Astarte
Van Wikipedia
Astarte (van het Grieks Αστάρτη (Astártē)) was een Fenicische godin met algemene bekendheid in de noordwestelijke Semitische streken, beschermgodin van Side, en als "Maagd van de Zee" ook van de zeelieden, waardoor haar cultus wijd verbreid was. De eerste betekenis van haar naam was Baarmoeder. Zij is dan ook oorspronkelijk een vruchtbaarheidsgodin of Moedergodin, wat verder tot uiting komt in het epitheton "Moeder der Hemelen".
Inhoud |
[bewerk] Herkomst en andere namen
Qua naam, afkomst en functies is Astarte verwant aan de godin Ishtar uit de Mesopotamische teksten.
Andere namen of naamswijzigingen zijn ‘Ashtart, in het Hebreeuws of Fenicisch עשתרת (getranslitereerd Ashtoreth), Ugaritisch ‘ṯtrt (ook ‘Aṯtart of ‘Athtart, getranslitereerd Atirat), en Akkadisch dAs-tar-tú (ook Astartu).
[bewerk] Functies en associaties
Astarte is nauw verbonden met de thema's vruchtbaarheid, seksualiteit en oorlog. Haar symbolische attributen waren de leeuw(in), het paard, de sfinx, de duif en de ster in een cirkel ter aanduiding van de planeet Venus. Op afbeeldingen komt ze vaak naakt voor.
Donald Harden bespreekt in The Phoenicians een beeldje van Astarte uit Tutugi (Galera) nabij Granada in Spanje uit de 7e of 6e eeuw v. Chr. waar Astarte op een troon geflankeerd door sfinksen zit met een kom onder haar borsten, die doorboord zijn. Een holte in het beeld zou met melk zijn gevuld via het hoofd en door lichte opwarming zou de was die de openingen in de borsten afdekte zijn gesmolten, waardoor de melk dan uit de borsten stroomde bij wijze van een soort plengoffer.
[bewerk] Identificaties met Astarte:
- Astar: godin in Abessinië (huidige Etiopië).
- Athar: vruchtbaarheidsgodin in Zuid-Arabië.
- Ishtar: moedergodin van Mesopotamië.
- Inanna: Sumerische liefdesgodin van de natuur en de vruchtbaarheid.
Deze godinnen worden allen met de planeet Venus geassocieerd.
[bewerk] Astarte rond de Middellandse zee
Astarte is vergelijkbaar met de Griekse godin Hera (Romeins: Juno, als koningin der Goden en beschermster van moeders en het huwelijk), maar ook met de Griekse Aphrodite (Romeinse: Venus, als vruchtbaarheidsgodin en godin van het vrouwelijke).
De Grieken ontvingen haar uiteindelijk onder de naam Aphrodite. Belangrijkste cultuscentra waren Sidon waar ze een tempel deelde met Eshmun, Tyrus en Byblos. Munten uit Sidon tonen haar op een wagen in de vorm van een globe. Munten in Beiroet tonen haar samen met Poseidon en Eshmun.
Andere cultuscentra waren Cytherea, Malta en Eryx op Sicilië. Van deze laatste plaats raakte zij onder de Romeinen bekend als Venus Erycina.
Een tweetalige inscriptie op de Pyrgi tabletten van ca. de 5e eeuw v. Chr. die gevonden zijn nabij Caere in Etrurië stelt haar gelijk met Uni, dat wil zeggen Juno. Ook in Carthago werd zij vereerd naast de godin Tanit.
Ook de Syrische godin Atargatis (Semitisch voor ‘Atar‘atah) werd met Astarte gelijkgesteld.
[bewerk] Astarte in Ugarit
In Ugaritische teksten die in de Kanaänitische vergeten stad Ugarit zijn opgegraven verschijnt Astarte onder de naam ‘Athtart, maar heeft verder weinig betekenis. ‘Athtart en Anat weerhouden er tezamen Baäl van om een aanval op de andere goden te plegen. Astarte vraagt Baäl ook om Yamm, de zee, te verbrijzelen na zijn overwinning. Athtart wordt er “het aanzien van Ba’al" genoemd.
[bewerk] Astarte in Egypte
In Egypte verschijnt zij voor het eerst aan het begin van de 18e Dynastie, samen met andere godheden die door noordwestelijke Semitische volkeren werden vereerd. Dat gebeurde hier vooral in de hoedanigheid van oorlogsgodin, vaak samen met de godin ‘Anat. In de Wedstrijd tussen Horus en Seth lijken deze twee godinnen dochters van Ra en worden ten huwelijk geschonken aan de god Seth, hier met de Semitische naam Hadad aangegeven.
