Terp
Van Wikipedia
Een terp is een kunstmatige heuvel, opgeworpen om bij hoogwater een droge plek te hebben. Het woord wordt vooral gebruikt in Friesland, hoewel ook in Friesland de uitgang werd vaker voorkomt dat terp. In Groningen wordt de naam wierde gebruikt, en in Noord-Duitsland wordt zo'n heuvel Warft genoemd.
De eerste terpen werden gebouwd rond 500 v. Chr. De terpenbouw eindigde in Friesland en Groningen met de komst van de eerste dijken in het gebied, zo rond 1200.
Aan het begin van de 20e eeuw werden veel terpen afgegraven en de vrijkomende grond (terpaarde) werd onder andere gebruikt ter bemesting van de ontginningen in Drenthe.
Het woord is van oorsprong het Friese woord voor dorp. Het Westerlauwers Fries gebruikt hier thans het Nederlandse leenwoord "doarp" voor en is met "terp" naar deze woonheuvels gaan verwijzen. In het Noordfries en Saterfries kent men de benaming nog wel.
In Zeeland kent men ook een soort terpen: de vliedbergen
Hogebeintum (Hegebeintum) heeft de hoogste terp van Nederland: 8,80 meter boven NAP.
Rijkswaterstaat heeft plannen om terpen van baggerspecie te creƫren in de nabije toekomst.
[bewerk] Veenterp
Een bijzondere, misschien primitieve, vorm is de zogenaamde veenterp. Deze komt op sommige plaatsen nog voor, bijvoorbeeld op de Peizermade en ook in Nederland zoals in Friesland.
De daar aanwezige veenterpen zijn zonder voorkennis nauwelijks als zodanig in het landschap herkenbaar omdat ze in de loop van de tijd in de omringende landerijen zijn weggezakt. Ze zijn echter duidelijk te herkennen aan de afwijkende begroeiing.
Onderzoek heeft uitgewezen dat ze stammen uit de achtste of negende eeuw van onze jaartelling. Waarschijnlijk zijn ze gebruikt door herders als zomerse schuilplaats terwijl het vee in de omgeving graasde.