Sondering
Van Wikipedia
Sonderen is het bepalen van het draagvermogen van de grond door een staaf met kegelvormige punt met een tophoek van 60°, de sondeerconus, in de grond te drukken en daarbij de mechanische weerstand van de grond te meten. Bij de meeste sonderingen wordt tevens de kleef gemeten. Bij sommige sonderingen wordt eveneens de geleidbaarheid van de grond en het grondwater gemeten. De combinatie van deze gegevens geeft een goed beeld van de bodemopbouw (nodig voor funderingen) en een indicatie voor mogelijke bodemverontreiniging.
Sonderingen worden uitgevoerd door een sondeerwagen, doorgaans een zware 6x6 vrachtwagen of een voertuig op rupsbanden. In de sondeerwagen bevindt zich een hydraulische pers welke de sondeerstaven de grond in drukt. Het gewicht van de sondeerwagen levert hierbij de reactiekracht en de oliedruk in de hydraulische pers is een maat voor de conusweerstand. Er bestaan thans ook moderne elektronische uitvoeringen die de conusweerstand en de kleef ter plekke (in de grond) kunnen bepalen.
De sondeerconus wordt met een constante snelheid van twee centimeter per seconde in de grond gedrukt. De weerstand om deze conus in de grond te drukken heet conusweerstand.
De sondeerconus zal minder kracht nodig hebben om door klei of veen te drukken (lage conusweerstand) dan die het nodig heeft om door zand te drukken (hoge conusweerstand). Met deze methode verkrijgt men grafische gegevens over de kracht die nodig is om door de grond te drukken. Deze geven informatie over de vastheid van de grond, waarop men het draagvermogen van de grond kan bepalen. De meetgegevens worden per sondering gepresenteerd in een sondeerstaat.
Deze methode met een sondeerkegel is in de vijftiger jaren ontwikkeld door het Laboratorium voor Grondmechanica in Delft. De methode wordt thans wereldwijd gebruikt voor het bepalen van draagkracht van grond.