Sapodilla
Van Wikipedia
Sapodilla | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ronde sapodilla |
|||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Manilkara zapota |
|||||||||||||||||||
De sapodilla (Manilkara zapota) of papappel is een langlevende, groenblijvende boom, die inheems is in de tropen van de Nieuwe Wereld.
De boom van de sapodilla wordt 30 - 40 meter hoog. Hij is windresistent en de schors is rijk aan een wit, kleverig melksap (chicle). De alternerend geplaatste, ovale, 7 - 15 cm lange bladeren zijn groen en glanzend. De witte bloemen staan in 1 - 2 cm lange stelen in de bladoksels
De vruchten zijn afhankelijk van het ras, rond of ovaal en 4 - 8 cm in diameter. De schil van de vrucht is dof bruin. Het vruchtvlees is geelbruin en heeft rijp een korrelige textuur door kleine steencellen ( vergelijkbaar met een rijpe peer). De vrucht bevat 2 - 10 zaden.
De vrucht kan pas gegeten worden als hij rijp is. Mocht hij nog te hard zijn, dan kan men de sapodilla met een banaan in een goed afgesloten zakje doen, waarbij het vrijkomende ethyleengas van de banaan zal zorgen voor de rijping van de sapodilla. De vrucht heeft een karamelachtige smaak.
De sapodillaboom draagt twee keer per jaar vruchten, hoewel de plant het hele jaar in bloei kan staan. De boom is inheems in het zuiden van Mexico en in Midden-Amerika. Hij wordt wereldwijd veel in de tropen gekweekt.
[bewerk] Gebruik
Het melksap (chicle) uit de bast is een grondstof voor kauwgom. De vrucht kan als handfruit worden gebruikt door deze te halveren en uit te lepelen. Ook kan er jam van worden gemaakt en is het vruchtvlees ingrediënt van diverse zoetwaren zoals halva. In Nederland is de sapodilla ook te koop, als verse vrucht en ingeblikt bij toko’s en op markten.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Manilkara zapota op Wikimedia Commons. |