E-learning
Van Wikipedia
E-learning wordt geassocieerd met leeractiviteiten waarbij je interactief gebruik maakt van een computer die verbonden is met een computernetwerk. Een andere definitie van e-learning (in brede zin) is: elke leervorm die gebruik maakt van een computer netwerk voor distributie, communicatie over en weer en facilitering. E-learning begint net zoals de woorden e-mail, e-zine, e-business en e-commerce met een 'e'. Deze e duidt op een elektronische component: in dit geval duidt de 'e' op het gebruik van de elektronische snelweg (internet) en de bijbehorende technologie.
Een eenduidige definitie van e-learning is niet te geven, aangezien de opvattingen over e-learning verschillend zijn. Wel wordt e-learning vaak gezien als een goed middel om distance learning (of afstandsleren) mogelijk te maken. Dit komt door de eigenschappen van e-learning: het maakt plaats- en tijdonafhankelijk onderwijs mogelijk.
E-learning richt zich op:
- Het leerproces zelf, zowel individueel als in groepsverband;
- Het ontwikkelen en beheersen van leermateriaal en leerprocessen;
- Het organiseren van leeractiviteiten.
E-learning kan gebruikt worden op scholen (bijvoorbeeld bij Regionale Opleidings Centra, HBO-instellingen of Universiteiten) en binnen bedrijven, in het laatste geval spreekt men dan vaak van "corporate e-learning".
Inhoud |
[bewerk] Corporate e-learning
Coporate e-Learning programma's worden in ruime mate aangeboden. Zowel op het gebied van applicatie-leren (leren werken met softwarepakketten) als voor algemene managementvaardigheden. Learning portals zijn toegankelijk via internet voor individuele deelnemers met een specifieke leerbehoefte. Sommige Internationale ondernemingen hebben hun eigen Virtual Learning Centre (VLC) opgezet om zo het opleiden binnen de organisatie te versnellen. Zo´n VLC is een systeem dat bestaat uit diverse onderdelen die allemaal bedoeld zijn om het opleiden van medewerkers (via afstandsleren) mogelijk te maken. Er wordt hierbij gebruikgemaakt van Internet Based Training in combinatie met andere technische toepassingen (zoals computerconferencing) en databasetechnieken.
[bewerk] Andere e-learning begrippen
Begrippen die vaak worden geassocieerd of synoniem worden gesteld aan e-learning zijn:
- Elektronische leeromgevingen (ELO's).
- Computer Based Training (CBT), vroeger ook vaak Computer Ondersteund Onderwijs (COO) genoemd. Dit begrip duidt op educatief materiaal dat op een cd-rom bij een boek wordt geleverd of gedownload kan worden van een internet site. De interactieve component met een netwerk ontbreekt hier vaak.
- Webbased Learning, dit is leren waarbij gebruik wordt gemaakt van een webbrowser.
[bewerk] E-learning
Woorden- / begrippenlijst
Deze woordenlijst bevat een aantal veel voorkomende termen op het gebied van e-learning.
- Blended learning - De mix van leerinterventies, zoals e-learning en traditionele klassikaal leren, maar ook asynchrone e-learning met synchrone e-learning.
- BZL - Begeleid Zelfstandig Leren. BZL is een onderwijsvorm met gedeelde sturing van leerproces door leerling en leraar. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van e-learning.
- Computer-based training (CBT) - Een cursus of training waarbij het multimedia cursusmateriaal wordt aangeboden via een computer, meestal via een CD-ROM. De computer hoeft niet aangesloten te zijn op een netwerk en de cursus biedt meestal geen links naar bronnen buiten de cursus.
- Content - Letterlijk "inhoud". Brede verzamelnaam voor alle leerstof en andere inhoudsbronnen binnen een organisatie. Binnen e-learning wordt met content in het algemeen leerstof bedoeld.
- C-Learning - Als tegenhanger van e-learning wordt met c-learning het traditionele leren in een klaslokaal bedoeld. C-Learning staat dus voor classroom learning. (Zie ook m-learning)
- E-learning - De verzamelnaam voor het vormgeven van leersituaties (formeel en informeel) met behulp van de mogelijkheden van ICT (in het bijzonder internettechnologie). E-learning kan dus verschillende "verschijningsvormen" hebben.
- Elektronische Leeromgeving (ELO) - Een omgeving die e-learning ondersteunt. Aangezien e-learning verschillende "verschijningsvormen" kan hebben, kan elke ELO er anders uit zien. Meestal ondersteunt een ELO het leerproces en de administratieve/ondersteunende processen.
- Just-in-time - Dit is een term die vaak met logistiek wordt geassocieerd. In het kader van e-learning wordt deze gebruikt om aan te geven dat de lerende toegang heeft tot de informatie op het moment dat hij die nodig heeft. Dit in tegenstelling tot het principe just-in-case, het aanbieden van leerstof voor het geval dat de cursist die ooit nodig zou hebben.
