Vrede van Breda
Van Wikipedia
De Vrede van Breda, gesloten op 31 juli 1667 in de Grote Zaal van het Kasteel in de Brabantse stad Breda, was het verdrag tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Engeland, Frankrijk en Denemarken waarmee de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog eindigde.
Voorafgaand aan deze vrede vond de beroemde Tocht naar Chatham van Michiel de Ruyter plaats, hetgeen de vrede voor de Republiek gunstig beïnvloedde.
Afgesproken werd dat het Nederlandse Nieuw-Amsterdam officieel aan de Engelse werd overgedragen. In ruil daarvoor kreeg de republiek Suriname. De bovenwindse eilanden bleven ook bij de Republiek, evenals het Molukse eiland Run en een aantal forten aan de Afrikaanse westkust. Deze forten waren nodig voor de slavenhandel. Ook werden de Engelse Scheepvaartwetten versoepeld.
Verder werd aan de Fransen het Noord-Amerikaanse Acadië teruggegeven.
[bewerk] Waarom er gekozen werd voor Breda
Karel II van Engeland was in 1651 naar het Europese vasteland gevlucht voor de dictator Olivier Cromwell. In het voorjaar van 1660 had hij zes weken op het Kasteel van Breda verbleven, als logé bij zijn zus Mary Henrietta Stuart, de weduwe van Willem II van Oranje. Het kasteel was dan ook eigendom van de Oranjes. Karel II van Engeland wilde aanvankelijk de vredebesprekingen in Den Haag houden, maar de raadspensionaris Johan de Witt zag daar weinig heil in. Hij stelde een aantal andere steden voor, waaronder Breda. Karel II van Engeland koos toen voor Breda, de stad die hij immers kende.
Zie ook:
|
|
---|---|