Spaanse real
Van Wikipedia
De real was een betaalmiddel in Spanje gedurende enkele eeuwen.
Inhoud |
[bewerk] Vroege Historie
De real werd voor het eerst geïntroduceerd door koning Pedro I en had een waarde van 3 maravedis. De waarde steeg tot in 1497 de wisselkoers werd gezet op 34 maravedis.
[bewerk] 17e eeuw
In 1642 werden er twee aparte realen gecreërd, de real de plata (gemaakt van zilver) en de real de vellón (gemaakt van Biljoengoud). De waarde werd gesteld op 2 real de vellón = 1 real de plata. Aangezien de maravedis was gekoppeld aan de real de vellón vertegenwoordigde de real de plata een waarde van 68 maravedis.
[bewerk] 18e eeuw
De real de plata fuerte werd in 1737 ingevoerd tegen een waarde van 2½ realen de vellón of 85 maravedis. Deze munt bleef de standaard tot aan het beging van de 19e eeuw. Er werden eenheden van ½, 1, 2, 4 en 8 realen geproduceerd waarvan de laatste bekend staat als Spaanse dollar of Peso. Tot 1857 werd deze munt ook in de Verenigde Staten geaccepteerd. Er werden Gouden munten uitgegeven met een waarde van ½, 1, 2, 4 en 8 escudo's (een escudo was gelijk aan 16 realen de plata fuerte).
[bewerk] 19e eeuw
In 1808 werd de real de vellón geïntroduceerd met muntstukken met een waarde van 2, 4, 10, 20, 80, 160 en 320 realen. De hogere waarden waren gelijk aan 4 en 8 realen de plata en 2, 4 en 8 escudos. Deze drie valuta werden naast elkaar gebruikt.
[bewerk] Decimalisatie
De real de vellón werd in 1850 als eerste decimale valuta aangenomen en werd kortweg real genoemd. Eerst werd de real opgesplitst in tienden (decimas) en later in honderdsten (céntimos) van een real. De real was ter vervanging van de Catalaanse Peseata waar 1 peseta = 4 realen.
In 1864 werd de real vervangen door een nieuwe escudo met een waarde van 10 realen.
Deze tweede escudo zelf werd in 1868 vervangen door de peseta in de verhouding 1 peseta = 0,4 escudo = 4 realen. De term real bleef bestaan als term voor een kwart peseta.