U 64 (Kriegsmarine)
Van Wikipedia
De U-64 was een Duitse onderzeeboot van de Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. De U-64 was een IXB U-boot die tijdens de Duitse Inval in Noorwegen op 13 april 1940 tot zinken werd gebracht met wonderwel en gelukkig weinig slachtoffers. De commandant was kapitein-luitenant-ter-Zee Georg-Wilhelm Schulz.
De U-64 werd in de Herjangsfjord, in de buurt van Narvik, Noorwegen, door dieptebommen van het caliber 350-pounder-bommen van een Walrus-vliegtuig van het Britse slagschip HMS Warspite, en bommen van een Swordfish-vliegtuig L 9767 opgestegen vanaf een Brits vliegkampschip, gebombardeerd en met mitrailleurvuur bestookt en tot zinken gebracht. De U-boot lag voor anker in de fjord toen het getroffen werd, bij Bjerkvik en gelukkig lag ze niet diep. De overlevenden beheersten de situatie goed, tot het maken van een vrije opstijging naar de oppervlakte, door het mangat van de commandotoren. Ze werden opgepikt uit het water door mannen van de Duitse bergtroepen, Bergjägers, en de bemanning nam het embleem "Edelweiss" over voor hun toekomstige nieuwe boot, de U-124 in juni 1940. De commandant Johann Mohr bracht het embleem op beide zijden van de commandotoren. Ze hoopten dat de "Edelweiss", hen in de loop van de toekomst, nog geluk zou brengen zoals bij de U-64.
[bewerk] Einde U-64
De U-64 werd tot zinken gebracht op 13 april 1940 in de Herjangsfjord nabij Narvik en bij Bjerkvik in Noorwegen, in bij benadering, positie 68.29 N. en 17.30 O., door bommen van een Swordfisch-vliegtuig L 9767 vliegdekschip en een Walrus-vliegtuig van de HMS Warspite-slagschip. Er vielen 8 doden te betreuren maar 38 bemanningsleden, alsook hun commandant Georg-Wilhelm Schulz overleefden dit hagelijk avontuur.
Het wrak van de U-64 werd later opgevist in 1957 en werd op sleeptouw genomen, maar door zijn aanstaande krabbend anker zonk ze weer, ergens langs de kust van Helgeland in Noorwegen.