Spaans-Marokkaanse opstand
Van Wikipedia
Op 17 Juli 1936 pleegden officieren van de garnizoenen in Spaans Marokko een staatsgreep. Met deze muiterij in Marokko begint een dag later de Spaanse Burgeroorlog.
[bewerk] Garnizoen Spaans Marokko
17 juli was voor het garnizoen, van het Spaans Vreemdelingen Leger, in Melilla de maat vol. De eenheid was de eerste die openlijk de wapens opnam tegen de eigen regering. We moeten hier echter bij vermelden dat de moorden niet meer was dan een openlijke aanleiding. De militaire staatsgreep werd al geruime tijd voorbereid en de opstandelingen zaten eigenlijk te wachten op het startsein dat hen door Franco zou worden gegeven. De vonk slaat een dag later gelijk over naar het vaste land. De bevelhebber van het “Afrikaanse Legioen”, Generaal Manuel Romerales werd bij de opstand zonder meer vermoord omdat hij achter de Republiek zou staan. Politietroepen van zowel de Guardia Civil als de Guardia de Asalto in Tétouan en Larache bleven eveneens de Republiek trouw maar moesten uiteindelijk wijken voor de grote overmacht. Laat in de avond is nagenoeg heel Spaans Marokko in handen van de opstandelingen.
[bewerk] Het Spaanse leger
Bij het begin van de militaire staatsgreep, bestond het Spaanse leger uit twee van elkaar te onderscheiden Legers. Op het Spaanse vaste land kende men het Reguliere leger, bestaande uit ongeveer 8.850 officieren en 112.200 manschappen. Hiervan zou ongeveer de helft van de officieren en 19.000 manschappen overlopen naar het Nationalistische kamp. Het andere leger stond bekend als het Leger van Afrika. Deze was veel beter getraind en uitgerust. Dit leger in Marokko, telde 34.000 manschappen en bestond deels uit het reguliere leger en het Spaanse Vreemdelingenlegioen. Naast deze legers telde Spanje nog de paramilitaire Guardia Civil en de Guardia de Asalto, een politie eenheid vergelijkbaar met de huidige Mobiele Eenheid in Nederland. Van beide stapten het overgrote deel over naar de Nationalisten.