- Leerportaal - Dit zijn websites die de lerende en de organisatie de mogelijkheid geven om op een eenvoudige wijze toegang te krijgen tot een gecategoriseerd overzicht van e-learning, veelal van verschillende aanbieders. Daarbij kan het gaan om nieuws, websites maar ook om trainingen of leerobjecten die via het Internet kunnen worden doorlopen. De inhoud wordt afgestemd op de bezoeker, op basis van diens persoonlijke profiel.
- LMS - Learning Management system. Een overkoepelend systeem dat instaat voor het berekenen van testresultaten, het opvolgen van de reeds gevolgde cursussen en het weergeven van deze informatie in een overzichtelijk geheel (vaak een webpagina).
- M-Learning - Voortbordurend op de term e-learning wordt met m-learning gedoeld op mobile learning, oftewel mobiel leren. Leren vindt plaats via draadloze apparaten zoals handcomputers (bijvoorbeeld de Palm of de iPAQ), tablet-PC's en mobiele telefoons. Leren wordt nog meer plaats onafhankelijk.
- Online community - Dit zijn ontmoetingsplaatsen op het Internet waar bezoekers met bijvoorbeeld gelijke interesses of werkzaamheden elkaar opzoeken. In de context van e-learning is deze ontmoetingsplaats zodanig ingericht dat de lerenden in contact kunnen komen met anderen en samen kunnen leren en kennis delen. De online community faciliteert in deze behoeften. De inhoud in de community wordt veelal door de leden bepaald, in dit geval de lerende.
- Portfolio - Het begrip portfolio verwijst naar instrumenten die gemeenschappelijk hebben dat ze de unieke ontwikkeling van de lerende of het resultaat van die ontwikkeling zichtbaar maken. Hoe dat gebeurt, kan verschillen (afhankelijk van het doel dat een organisatie met het portfolio voor ogen heeft). Portfolio's bevatten vaak drie onderdelen. In de eerste plaats overzichten waarin de lerende duidelijk maakt in welke context hij waaraan heeft gewerkt, welke opleidingen hij waar en wanneer heeft gevolgd, over welke vaardigheden hij beschikt en in welke mate hij zichzelf als competent beschouwt. Op de tweede plaats bevat een portfolio meestal materiaal waarmee de lerende bewijst dat hij competent is. Voorbeelden zijn evaluaties door anderen, of video-opnamen van het eigen handelen. Op de derde (en laatste) plaats bevat een portfolio meestal ook reflecties van lerenden. De lerende analyseert zijn eigen bekwaamheden ten opzichte van een bepaald profiel waaraan de lerende wil voldoen.
- Self assessment - Het proces waarmee de deelnemer zijn persoonlijke kennis- en/of vaardigheidsniveau kan bepalen, vaak in relatie tot een bepaald competentieprofiel. Binnen sommige leermanagementsystemen (zie LMS) krijgen deelnemers vervolgens automatisch een advies om een cursus of een leerobject te volgen, op het moment dat er sprake is van een kloof tussen de huidige competenties en de benodigde competenties.
- Social software - Dit zijn applicaties waar mensen via Internet elkaar kunnen "ontmoeten", met elkaar kunnen communiceren en samenwerken. Social software wordt steeds vaker ingezet voor leerdoeleinden.
- Virtual classroom - Vrij vertaald betekent dit een virtueel klaslokaal. Oftewel het verzorgen van een les via het Internet. Het is een vorm van synchrone e-learning, synchroon omdat de docent(en) en de cursisten op hetzelfde tijdstip online zijn, ieder achter zijn/haar eigen PC. De virtuele klas kan dus bestaan uit deelnemers die verspreid over de hele wereld aan de cursus deelnemen. Er is specifieke software beschikbaar die virtuele klassen ondersteunt / mogelijk maakt.
- Weblog - Een weblog kun je omschrijven als een soort logboek op Internet waar een auteur (of meerdere auteurs) schrijft over wat hem of haar bezighoudt. Vaak gaat dat om een bepaald onderwerp (zoals ICT in het onderwijs), maar een weblog kan ook over verschillende onderwerpen gaan. Een weblog is meestal vrij toegankelijk, maar kan ook beveiligd zijn met een wachtwoord. Bezoekers van een weblog kunnen dikwijls ook reageren op berichten van de "blogger" (de auteur van de weblog). Docenten/opleiders kunnen weblogs gebruiken om informatie aan studenten/cursisten te verstrekken en om discussie over onderwerpen te stimuleren. Ook kunnen studenten/cursisten als opdracht een weblog bijhouden.
- Wiki - De term Wiki is afkomstig uit Hawaï en betekent "snel". Het is een Internettoepassing waarmee een groep mensen samen kunnen werken aan Internetpagina's. De inhoud wordt onmiddellijk gepubliceerd, zonder dat een redactie dit nog moet accepteren. Een Wiki kan worden gebruikt om samen teksten te schrijven.
[bewerk] Externe links
Nederlandstalig:
- www.digitaalonderwijs.nl
- www.cursusnetwerk.nl
- www.e-learning.nl
- www.e-learningplaza.nl
- e-learning europa
Engelstalig: