Speciaal onderwijs
Van Wikipedia
Zie voor het speciaal onderwijs in Vlaanderen het lemma buitengewoon onderwijs. |
Voor kinderen die het reguliere onderwijs niet kunnen volgen vanwege leer- of gedragsproblemen, vanwege lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicaps of door gedragsstoornissen zijn er in Nederland drie soorten onderwijs waar ze terecht kunnen. Dit zijn het speciaal basisonderwijs (SBO) of het speciaal onderwijs (SO) en later het voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Naast speciaal onderwijs bestaat ook inclusief onderwijs, waarbij kinderen met een handicap binnen het reguliere onderwijs extra ondersteund worden.
Inhoud |
[bewerk] Speciaal Basisonderwijs (SBO)
Tot 1998 waren de scholen voor kinderen met leer- en gedragsproblemen onderverdeeld in drie groepen:
- Kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (LOM-onderwijs)
- Moeilijk Lerende Kinderen (MLK)
- In hun ontwikkeling bedreigde kleuters (IOBK)
Tegenwoordig wordt er niet meer gesproken over de bovenstaande indeling. In het algemeen wordt gezegd, dat kinderen met een betrekkelijk laag of laag intelligentieniveau en kinderen die een leerachterstand hebben, naar het SBO gaan. Deze groepen kinderen vallen hiermee onder de Wet op het Primair Onderwijs (WPO), die de regelgeving voor regulier en speciaal basisonderwijs behandelt.
Kinderen op deze sbo-scholen dienen na het verlaten van deze school dezelfde basiskennis behaald te hebben als kinderen die op een gewone basisschool gezeten hebben, maar ze mogen daar wel langer over doen. Uitlopen kan tot 14 jaar.
[bewerk] Indeling
Voor leerlingen die lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapt zijn, is er het zogeheten speciaal onderwijs. Deze scholen zijn er in vier categorieën (clusters):
- Cluster 1: visueel gehandicapte kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen met een visuele handicap
- Cluster 2: dove of slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden of meervoudig gehandicapte kinderen die één van deze handicaps hebben
- Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, of meervoudig gehandicapte kinderen die één van deze handicaps hebben
- Cluster 4: zeer moeilijk opvoedbare kinderen ZMOK, langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap en kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten
Voor deze kinderen is er ook voortgezet speciaal onderwijs. Dit kan gevolgd worden tot het twintigste jaar
Het speciaal basisonderwijs (voorheen onderwijs aan moeilijk lerende kinderen -mlk, en voor kinderen met leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden, lom, én voor Jonge Risico Kinderen, jrk) valt niet onder de wet 'speciaal onderwijs', maar is in feite speciaal onderwijs voor kinderen die het op een reguliere basisschool niet redden. Het leerrendement blijft achter en vaak gaat dat gepaard met een sterk verminderd welbevinden. Ouders kunnen bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) een beschikking aanvragen. Ouders en school leveren gegevens aan (een onderwijskundig rapport, didactische resultaten, capaciteitenonderzoek) op grond waarvan de PCL al of niet een beschikking geeft. Alleen met een beschikking kunnen ouders hun kind aanmelden bij een sbo. De betreffende sbo-school bepaalt of en wanneer geplaatst wordt. Wil een ouder plaatsing realiseren bij een sbo van BUITEN het eigen samenwerkingsverband, dan is opnieuw een beschikking van die PCL vereist.