Bezonken rood
Van Wikipedia
Bezonken rood is een roman van Jeroen Brouwers uit 1981. Brouwers schreef het boek nadat zijn moeder was overleden, met het doel zijn kampjaren te verwerken.
Hij bracht zijn kleuterjaren door in het Jappenkamp Tjideng. Hij zat samen met zijn moeder, oma en zusje in dat kamp. Zijn vader was daar niet omdat de mannen van de vrouwen en kinderen gescheiden werden. Zijn oma stierf in het kamp door ondervoeding en doordat ze afgeranseld werd. Alle vrouwen werden slecht behandeld, ze kregen lijfstraffen wat ze ook deden, zelfs als ze niets deden. Jeroen zelf heeft dit alles ervaren als iets afgrijselijks. Nadat hij zijn moeder naakt had gezien wilde hij eigenlijk niets meer met haar te maken hebben. Dit kwam omdat zijn moeder geen moeder meer kon zijn, zij zag er niet vrouwelijk meer uit.
Brouwers schrijft veel over zijn eigen verleden, zowel over Nederlands-Indië als over Vlaanderen waar hij lang heeft gewoond. Zijn boeken zijn daarom sterk autobiografisch. Bezonken rood is bijzonder omdat de herinneringen van een kleuter zo scherp worden beschreven.