Solanum bauerianum
Van Wikipedia
Solanum bauerianum | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||||
Solanum bauerianum Endl. (1833) |
Solanum bauerianum is een plant die alleen voorkwam op Norfolk en Lord Howe-eiland. Er wordt aangenomen dat de soort is uitgestorven. De plant is vernoemd naar de botanische illustrator Ferdinand Bauer, die Matthew Flinders vergezelde op zijn reis door Australië en van 1804 – 1805 op Norfolk verbeleef. In 1833 heeft Stephan Ladislaus Endlicher de plant een wetenschappelijk beschrijving gegeven.
Het was een struik of tot 3 m hoge boom met een gladde stam en zacht hout. De bladeren waren afwisselend geplaatst of soms gepaard, oneffen, lancetvormig-elliptisch, 6 – 13 x 2,5 – 6 cm groot, aan de basis gespitst en aan het uiteinde toegespitst met een klein topspitsje, gaafrandig of onregelmatig en ruw getand er gegolfd.
De bloemen groeiden in eindstandige of bladokselstandige, veelbloemige pluimen. De steel van de bloeiwijze was 1,5 – 3,5 cm lang. De stelen van de afzonderlijke bloemen waren 5 – 10 mm lang en omgebogen bij het groeien van de vruchten. De kelk was 1,5 – 2 mm lang met korte en brede, gepunte lobben. De bloemkroon was stervormig, 1,5 – 1,7 cm breed en wit van kleur. De kroonbladeren waren breed-ovaal-driehoekig en gepunt. De meeldraden waren 2 mm lang. De vruchten waren bolvormige, helderrode of scharlakenrode bessen, die circa 3 mm grote zaden bevatten.
Het laatste bewaarde herbariumspecimen is in 1830 verzameld door Allan Cunningham. Daarna zijn er nog botanici geweest die de plant hebben verzameld, maar deze exemplaren zijn niet bewaard gebleven. In 1985 zijn er bij een onderzoek geen exemplaren meer aangetroffen.