Blokstelsel
Van Wikipedia
Met blokstelsel wordt een beveiliging van een spoorweg bedoeld waarbij de spoorlijn is ingedeeld in blokken. Bij dubbelspoor is een blok vaak zo'n 1 à 1,5 kilometer lang. Bij enkelspoor is een blok vaak even lang als de afstand tussen twee stations. Voor elk blok wordt bepaald of het door een trein bezet wordt of vrij is. De detectie van treinen gebeurt tegenwoordig met assentellers of spoorstroomlopen, maar vroeger werden baanwachters ingesteld om de treinen waar te nemen.
De status van het blok (bezet of vrij) wordt middels een lichtsein aan de machinist doorgegeven.
[bewerk] Automatisch blokstelsel
De meeste spoorlijnen zijn tegenwoordig uitgerust met een automatisch blokstelsel op de vrije baan. Als de trein door bijvoorbeeld een spoorstroomloop gedetecteerd wordt (blokbezetting), valt het sein dat toegang geeft tot het betreffende blok automatisch op rood. Omdat een trein een lange remweg heeft, gaat het sein van het vorige blok op geel, opdat de machinist de remming al eerder kan inzetten. Op deze manier houden de treinen voldoende afstand van elkaar.
Seinen van het automatisch blokstelsel zijn in Nederland te herkennen aan wit bord met daarop de letter 'P' onder de lichten. Men spreekt dan ook van 'P-seinen'. De 'P' is hier een afkorting voor 'Permissief'; in bepaalde situaties is het de machinist toegestaan langs een rood P-sein rijden.
[bewerk] Ter plaatse bediend relaisblokstelsel
Enkele enkelsporige lijnen in het noorden en oosten van het land zijn uitgerust met TPRB. Voor vertrek van zo'n station bedient de machinist met een kastje op het perron het blokstelsel, waarbij hij het betreffende blok blokkeert voor andere treinbewegingen, de rijrichting instelt voor de overwegen en tenslotte zijn eigen sein veilig zet. Het blok komt weer vrij als de trein in het volgende station wordt gedetecteerd.
[bewerk] Mechanisch Blokstelsel
Tot de invoering van het automatisch blokstelsel was het Mechanisch blokstelsel in dienst. De seinen aan de vrije baan werden bediend door blokwachters en de stationsblokken beveiligd door de treindienstleiders en ook onder dienst toezicht door Seinhuiswachters. Er waren op diverse baanvakken verschillende blokbeveiligingen in dienst. Op dubbelsporige baanvakken waren meestal beveiligd met blokstelsel-II en III en enkelsporige baanvakken vaak met Blokstelsel A en soms met C. Alle treinbewegingen moet ook administratief worden geregistreerd in een treinregister die door de treindienstleider moet worden ingevuld.
Blokstelsel-I
Blokstelsel I was een eenvoudige manier om een blok te beveiligen. Net als het Automatisch blokstelsel werd een blok beveiligd met een bloksein. Alleen werd die gekoppeld aan een blokventster op de blokkast op de blok post die werd bediend door een blokwachter of Seinhuiswachter. Een blokpost had dus bijna altijd 2 vensters op de kast een voor de ene richting en de andere voor de andere. Blokstelsel-1 kon zowel gebruikt worden voor enkel als voor dubbelspoor. Blokstelsel-I is een open blok. Dat betekend dat de blokvensters op de blokkasten altijd wit vertonen. Een blokwachter of seinhuiswachter kon dan als de vensters wit waren altijd een trein het blok in sturen en het bloksein uit de stand stop plaatsen. De wachter geeft eerst een aankondiginssien naar het eers volgende blokpost of station doormiddel van het drukken van de wekknop. zet het sein op veilig en de trein kan vertrekken. Op het station moet voor het veilig zetten van het sein eerst de juite rijweg worden ingesteld voordat het sein uit de stand stop gebracht kan worden. Bij een blokpost aan de vrije baan hoeft dit niet. Achter de trein wordt het sein weer in de stand stop gebracht en de trein door de wachter geblokt door boven het blokvenster de blokknop in te drukken en na het draaien aan de inductor slinger wordt het blokvenster rood. De wachter op de volgende post zet het sein uit de stand stop en een station stelt uiteraard eerst de juiste rijweg in. Bij binnenkomsten van het station of paseren van de blokpost word het sein weer in de stand stopgebracht en de trein weer geblokt waarbij het blokvenster van die post rood wordt en de blokvenster op de voorgaande post weer wit werd. Het probleem was dat bij binnenkomst van de laatste post het venster niet meer wit kan worden omdat er geen volgende post meer is die dat kan doen. Via een simulatie knop moest de laatste station zichzelf na het binnenblokken zich zelf vrij blokken. Het nadeel was dat er ook niet was waar te nemen op de blokkast of de trein zich nu juist in het blok bevind. Daarom werd blokstelsel-I vervangen door blokstelsel-II.