Astarte werd ook gelijkgesteld met de godin Sekhmet, maar blijkbaar nog vaker, zij het ten dele, met Isis te oordelen naar de talrijke beelden die men heeft gevonden waar Astarte een klein kind zoogt. Er staat een beeld uit de 6e eeuw v. Chr. in het museum van Caïro, dat men normaal zou beschrijven als Isis die haar zoon Horus op haar knie houdt, en dat in alle details de iconografie van de normale Egyptische canon volgt, maar de inscriptie luidt: "Gersaphon, zoon van Azor, zoon van Slrt, man van Lydda, voor zijn Vrouw, voor ‘Ashtart." (Zie G. Daressy, (1905) pl. LXI (CGC 39291)).
[bewerk] Astarte beschreven door Sanchuniathon
In het Fenicisch pantheon dat aan Sanchuniathon wordt toegeschreven komt Astarte voor als een dochter van Hemel en Aarde en zuster van de god El. Nadat El zijn vader Hemel omverwerpt en verbant, zendt Hemel zijn "Maagdelijke dochter" Astarte naar El als een soort list samen met haar zuster Asherah en de godin die later "Ba’alat Gebul" zal genoemd worden, de "Vrouwe van Byblos". Maar de list lijkt niet te werken want alle drie worden zij de echtgenotes van hun broer El. Astarte baart kinderen van hem die onder de Griekse namen de zeven Titaniden of Artemiden zullen verschijnen plus twee zonen Pothos "verlangen" en Eros “begeerte” of “aantrekkingskracht".
Later zien we Astarte en Hadad samen over de wereld heersen met El’s goedkeuring. Astarte zet een stierenkop op haar hoofd als teken van haar soevereiniteit. Terwijl ze door de wereld gaat neemt Astarte een ster op die van de hemel is gevallen en wijdt die aan Tyrus.
[bewerk] Ashtoret in Israël en Judea
Astarte, heet Ashtoret in het Hebreeuws. Zij werd oorspronkelijk als Moedergodin vereerd in Kanaän met een hoofdtempel in Aphaca. Het was de hoofdgodin van de Feniciërs, voor wie zij het regeneratievermogen van de natuur vertegenwoordigde, een maangodin, ook aangenomen als 'dochter van Ra' door de Egyptenaren. De Feniciërs hadden via hun scheepvaart de cultus wijd over het Middellandse zeegebied verbreid. Er bestonden tempels van Ashtoreth tot in Carthago en Eryx (Sicilië) en op diverse plaatsen in Cyprus. De 'heilige vrouwen' die de tempels beheerden werden qadishtu genoemd. Deze werden met de zogenaamde tempelprostitutie geassocieerd.
Ashtoreth, Astarte, Attoret, Anath zijn alternatieve namen voor dezelfde godin, die algemeen als de voornaamste godheid gold in Tyrus, Sidon, Ascalon, Beth Anath, Beth Shan (waar zij een belangrijke Filistijnse tempel had), Aphaca, Baälbec, Byblos en Ashtoreth Karnaim, in welke steden in Kanaän zij een tempel had in Bijbelse tijden. De Ashtoreth tempel in Kition is zoals vele andere tempels rond de Middellandse zee, waaronder ook die van Athene en Delphi op Myceense fundamenten gebouwd, hetgeen op een zeer oude traditie van Moedergodincultus wijst.
Bij hun verovering van Kanaän door de Hebreeën stuitten de mannelijke priesters van de stam Levi dan ook op een geduchte tegenstandster. De cultus was wijd en zijd verbreid en bovendien gefundeerd in een matriarchale samenlevingsvorm, waarbij de hoofdpriesteres van de tempel tegelijk de functie van koningin uitoefende, als heerseres over alle openbare landerijen en goederen en gelden, maar ook over de handelsbetrekkingen, de verdeling van zaaigoed en de taakverdeling voor ambtenaren, boeren, handwerklieden, vissers enz. Bovendien verleende zij, zoals dat ook in Sumerië, Babylon en Egypte oorspronkelijk het geval was, het koninklijk ambt, meestal op tijdelijke basis en met beperkte bevoegdheid.
De Levieten weigerden, om religieuze en wereldlijke redenen, Ashtoreth te erkennen en pleegden systematisch haar naam te vervormen of in één adem te noemen met die van haar gemaal (Baäl, wat in feite gewoon heerser betekent). Bij het opstellen van de Bijbelse teksten bouwden ze twijfel over haar sekse als vrouw in en verketterden de Godin tot een baarlijke duivel. Voor sommige auteurs zijn dit aanwijzingen van manipulatie van de Bijbelse geschiedenis en censuurpraktijken door de leiders van het Hebreeuwse volk. Bijbelgeleerden dateren Leviticus en Deuteronomium in 1.000 - 600 v. Chr. (alhoewel deze volgens de legende in de tijd van Mozes zouden zijn neergeschreven).
