Venglazenmaker
Van Wikipedia
Venglazenmaker | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() |
|||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Aeshna juncea Linnaeus, 1758 |
De venglazenmaker (Aeshna juncea) is een echte libel uit de familie van de glazenmakers (Aeshnidae). Het is een van de grotere libellen van Nederland met een maximale spanwijdte van 10,5 cm en een lengte van 7 - 8 cm. De venglazenmaker is vrij algemeen te vinden bij vennen en hoogveen van juli tot september.
[bewerk] Uiterlijk
Kenmerken van de venglazenmaker:
- De T-vormige vlek die vanaf de bovenkant tussen de ogen kan worden gezien heeft een dikke stam
- Een gele ader aan de voorkant van de beide vleugels
- Een donkerbruin borststuk met twee dikke gele strepen
- Van de zijkant af gezien is een klein geel vlekje achter het oog te zien.
- Het achterlijf is zwartbruin en is voorzien van vrij kleine gele en blauwe vlekken bij het mannetje. De vrouwtjes hebben gele vlekken op het achterlijf die later groen en soms ook blauw kleuren.
De venglazenmaker kan gemakkelijk verwisseld worden met de zeldzame Noordse glazenmaker (Aeshna subarctica). Alleen op basis van nauwkeurige vergelijking van kleine verschillen (met name de kleur van het borststuk) kan onderscheid gemaakt worden. Ook is verwisseling met niet uitgekleurde Blauwe glazenmakers (Aeshna cyanea) mogelijk.
[bewerk] Gedrag en voortplanting
Mannetjes zonnen vaak in de namiddag op lichtgekleurde boomstammen.
Geslachtsrijpe mannetjes zoeken langs oevers op ongeveer een meter hoogte actief naar vrouwtjes. De paring begint boven het water, duurt meer dan een uur en eindigt in de begroeiing, vaak boomkruinen. De vrouwtjes zetten de eitjes met hun ovipositor af in planten, meestal in rottende plantendelen. De eitjes overwinteren; na tien maanden komen de larven uit. Deze ontwikkelen zich in twee tot drie jaar tot imago - volwassen insect met vleugels.