Blokstelsel-II
Ten opzichte van blokstelsel-I was blokstelsel-II een hele verbetering. Blokstelsel-II werd voornamelijk gebruikt op dubbelsporige trajecten. Op de vrije baan was het mogelijk te werken met tussen blokken om meerdere treinen in één richting achter elkaar te latern rijden. Met blokstelsel-II was het ook voor de eerst volgende post waar te nemen of er nu wel of geen trein zich in het blok bevind en onderweg is. Dit werd mogelijk gemaakt om een voorbijgangsvenster te plaatsen die gekoppeld werd met het blokvenster van de voorafgaande post. Op de blokkast bevonden zich op de blokposten dus 4 vensters. Op stations waar met meerdere seinposten werd gewerkt werden de vensters verdeeld. Een blokvenster en een voorbijgangsventer op het seinpost en de andere twee voor de andere richting op de andere seinpost van het station. Een voobijgangsvenster en een blokvenster voor de ene richting en voor de andere richting ook een voorbijgangsvenster en een blokvenster. De normale stand van de vensters waren wit. Blokstelsel-II was dus ook een open blok. De seinhuiswachter of treindienstleider gaf een aankondigingsein aan de eerst volgende blokpost met een wekker sein. Stelt daarna de rijweg in en zet het sein uit de stand stop. Nadat de trein het bloksein heeft gepasseerd wordt het sein terug geplaatst in de stand stop. De trein wordt door de wachter of treindienstleider geblokt door de blokknop boven het blokvenster ongeveer een paar tellen in te drukken en tergelijker tijd aan de reductorknop te draaien, waarbij het blokvenster van wit naar Rood veranderd. Terwijl de wachter of treindienstleider dat doet zal op de eers volgende blokpost het voorbijgansvenster van Wit naar Rood veranderen. De blokwachter kan dan de eerst volgende blokpost of Station wekken met aankondigingssein en haalt vervolgens het bloksein uit de stand stop. Nadat de trein het bloksein gepaseerd is zet de blokwachter het sein in de stand stop terug en zal de trein moeten blokken. Dit doet hij door de blokknop boven het voorbijgansvenster in een paar tellen te drukken en te draaien aan de reductorknop waabij de knop boven het blokvenster ook meegedrukt wordt. Het voorbijgangsvenster wordt dan weer wit en het blokvenster wordt daar dan Rood van kleur ook tergelijkertijd zal het blokvenster op de voorafgaande post veranderen in de rode kleur naar wit. Bij de eerst volgende blokpost zal dan weer het zelfde plaatsvinden waarbij het voorbijgangsvenster daar ter plaatse rood zal worden. Als de eerstvolgden blok een stations blok met stationsbeveiliging zal zijn dan zal daar op het seinhuis of op Post T op het station het voorbijgansvenster ook rood worden. Op een stationsbeveiliging zit boven het voorbijgansvenster een blokknopsper. Deze zorgt ervoor dat er niet ontblokt kan worden voordat de trein het inrijseinpaal voorbij is. Het voorbijgansvenster houdt het inrijsein niet vast, wel is er een koppeling namelijk: De mechanische blokknopsper die zort dat er niet ontblokt kan worden als het inrijsein voor de vorig trein niet minsterns eenmaal veilig heeft gestaan. Het voorbijgansvenster heef daartoe ee verlengde drukpen in de kast. Nadat de trein bij de voorafgaande post is geblokt zal op het seinhuis van het station of op Post T in het station het voorbijgansvenster veranderen in de rode kleur. Na de handelingen te hebben verricht die betrekking heeft op het binnen nemen van een trein kan het sein uit de stand stop worden gebracht. De trein zal er voor zorg dragen dat de bloksper vrij komt en de blokknop boven het voorbijgansvenster een paar tellen gedrukt kan worden en tergelijkertijd aan de reductor knop gedraait kan worden waardoor het voorbijgansvenster Wit word van kleur. Een eventueel blokvenster naar het eerst volgende blokpost of station zal niet net als op de vrije baan meegedrukt worden.
