UZSC
Van Wikipedia
De vereniging UZSC is opgericht op 13 juli 1945, het is een fusie van de vereniging Utrechtse Zwem-Club (welke is opgericht op 25 april 1912) en Star. UZSC betekent Utrechtse Zwemclub-Star-Combinatie en wijst dus terug naar de twee verenigingen waaruit UZSC uit is ontstaan. UZSC is een zwemclub met als doel:
- De vereniging stelt zich ten doel de beoefening van het zwemmen, in de ruimste zin, te bevorderen en meer algemeen te maken.
- De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door het verwerven en daarna behouden van het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Zwembond (afgekort K.N.Z.B.), gevestigd te Nieuwegein, onder erkenning van de K.N.Z.B. als enig besturend en controlerend lichaam op zwemgebied in Nederland.
- De vereniging is tevens aangesloten bij de kring Utrecht van de K.N.Z.B. Hetgeen in artikel 8 (verplichtingen van leden) wordt gesteld ten aanzien van de K.N.Z.B. geldt tevens voor de kring Utrecht van de K.N.Z.B.
[bewerk] Geschiedenis
UZC is opgericht op 25 april 1912 uit onvrede, omdat er nog maar 1 zwemschool was in de 4de stad van het land. Het zwembad waar ze toen zaten was volgens de woorden van een lid: “Stel U voor een diep bassin (van 2-3 meter), aan een zijde afgesloten door een hekwerk, zooals wij die van oude boerderijen kennen, en aan de andere zijde omgeven door een aantal hokjes, waarvan de kieren en spleten zoo groot waren dat men bij binnenkomst bij inachtneming van de burgerlijke beleefdheid verplicht was, zijn buurman te groeten. Deuren waren slechts ten deele aanwezig.Boven de kamertjes bevond zich een restaurant met terras, waar aan een groot bord was aangebracht met de waarschuwing 'levengevaarlijk'. In dit restaurant bevond zich een biljart met zakken, waarover later iets meer. Dit geheele bouw werk stond onder leiding van een badmeester, die zich meer bemoeide met den verkoop of met het aantekeninq houden van gepofte chocolade, waarvan de Pette's bouche's door kwaliteit en kwantiteit de meeste aftrek genoten, dan met de zwemmers.”
In 1913 nam UZC voor het eerst deel aan de waterpolocompetitie. De tegenstanders waren: Triton, DIK, Y Il. Het zevental van UZC bestond uit de spelers C. Minnes, H.H. van Dijk, H. Minnes, J.H. van Schagen, F. van Leusden, A. Minnes en K.H. van Schagen. Reservespelers waren er niet, gedurende de wedstrijden mocht namelijk niet gewisseld worden. In het eerste competitieseizoen eindigde UZC op de laatste plaats. De enige wedstrijd die gewonnen werd was tegen Triton (niet opkomen dagen).
In de jaren daarna was UZC op zoektocht naar een beter zwembad want en vond dat in De Openbare Zwem- En Bedinrichting (OZEBI), want het oude zwembad zat vol met teer en olie waardoor de zwemmers na de eerste en laatste wedstrijd in het oude zwembad in de Krommerijn “eenige liters benzine noodig om zich te reinigen”. De eerste wedstrijd in OZEBI werd gespeeld op 17 maart 1918
In 1917 vierde UZC haar eerste lustrum. Ter ere hiervan organiseerde de vereniging een polodag. In de nationale zwemsport was dit festijn een primeur waarvoor zeer grote landelijke belangstelling bestond. Aan het toernooi namen elf herenploegen deel en twee damesteams van de Hollandsche Dames Zwemclub. Gezien het grote succes van deze polodag besloot het bestuur er een jaarlijks terugkerend evenement van te maken.
Op het einde van het eerste decennium beschikte UZC over vijf herenteams, en een damesteam. Het aantal UZC'ers was gegroeid tot 251 leden, 98 aspirantleden, 9 donateurs, 2 ereleden.
