief voor het postmodernisme, en legt de nadruk op de permanente toestroom van beelden die ons omringen, vormen en kneden. Thematisch zijn steeds de media, hij haalt er inspiratie uit, geeft kritiek op de manipulatie ervan en trad zelf ook op als 'media persoonlijkheid' .
[bewerk] Kopiëren als strategie
Om de zoveel tijd staat er weer iemand op die de publiciteit zoekt om er zich over te beklagen dat Rob Scholte (1958) zijn werk heeft geplagieerd. Er wordt bij herhaling gedreigd de kunstenaar een proces aan te doen. Een inmiddels voorspelbare reactie van mensen die niet begrijpen waar Scholte mee bezig is, wat zijn motieven zijn en waarom daarbinnen zijn provoceerdrift als gangmaker fungeert.
In de jaren tachtig werd de kunstgeschiedenis vogelvrij verklaard en de traditionele opvattingen over originaliteit op losse schroeven gezet. De kunstenaar was vrij om te putten uit het archief kunst. Citeren was (weer) toegestaan. Rob Scholte wist die vrijheid op een intelligente en, al klinkt dat paradoxaal, op een originele manier te benutten. Zijn redenering is niet, alles is al gedaan, waarom dan iets nieuws verzinnen. "(Hij bedenkt) nieuwe ordeningen, brengt onverwachte verbanden aan en goochelt met betekenissen."
Bij ‘The Embroidery Show’ (2005), één van zijn laatste projecten, hangt hij bestaande borduurwerkjes, hét grote cliché van kleinburgerlijkheid, de Libelle zoals het blad bedoeld is, omgekeerd op aan de wand. Dan vertonen ze opeens een ziel, dan worden ze opeens intrigerend en raadselachtig. Iets vergelijkbaars gebeurt met de werken die hij maakte onder de verzamelnaam ‘Blue Period’ (2004). Bekende beeldmerken, beelden of objecten voert hij uit in blauw en wit en doet er een klassiek, goudachtige lijstje omheen. Daarmee dwingt hij de kijker ze een tweede kans te geven. Zijn kopie van ‘Olympia’ van Manet, ‘Utopia’ uit 1988, is een kopie van een vaker gekopieerd meesterwerk, waar hij iets (maatschappijkritisch?) aan toevoegt door de naakte vrouw te transformeren in een houten pop en van de bediende een zwarte jongen te maken. Ook zijn grootste project ‘Après Nous le Deluge’ (1995), de beschildering van de replica van Huis ten Bosch in Nagasaki, is meer dan het aanbrengen van muurschilderingen gebaseerd op bestaande beelden uit zijn beeldarchief. Het is kopiëren in een land dat het kopiëren tot één van zijn belangrijkste karaktertrekken mag (of moet) rekenen.
Het zou verkeerd zijn Rob Scholte te beoordelen op zijn schildervaardigheid. Die is redelijk beperkt. Hij noemt zijn stijl zelf "houterig, ongemakkelijk, stroef, op het lelijke af". Anderen zijn werken laten uitvoeren past niet alleen in zijn concept van oorspronkelijkheid, het heeft soms ook een puur praktische oorzaak. Voor hem is dat vermeende gebrek onbelangrijk. Hij is geen schilder die op dat gebied tot nieuwe dingen wil komen. Hij solliciteert er niet naar de nieuwe Rembrandt te worden. Voor hem is het veel interessanter om bij wijze van spreken werken van Rembrandt die door hun hoge verspreidingsgraad tot cliché zijn verworden een nieuw leven te geven. Hij is de man van de strategieën.
Rob Scholte staat veel dichter bij Andy Warhol dan bij al die kunstenaars die in de jaren tachtig zich weer op het schilderen hebben gestort. Ze hebben gemeen dat ze bestaande beelden zo ‘bewerken’ dat ze zich weer kunnen verheffen tot illusies, tot beelden die hun glamour terugkrijgen, tot beelden die op een andere manier bekeken en beoordeeld kunnen worden. Beiden doen dat op een toegankelijke, maar vooral originele manier.
Citaat:
"Ik schuw het gebruik van clichés beslist niet. Ik hanteer ze graag, niet op een platte manier, want mijn schilderijen bevestigen die clichés niet, maar ik gebruik ze om ze in te zetten. Ik bedoel, ik hoef niet voor de zoveelste keer te zeggen "ik hou van jou", maar daar wil ik het wel over hebben. Laten zien dat het in bepaalde situaties een werkelijke pure, doorleefde betekenis heeft. Het cliché en oorspronkelijkheid liggen heel dicht tegen elkaar aan."
Rob Scholte, 1986
[bewerk] Publicaties
- 'All the portraits are up to date' , Paul Maenz, Köln, 1988.
- 'How to Star', Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, 1988.
- '6 Dutch Artists', Fruitmarket Gallery, Edinburgh, 1989.
- 'Tartufo/Tartuffe', Comédie Gastronomique, Amsterdam, München, 1989.
- 'Venezia', Rijksdienst Beeldende Kunst, Den Haag, 1990.
- 'Rob Scholte', Art Random, Kyoto Shoin International, Kyoto, 1990.
- 'Schräg', Heidelberg, 1990.
- '7 Year Itch', Kunstverein Hannover, 1991.
- 'The Living Room', Kunstverein Grafschaft Bentheim, 1995.
- 'Plug Ins', Fries Museum Leeuwarden, Waanders uitgevers, Zwolle, 2000.
- HP/DeTijd artikel: Rob Scholte's trukendoos, januari 2006
[bewerk] Externe links
- Over het projekt in Japan Rob Scholte's project in Nagasaki (Apres Nous le Deluge)
- Het project in Japan: Videofragmenten "Apres Nous le Deluge"
- 2000 - "Plug-Ins", variaties op de 'mooiste' vrouwen
- Expositie 2004 - "Blue Period"
- Expositie 2006 - "Bergense School", dertien dorpsgezichten