Blokstelsel-III
Bloksetelsel-III is een blokstelsel wat werd gebruikt op dubbelsporige baanvakken waarbij gebruik werd gemaakt van een of meerdere tussenblokposten. Bij blokstelsel-II was het mogelijk om direct in een openblok een trein te sturen en daarna de trein te blokken. Bij blokstelsel-III was dat niet mogelijk. De blokkasten op de tussenposten hadden 6 vensters Een Ontblokvenster, een voorbijgangsvenster en een blokvenster voor de ene richting en voor de tegengestelde richting uiteraard ook een blokvenster, Voorbijgangsvenster en een ontblokvenster. Een blokstation had 3 vensters. Een blokvenster voor een vertrekkende trein en een Voorbijgansvenster en een ontblokvenster voor een komende trein. Alle vensters op de posten hebben in de normale stand de rode kleur. Blokstelsel-III is een gesloten blokstelsel. Om een trein het blok in te sturen moet de seinhuiswachter of Treindienstleider het eerst volgende blokpost wekken. Hiermee vraagt deze toestemming om het blok vrij te maken. Als er geen trein in die richting in het blok bevind geeft de blokwachter op de eerstvolgende blokpost het blok vrij door boven het ontblokvenster de ontblokknop een paar tellen in te drukken en tergelijkertijd aan de reductorhandel te draaien waarbij bij op deze post het ontblokvenster en het voorbijgansvenster van rood naar wit veranderd en op het voorgaande station waar de trein klaar staat voor vertrek het blokvenster ook van rood naar Wit veranderd. De seinhuiswachter of Treindienstleider kan na het instellen van de stationsbeveiliging het sein uit de stand stopbrengen en de trein kan het blok binnen rijden. Nadat de trein is vertrokken in het blok is binnengerden wordt het sein teruggeplaatst in de stand stop en wordt de trein door de seinhuiswachter of treindienstleider geblokt door boven het blokvenster de blokknop een paar tellen in te drukken en tergelijkertijd aan de reductorhandel te draaien het blokvenster veranderd van de witte kleur weer in de rode kleur. Op de blokpost zal het witte Voorbijgansvenster veranderen van wit naar Rood, maar het ontblokvenster blijft wit. De blokwachter wekt de eerst volgende blokpost of seinhuis of post T van het Stationsblok. Hij bedient ook het ontblokknop ontblokvenster en de Voorbijgansvenster en Ontblokvenster zullen veranderen in van de rode kleur naar de witte kleur. Op de blokpost zal dan ook het blokvenster van rood naar wit wijzigen en kan de blokwachter het sein uit de stand stop brengen. Nadat de trein de post passeert zet de de blokwachter het sein terug in de stand stop en blokt de trein door de blokknop boven het blokvenster een paar tellen in te drukken en aan de reductorhandel te draaien waarbij het blokvenster en het ontblokvenster beide veranderen in de rode kleur en het voorbijgansvenster op het eerst volgende station of post in de rode kleur veranderd, alleen de ontblokvenster blijft wit. Op de blokpost staan de vensters weer in de normale stand. Als de trein het volgende station binnen rijdt wordt de trein geblokt door de blokknop boven het ontblokvenster en het voorbijgansvenster waarbij de vensters dan wijzigt in de rode kleur als de seinhuiswachter of treindienstleider aan de reductorhandel draait.
