Bernardo Provenzano
Van Wikipedia
Bernardo Provenzano, bijnaam de tractor ("u tratturi" in de Italiaanse streektaal Siciliaans) (Corleone, 31 januari 1933) is een Italiaanse misdadiger.
Hij is een kopstuk van de Cosa Nostra, de Siciliaanse maffia. Provenzano nam in 1974 met Toto Riina de leiding van de Siciliaanse maffia op zich. Vanaf 1963 was hij op de vlucht voor politie en justitie.
Nadat Toto Riina de Siciliaanse maffia tot aan de rand van de afgrond had gebracht (mede door de juridische jacht op hem door rechter Giovanni Falcone) en nadat Riina in 1993 gearresteerd werd, nam Provenzano de complete macht over als "capo di tutti capi" (baas der bazen). Hij reorganiseerde de maffia en koos voor de zogenaamde onderdompeling van deze criminele organisatie. Tijdens deze onderdompeling liet de Maffia weinig meer van zich horen, dit in tegenstelling tot het bewind van Riina waarin de ene na de andere betekenisvolle Italiaan werd geliquideerd. Onder de nieuwe koers van Provenzano wist de Maffia weer op te groeien naar het punt waar zij een aantal jaren daarvoor was.
[bewerk] Arrestatie
Provenzano werd in 1987 bij verstek tot levenslang veroordeeld. De justitie kon hem echter nog niet in den lijve berechten omdat hij voortvluchtig was. Op 11 april 2006 werd Provenzano na ruim 42 jaar op 73-jarige leeftijd eindelijk opgepakt op een boerderij nabij Corleone op Sicilië. Provenzano was bezig met uien snijden toen een herder aanklopte en 50 politiemannen de schuur instormden van de boerderij waar Provenzano verbleef. Volgens een woordvoerder van de Italiaanse politie reageerde Provenzano verrast toen de politie voor zijn deur stond. Eerst wilde hij de deur direct weer dicht doen, maar meteen daarna berustte hij in het feit dat ze hem na zoveel jaar eindelijk te pakken hadden.
Provenzano ontkende bij zijn arrestatie zijn identiteit, maar na een DNA-onderzoek gaf hij toe dat hij wel degelijk Provenzano was.
Inmiddels is hij overgebracht naar een gevangenis in Terni in Umbrië, waar hij 24 uur per dag wordt bewaakt in een isoleercel. In diezelfde gevangenis zit ook Giovanni Riina, zoon van Toto Riina, de beruchte voorganger van Provenzano.
Provenzano kon zo lang uit handen blijven van de politie, omdat hij elke vorm van openbare communicatie, waardoor hij zou kunnen worden afgelegd, meed. Contacten met anderen onderhield hij slechts door middel van geschreven briefjes, welke door drie vertrouwelingen werden overgebracht. Die 'postbodes' waren een aangetrouwde neef van Provenzano Giuseppe Lo Bue, diens vader, en als derde een herder, Bernardo Riina. Deze drie zijn eveneens aangehouden. Door een afgetapt telefoontje tussen twee van zijn onderdanen over het hoe en wanneer brengen van de schone was voor hun baas, wist de politie achter de schuilplaats van Provenzano te komen.
[bewerk] Zie ook
- Cosa Nostra
- Maffia
- La Provenzano