Siegfried Sassoon
Van Wikipedia
De neutraliteit van dit artikel wordt betwist. Zie de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie. |
Siegfried Lorraine Sassoon (Brenchley, Kent, 8 september 1886 – Heytesbury, Wiltshire, 1 september 1967) was een Engels dichter en prozaschrijver.
Sassoon werd bekend als schrijver van anti-oorlogspoëzie tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar had later ook veel succes als schrijver van proza over andere onderwerpen.
Hij studeerde in Cambridge, maar vertrok daar zonder af te studeren, aangezien hij meer interesse had voor sport en poëzie. Hij verdeelde zijn tijd tussen het jagen op het platteland en het leven in Londen, waar hij een aantal kleine dichtbundels publiceerde, die overigens weinig succesvol waren. Zijn eerste succes boekte hij met The Daffodil Murderer, een parodie op 'The Everlasting Mercy' van John Masefield (1913).
Bij het uitbreken van de oorlog meldde hij zich aan bij het leger. Na een vertraging wegens een gebroken arm, opgelopen bij het paardrijden, vertrok hij in mei 1915 naar Frankrijk.
Sassoon toonde zich een heldhaftig officier. Hij raakte tweemaal gewond en ontving het 'Military Cross'. Hij ontwikkelde echter ook een hevige afkeer van de mensen die verantwoordelijk waren voor het nutteloze verlies van jonge levens en de verschrikkelijke omstandigheden waarin de soldaten moesten leven. Hij ontmoette de schrijver Robert Graves, met wie hij bevriend raakte en veel discussieerde over literatuur. In 1917 werd hij wegens een verwonding naar Engeland teruggestuurd, waar hij de dichter Wilfred Owen, op wie hij grote invloed uitoefende en wiens werk hij ook na de oorlog in de belangstelling bracht, ontmoette. Hij kondigde aan verdere dienst te weigeren, maar voelde dat later toch als verraad van zijn medestrijders in Frankrijk. Hij werd naar Palestina gestuurd, vanwaar hij weer teruggestuurd werd naar Frankrijk. Daar raakte hij voor de derde keer gewond. Hij beëindigde de oorlog in de rang van kapitein.
Het werk Counter-Attack, verschenen in 1918 — voor de wapenstilstand, was het eerste en indrukwekkendste deel in de anti-oorlogspoëzie en maakte grote indruk. Zijn latere prozawerk is nostalgisch van toon.
Inhoud |
[bewerk] Werk
[bewerk] Poëzie
- The Daffodil Murderer (1913)
- The Old Huntsman (1917)
- Counter-Attack (1918)
- Picture-Show (1919)
- War Poems (1919)
- Recreations (1923)
- Lingual Exercises for Advanced Vocabularians (1925)
- Selected Poems (1925)
- Satirical Poems (1926)
- The Heart's Journey (1928)
- Poems by Pinchbeck Lyre (1931)
- The Road to Ruin (1933)
- Vigils (1935)
- Rhymed Ruminations (1940)
- Poems Newly Selected (1940)
- Collected Poems (1947)
- Common Chords (1950/1951)
- Emblems of Experience (1951)
- suicide(L) (1954)
- Sequences (1956)
- Lenten Illuminations (1958)
- The Path to Peace (1960)
- moooie Poems 1908-1956 (1961)
- The War Poems (heruitgave, 1983)
[bewerk] Proza
- Memoirs of a Fox-Hunting Man (1928)
- Memoirs of an Infantry Officer (1930)
- Sherston's Progress (1936)
- Complete Memoirs of George Sherston (1937) (De Nederlandse vertaling van deze buitengewoon indringende memoires verschenen in twee banden onder de titels: De memoires van een man die op vossen jaagde & Memoires van een infanterieofficier bij Uitgeverij IJzer)
- The Old Century (1938)
- On Poetry (1939)
- The Weald of Youth (1942)
- Siegfried's Journey (1945)
- Meredith (1948)