Blokstelsel-A
Blokstelsel-A is een blokstelsel die werd gebruikt op enkelsporige baanvakken zonder tussen blokposten. Van de ene naar het andere stations is dus één blok. Voor het bedienen van het blokstelsel waren de blokkasten voorzien van maar 3 vensters. Een Enkelspoorvenster, een Blokvenster en een Voorbijgangsvenser. In de normale stand toont het Enkelspoorvenster en het Voorbijgansvenster de Witte kleur en het blokvenster de rode kleur. Boven het voorbijgansvenster zat een blokknopsper. Net als het blokstelsel-III is blokstelsel-A een gesloten blok. Voordat een trein van het station A kon vertrekken moest de treindienstleider of Seinhuiswachter het volgende station B toestemming vragen een trein te mogen sturen met een aankoniginssein doormiddel van het drukken van de Wekknop. Station B maakt het blokvenster op station A vrij door de knop boven het enkelspoorvenster een paar tellen in te drukken en aan de redutorhandel te draaien. Het enkelspoorvenster veranderd van de witte kleur naar de rode kleur en op Station A veranderd het blokvenster van de Rode Kleur naar de Witte Kleur. Station A kan na handelingen te hebben verricht die betrekking heeft op de stationsbeveiliging het sein uit de stand stop brengen en kan de trein laten vertrekken. Nadat de trein is vertrokken wordt het sein op station A in de stand stop teruggebracht en wordt de trein geblokt. Dit door boven het blokvenster de knop een paar tellen in te drukken en aan de reductorhandel te draaien. De knop boven het enkelspoorvenster zal via een koppelin meegedrukt worden waarbij het Enkelspoor en het Blokvenser op station A in de Rode kleur veranderd. Op station B zal tergelijker tijd het Voorbijgansvenster van Wit naar Rood Veranderen. Nu kan station B de stationsbeveiliging instellen en vervolgens het sein uit de stand stop brengen. De trein zal de blokknopsper via detectie vrij maken en het sein kan terug in de stand stop en geblokt worden door boven het Voorbijgansvenster de knop een paar tellen in te drukken en aan de reductorhandel te draaien. Hierdoor zal het voorbijgansvenster maar ook het enkelspoorvenster beide van de Rode kleur in Wit veranderen en op Station A komt ook het Enkelspoorvenster Vrij waarbij het venster veranderd van de Rode naar de Witte Kleur.
Blokstelsel-C
Blokstelsel-C werd gebruikt op enkelsporige baanvakken waarbij het mogelijk was een tussen blok te plaatsen. Blokstelsel-C was openblok en de normale stand van de vensters op de blokkasten waren de witte kleuren. De stations hadden net als bij Blokstelsel-A met 3 venstersr op de blok kast. De tussen blok had 4 vensters op de blokkast die het zelfde vensters hadden als blokstelsel-II 2 voorbijgansvensters en 2 blokvensters alleen waren de vensters voor de tegengestelde richting voorzien van een blokkering als er een trein onderweg was zodat er in tegen gestelde richting geen trein kon vertrekken. Station A geeft blokpost B een aankodinginssein en brengt het sein uit de stand stop. Nadat de trein is vertrokken en zich in het blok bevind wordt het sein teruggebracht in de stand stop en wordt de trein door station A geblokt door boven het Enkelspoorvenster en blokvenster knop een paar tellen in te drukken en aan de reductor handel te draaien. Het Enkelspoorvenster en het Blokvenster veranderen van de witte kleur naar de Rode kleur. Tergelijkertijd veranderd het voorbijgansvenster op Blokpost B het voorbijgansvenster van de Witte kleur naar de rode kleur. Blokpost B geeft station C een aankondiginssein en zet het bloksein uit de stand stop. Nadat de trein het sein is gepaseerd zet de wachter op Blokpost B het sein terug in de stand stop en blokt de trein door boven het Voorbijngsvenster de knop een paar tellen in te drukken en het blokvenster zal veranderen van de witte kleur naar de Rode kleur en het Voorbijgansventer veranderd weer naar de Witte kleur. Tergelijker tijd veranderd op station C de Enkelspoorvenser en het Voorbijgansvenster van Wit naar Rood, en op station A komt het blokvenster ook weer vrij naar de Witte kleur en kan direct eventueel een tweede trein naar B sturen. Station C brengt het sein uit de stand stop en nadat de trein het station is binnengereden gaat het sein terug in de stand stop en wordt deze binnen geblokt. De treindienstleider of de seinhuiswachter op station C drukt boven het Voorbijgansvenster de Blokknop een paar tellen in nadat de sper door de trein is vrijgekomen en draait aan de reductorknop zodat het Enkelspoorvenster en het Voorbijgansvenser beide van Rood naar Wit veranderd en op blokpost B ook het Blokvenser weer van Rood naar Wit veranderd.