Van Wikipedia
E-mail (ook wel: email, e-post, elektronische post of netpost) is het versturen van digitale boodschappen via onder andere internet. De eerste e-mail over een computernetwerk werd in 1971 door Ray Tomlinson verzonden. Rond 1995 werd het populair bij het grote publiek, samen met het wereldwijde web.
E-mail wordt vaak gebruikt voor korte, informele berichten. In tegenstelling tot een brief op papier wordt het bij e-mail geaccepteerd om korte en compacte zinnen te gebruiken. Door het meesturen van bijlagen (attachments, mogelijk sinds de Multipurpose Internet Mail Extensies, MIME, zijn ingevoerd) is het ook mogelijk om inhoud in een andere vorm dan tekst te versturen.
Recentelijk heeft communicatie per e-mail dezelfde wettelijke status gekregen als die per brief. De mailtjes moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen. De authenticiteit moet zijn gewaarborgd, er moet zekerheid bestaan over de afzender, en er moet niet achteraf aan kunnen worden geknoeid. De zogenaamde "elektronische handtekening" biedt hier uitkomst. De voordelen van een dergelijk gebruik van e-mail ten opzichte van andere vormen van communicatie zijn:
- Snellere communicatie;
- Sneller tot een contract kunnen komen;
- Besparing van (verzend)kosten;
- Men hoeft niet meer in persoon bij de ander langs.
E-mail waaraan de ontvanger weinig waarde toeschrijft wordt junkmail genoemd. Een vorm van junkmail is spam, e-mail die ongevraagd aan een groot aantal ontvangers wordt verstuurd. Een e-zine is een tijdschrift dat via e-mail wordt verzonden. Een variant hierop is de e-mailnieuwsbrief.
Voorgangers van e-mail zijn de brief, het telegram, de telex en de telefax. Wellicht wordt e-mail op termijn opgevolgd door mobiele communicatie, zoals de SMS. In de context van e-mail wordt de veel tragere briefpost vaak snail mail genoemd.
E-mail is tegenwoordig vooral alleen toegankelijk via het Internet-netwerk, maar e-mail kan ook buiten het Internet-netwerk om toegankelijk zijn omdat de oorspronkelijke e-mail niet netwerk afhankelijk is.
Inhoud |
[bewerk] Etymologie
De Engelse term mail is afgeleid van het woord voor reistas (1205), verwant met oud-Frans male (beurs), < Frankisch *malha, Indoeuropees *molko- "huis, tas". Via de brieventas heeft het begrip zich ontwikkeld tot de drager van de poststukken (1654) en uiteindelijk tot het bericht zelf.
[bewerk] Routering en infrastructuur
Over het algemeen wordt een e-mail niet direct naar de ontvanger gestuurd, maar verloopt de verzending via een of meer tussenschakels. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een aantal andere internetdiensten, met name DNS. Een e-mailgebruiker gebruikt een bepaald e-mailaccount, bijvoorbeeld bij een Internet Service Provider of een andere aanbieder van e-maildiensten zoals Gmail, Yahoo! of Hotmail.
Aan een e-mailaccount is een e-mailadres gekoppeld. Dit adres is opgebouwd uit een aantal delen: een gebruikersnaam, het @-teken, server- of ISP-naam, en het top-level domain, bijvoorbeeld .nl.
Voorbeeld: jan.jansen@provider.nl
Hier is:
- "jan.jansen" de gebruikersnaam
- "provider" de domeinnaam (kan de ISP-naam zijn)
- ".nl" de top-level-domain aanduiding
De gebruiker schrijft de e-mail met behulp van een e-mailclient. Dit programma verstuurt de e-mail vervolgens naar de mailserver waarop het mailaccount bekend is. Als de e-mail gericht is aan een e-mailadres dat niet door deze mailserver wordt beheerd, wordt via DNS het adres van een mailserver gezocht die dat wel doet. De mailserver zal de e-mail dan doorsturen naar deze mailserver. Deze stap kan meerdere malen worden uitgevoerd. Vaak voorkomende begrippen in e-mailprogramma's zijn 'CC' en 'BCC', die meestal onder het vak van de geadreseerde staat bij het schrijven van een e-mail. Deze termen staan voor 'Carbon Copy' respectievelijk 'Blind Carbon Copy'. Dit wil zeggen dat er een kopie van de e-mail aan een andere persoon wordt gestuurd. Bij BCC wordt deze kopie verstuurd zonder dat de originele ontvanger dit kan zien bij de geadresseerden.
[bewerk] Misbruik van e-mail
Door de vatbaarheid van met name de e-mailclient Outlook Express is de verspreiding van virussen en wormen via e-mail een zeer groot probleem geworden. Voordat e-mail op grote schaal gebruikt werd, werden virussen vooral verspreid via diskettes.
Ook het versturen van grote hoeveelheden spam is een groot probleem. De hoeveelheid spam die verstuurd wordt is dermate groot dat de hoeveelheid e-mails met virussen, wormen of spam groter is dan de hoeveelheid reguliere e-mails.
Een andere vorm van misbruik wordt phishing genoemd. Bij phishing wordt onder valse voorwendselen een ongevraagde e-mail verstuurd, waarbij de ontvanger gevraagd wordt om bepaalde informatie, zoals een wachtwoord of een pincode. Meestal is phishing gericht op het verkrijgen van informatie met betrekking tot credit cards of elektronisch bankieren.
[bewerk] Zie ook
- IMAP, het Internet Message Access Protocol gebruikt om e-mail te ontvangen.
- POP3, het Post Office Protocol gebruikt om e-mail te ontvangen.
- SMTP, het Simple Mail Transfer Protocol gebruikt om e-mail te versturen.
- Gmail, Gmail Gratis service van google om e-mailberichten te ontvangen en te verzenden.