In de latere Joodse mythologie wordt "Ashtoreth”, als een (waarschijnlijk vrouwelijke) duivel van lust gezien in het Hebreeuws monotheïsme. Ook de naam Asherah kan met Ashtoreth worden verward, maar is waarschijnlijk een andere godin. In Egypte stond de Kanaänietische Ashtoreth van oudsher bekend als Asit (Ua Zit of Ay Sit, verwant aan Isis). In delen van Arabië werd zij Umm Attar (Moeder Attar) genoemd.
De Hebreeuwse "Masorah" (schriftnota’s als begeleiding bij het Hebreeuwse Oude Testament, samengesteld van de 7e tot de 10e eeuw na Chr.) geven een uitspraak als ‘Aštōret aan in plaats van het te verwachten ‘Ašteret. Dit zou de bedoeling hebben een kwalijke associatie met bōshet te bereiken (wat gruwel betekent), om daarmee de afkeuring over de godin nog meer te bekrachtigen. Naar een meervoudsvorm wordt ook verwezen met ‘Aštārōt. (Deze wordt als naam voor een demon aangewend, zoals ook Astaroth).
In de verjoodste Christelijke demonologie is Ashtoreth met vrijdag verbonden, maar eveneens gedemoniseerd. Ze wordt er voorgesteld als een jonge vrouw met koeienhoorns op het hoofd (en soms ook een koeienstaart). De hoorns zijn inderdaad impliciete verwijzingen naar oude attributen die bij de Moedergodincultus behoorden, namelijk als symbolen van vruchtbaarheid en liefde, zoals men die ook bij sommige Egyptische godinnenbeelden aantreft.
De cultus van Ashtoreth in het oude heiligdom van Aphaca kwam definitief ten einde ca. 310 na Chr. en werd in heel Kanaän onderdrukt, door een verordening van Keizer Constantijn de Grote die zich tot het Christendom had bekeerd.
[bewerk] Verdere associaties
Er is redelijke grond om aan te nemen dat de Griekse godin Aphrodite (vooral Aphrodite Erycina) slechts een andere naam is voor Astarte. Herodotus schreef dat de cultus van Aphrodite zijn oorsprong vond in Fenicië. Hij beschreef ook de grootste tempel ter wereld van Aphrodite die in een van de Fenicische steden was gelegen.
Verband met de planeet Venus is eveneens in overeenstemming met de Aphroditecultus, die blijkbaar van de Mesopotamische godin Ishtar stamt. Het offeren van duiven is daar ook mee verbonden.
In een Wiccalied tenslotte wordt Astarte’s naam als tweede in de rij geciteerd: "Isis, Astarte, Diana, Hecate, Demeter, Kali, Inanna."
[bewerk] Bibliografie
- Harden, Donald The Phoenicians (2nd ed., revised, London, Penguin 1980). ISBN 0-14-021375-9
- Daressy, G. Statues de divinités, (CGC 38001-39384), vol. II (Cairo, Imprimerie de l'Institut français d'archéologie orientale, 1905).
- Ergener, Reşit Antaloia land of Mother Goddess (1988), Hitit publication Ankara, ISBN 9757521027.
- Patai, Raphael The Hebrew Goddess (1967), derde editie (1990) Wayne State University Press, ISBN 0-8143-2271-9
- Robertson Smith Religion of the Semites (1894)
- Stone, Merlin Eens was God als Vrouw belichaamd (1979), Servire Katwijk, ISBN 9060775821
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
![]() |
Godheden en oerwezens in de Kanaänitische en Fenicische mythologie | {{{afb_rechts}}} | ![]() |
---|---|---|---|
Kanaän: Anat - Arsay - Asherah - Ashtoreth - Astaroth - Astarte - Athirat - Atirat - Baäl - Baälat - Dagan - Dagon - El - Keret - Kotharoth Fenicië: Adonis - Anat - Astarte - Hadad - Jam - Jamm - Jemshid - Kotar - Leviathan - Mot - Melqart - Reshef - Shachar en Shalim - Tanit - Yam |
![]() |
Godheden en oerwezens in de Hebreeuwse mythologie | {{{afb_rechts}}} | ![]() |
---|---|---|---|
Adam - Asherah - Ashtoreth - Avraham - Behemoth - Cherubijn - Duivel - El - Eva - Gabriel - Golem - Jehovah - Jibril - Leviathan - Lilith - Noah - Og - Satan - Serafijn - Shekhina Geschriften: Aggada - Apocrypha - Atrahasis-epos - Deuteronomium - Dode Zee rollen - Exodus - Genesis - Gilgamesj-epos - Leviticus - Numeri - Tenach - Zohar |