Fagocytose
Van Wikipedia
Fagocytose is het proces waarbij het membraan van een cel vaste deeltjes, zoals andere cellen, omsluit en zo een holte, genaamd fagosoom binnen de cel vormt waarin de omsloten deeltjes buiten het cytoplasma veilig opgeslagen worden. Door secretie van proteases naar het fagosoom kunnen eiwitten worden afgebroken zodat de onderdelen door de cel kunnen worden hergebruikt.
Voorbeelden van fagocytose zijn:
- witte bloedcellen omsluiten bacteriën, schimmels en andere indringers om ze buiten gevecht te stellen en vervolgens af te breken.
- contractiele vezelcellen fagocyteren algen om aan voeding te komen.
- amoeben fagocyteren om aan voeding te komen.
De grootste groep fagocyten zijn de macrofagen die uit witte bloedcellen ontstaan genaamd monocyten. Vrije macrofagen ‘wandelen’door de weefsel ruimtes van de organen zoals de longen Cellen zoals Kupffer cellen zijn permanente bewoners van de verschillende organen.
Neutrofielen zijn de meest overvloedige witte bloedcellen en fagocyteren wanneer ze infectueus materiaal tegen komen in de weefsels. Eosinofielen zijn zwak fagocytisch maar spelen een grote rol bij het opruimen van parasieten. Mestcellen kunnen ook een groot deel van de bacteriën vernietigen, maar worden met name in verband gebracht met allergie.
Opsonisatie is het proces waarbij micro-organismen worden gecoat met serum componenten zoals antilichamen etc
Fagocytose verloopt in een aantal stappen namelijk:
- Chemotaxis en adherentie van microben aan het fagocyt
- Opname van de microbe door het fagocyt
- Formatie van het fagosoom
- Fusie van het fagosoom met een lysosoom om zo een fagolysosoom te vormen
- Vertering van de opgenomen microbe door enzymen
- Formatie van het overblijvend lichaam wat onverteerbaar materiaal bevat
- Lozen van afval materiaal
Het opnemen van vloeistoffen wordt pinocytose genoemd.
Een andere gangbare naam voor fagocytose en pinocytose is endocytose dat beide processen omvat.