In de jaren 30 deed UZC het niet slecht in de Nederlandse 1ste klasse van waterpolo en het wedstrijdzwemmen deed het bij UZC ook goed, maar in 1940 brak voor Nederland de oorlog uit. In deze oorlogsperiode werd door de waterpoloverenigingen een noodcompetitie afgewerkt, zonder degradatie- of promotieregeling. Algemeen gesproken had de oorlog weinig invloed op het dagelijks gebeuren van het verenigingsleven. OZEBI werd gesloten toen de aanvoer van kolen stagneerde en het water niet meer verwarmd kon worden. Later werden ook de buitenbaden voor het publiek gesloten. Diverse leden verdwenen uit het verenigingsleven omdat ze moesten onderduiken of omdat ze op transport werden gesteld naar de Duitse fabrieken.
In deze oorlogsjaren waren er fusiebesprekingen geweest tussen verschillende Utrechtse verenigingen. Deze besprekingen vonden voornamelijk plaats tussen die verenigingen die hun domicilie hadden in het bad Kromme Rijn (Timp). Tussen deze clubs bestond namelijk al een vrij groot saamhorigheidsgevoel, dat nog werd versterkt door de heersende oorlogssituatie. In het laatste oorlogsjaar resulteerden de fusiebesprekingen in een samensmelting van de verenigingen UZC en Star tot de Utrechtsche Zwemclub Star Combinatie, afgekort UZSC.
De nieuwe combinatie werd na de oorlog weer ingedeeld in de hoofdklasse. De prestaties vielen echter tegen. In 1947 ontsnapte men nog net aan degradatie door te eindigen als voorlaatste. In 1948 redde men het vege lijf door te profiteren van een nieuwe reorganisatie van de competitie, waardoor geen enkele vereniging dat seizoen degradeerde. In 1949 gebeurde het lang verwachte: UZSC degradeerde naar de eerste klasse 2. In de jaren daarna ging het niet goed met het eerste team van UZSC, qua techniek en routine hoorde het team in de hoofdklasse thuis, maar het ontbrak aan snelheid en uithoudingsvermogen. En om het helemaal slecht te maken kwam UZSC ook nog in financiële problemen en moesten daarom in 1950 en 1952 teams terug getrokken worden. Ook met de polodagen ging het niet goed, mede door teruglopende bezoekersaantallen kwam voor het winstbedrag een min te staan.
In de 2de helft van de jaren 50 werd er een nieuw bestuur gekozen en begon UZSC zich langzaam te herstellen. Ook moest UZSC uitwijken van de Krommerijn naar de Kikker in Groenekan als thuiszwembad.
In de jaren 60 begon het 1ste herenteam aan 'het-grote-heen-en-weer-tijdperk' steeds weer van de 1ste naar de 2de klasse en terug. Op de foto hiernaast staat het team van de jaren zestig en in het midden van het bovenste rijtje staat de voorzitter van de vereniging: Gerlof Oudega. In 1969 promoveert heren 1 geheel onverwachts naar de hoofdklasse, maar dat was maar voor 1 jaar. Men zei dat het grootste probleem was dat het team veelte weinig trainingsuren had en dat de inzet om meer te trainen ook veelte laag lag.
De jaren 80 laten diepe sporen na in de geschiedenis van UZSC, in 1981 vertrokken een aantal basisspelers uit het eerste herental, die gaten worden dan normaal opgevuld met jeugdspelers, maar in de zomer van 1981 besloot de groep jeugdspelers zich collectief te laten overschrijven naar een andere Utrechtse vereniging. En daarom, omdat UZSC zich bij zoiets niet het hoofd kon bieden, werd er een speciale commissie in het leven geroepen om de polotrein weer op de rails te krijgen. In de jaren 80 gaat het ontzettend goed met de zwemploeg van UZSC, men weet bij het NK van 1981 maar liefst 4 gouden plakken mee naar huis te nemen. Maar door deze sportieve prestaties wordt het zwemgedeelte van de club veel meer gebruikt, maar volgens de zwemtrainer besteedt het bestuur te veel aandacht aan het waterpolo, dit leidt tot een conflict tussen het bestuur en de zwemtrainer en als hij hiermee naar de media gaat wordt hij ontslagen en gaat ook een groot gedeelte van de zwemploeg hiermee weg.
Sinds 1991 heeft de vereniging heeft in een eigen onroerendzaakstichting het zwembad opgenomen, waarmee we één van de weinige zwemclubs in Nederland zijn met een eigen zwembad, ‘De Krommerijn’. Het is een openluchtzwembad waar sinds 1991 elk winterseizoen een blaashal over heen staat (het winterseizoen loopt van medio september tot april).