Alexander Kropholler
Van Wikipedia
Alexander Jacobus Kropholler (Amsterdam, 26 juli 1881 - Wassenaar, 17 mei 1973) was een Nederlands architect. Hij was een van de belangrijkste voormannen van het traditionalisme.
Kropholler was autodidact op het gebied van de architectuur en begon zijn carrière als timmerman. Hiervoor volgde hij van 1892 tot 1896 de timmermansopleiding aan de Eerste Ambachtschool, ging op zijn vijftiende in de leer bij een aannemersbedrijf en werkte enige tijd bij architect J. Beirer. Van 1902 tot en met 1910 had hij samen met J.F. Staal een architectenbureau. In deze periode ontwierpen de beide architecten een groot aantal gebouwen in een stijl die sterk tegen de Jugendstil aanleunt, waaronder een aantal gebouwen voor verzekeringsmaatschappij De Utrecht, terwijl later de invloed van H.P. Berlage van belang is. In 1910 gingen de twee met ruzie uit elkaar. Ze zouden nooit meer een woord met elkaar gewisseld hebben, hoewel Staal inmiddels was getrouwd met Kropholler's zuster Margaret die later zelf naam zal maken als architect van de Amsterdamse School.
In 1908 werd Kropholler katholiek en begon hij zich te interesseren voor kerkenbouw. In publicaties pleitte hij voor het vasthouden aan traditionele bouwwijzen in moderne architectuur, het traditionalisme. Vanaf 1913 ontwierp hij een groot aantal katholieke kerken, in veel gevallen met bijbehorende gebouwen. Uit dat jaar dateert zijn eerste grote opdracht sinds de samenwerking met Staal, een katholiek complex in Scheveningen, bestaande uit een kapel, een kerk en woningen. Hoewel Kropholler het project slechts gedeeltelijk voltooide, doordat de bouw van de kerk door onenigheid niet verder kwam dan de torenvoet met portaal, zette het complex de toon voor de rest van Kropholler's werk.
Geïnspireerd door Berlage en inlandse architectuur ontstond een stijl waarbij enerzijds eenvoud en baksteen centraal staan en anderzijds steunberen en trapgevels extra groot werden uitgevoerd. Deze bouwstijl werd grotendeels overgenomen door de Delftse School, een groep vooral katholieke architecten onder leiding van M.J. Granpré Molière. Hoewel Kropholler nooit toetrad tot deze beweging, zou hij er altijd mee geassocieerd worden.
Behalve kerken ontwierp Kropholler vele andere gebouwen, waaronder een vrij groot aantal raadhuizen, waaronder die van Waalwijk, Leidschendam, Noordwijkerhout, Arcen, Wateringen, Grouw, Medemblik en Heesch. Hoewel gerespecteerd was Kropholler weinig geliefd bij collega-architecten en had hij regelmatig moeilijkheden met opdrachtgevers. In zijn geschriften rekende hij in felle bewoordingen af met andere opvattingen. Zijn fanatieke hang naar traditie en zijn afkeer van vernieuwing brachten hem in de jaren dertig in fascistisch vaarwater, toen hij lid werd van Zwart Front.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte Kropholler gewoon door en publiceerde hij in een aantal door de nazi's gecontroleerde tijdschriften. Na de oorlog grepen de architecten van het Functionalisme deze kans aan om Kropholler te laten veroordelen wegens collaboratie. Kropholler kon zijn carrière echter al snel weer voortzetten door samen te werken met andere architecten. De voltooiing van een van zijn grootste ontwerpen, voor de abdij van Egmond, werd echter verhinderd. Hoewel hij tot op hoge leeftijd werkzaam bleef, was zijn glorietijd voorbij.
[bewerk] Belangrijke werken
- 1914 - 1915 kerk van O.L. Vrouw van Goede Raad, Beverwijk
- 1919 - 1921 St. Paschalis Baylonkerk, Den Haag
- 1924 - 1928 Linnaeushof, Amsterdam (complex met kerk, school en woningen)
- 1928 - 1930 St. Antonius-Abtkerk, Rotterdam (gesloopt)
- 1929 - 1931 Hooge Huys, Alkmaar
- 1931 - 1932 Raadhuis, Waalwijk (eerste gebouw van een complex rond het Raadhuisplein)
- 1935 - 1936 St.Petruskerk, Leiden (met omliggende huizen)
- 1933 - 1936 Van Abbemuseum, Eindhoven
- 1938 Raadhuis, Wateringen
- 1938 Raadhuis, Heesch (nu Gemeente Bernheze)