Bacterie
Van Wikipedia
Bacteriën | |
---|---|
Bacillus subtilis |
|
Taxonomische indeling | |
|
|
Domein | |
Bacteria |
Levensvormen worden traditioneel ingedeeld in twee groepen: de prokaryoten, die de eubacteriën, cyanobacteriën (blauwalgen of blauwwieren) en archebacteriën) omvatten, en de eukaryoten. Traditioneel wordt de term bacterie gebruikt voor eubacteria maar soms worden ook de archebacteria ermee aangeduid.
Een bacterie is een relatief eenvoudig eencellig organisme zonder celkern, een prokaryoot. Het DNA van bacteriën bestaat meestal uit een enkel ringvormig plasmide, vaak vergezeld van één of meerdere chromosomen die aanvullende genetische informatie bevatten. Bacteriën kunnen onderling plasmiden uitwisselen.
Bacteriën zijn overal. Veruit de meeste bacteriën die overal om ons heen leven zijn niet schadelijk. Veel bacteriën doen bijzonder nuttig werk, bijvoorbeeld in onze darmen. Ook worden ze ingezet in de industrie om bijvoorbeeld bepaalde soorten afval af te breken of om medicijnen te maken. Mycoplasma en Fytoplasma zijn bijzondere bacteriën zonder celwand.
Inhoud |
[bewerk] Morfologie
De grootte van een bacteriecel varieert van 0,0001 tot 0,02 mm, het meest voorkomende gemiddelde is 0,001 mm. Bacteriën zijn daarom de kleinste organismen die nog met een lichtmicroscoop waarneembaar zijn. De vorm van de bacteriën wordt gebruikt voor de systematische indeling, zonder dat daardoor tegelijk ook relaties in verwantschap worden aangegeven. Op basis van vorm en ligging kan men al veel bacteriën van elkaar onderscheiden. Zo onderscheidt men coccen, die bolvormig zijn, staven, die een grote variatie in lengte, doorsnede en vorm kunnen hebben en spiraalvormige micro-organismen, die een kurkentrekkerstructuur of kommavorm hebben. De manier waarop de cellen t.o.v. elkaar liggen kan ook verschillen, doordat na de deling de cellen vaak op karakteristieke wijze bij elkaar blijven liggen. Zo kunnen coccen los liggen, maar ook in ketens (bv. streptokokken) of in groepjes (druiventros (Gr. stafylos)-vorm bij stafylokokken).
1. Eubacteriën zijn eencelligen, onvertakte bacteriën, die de grootste groep vormen en onderverdeeld zijn in:
- coccen (bolvormige bacteriën), rond van vorm, bijvoorbeeld Streptococcus, Sarcina.
- bacillen: (staafvormig), bijvoorbeeld nitraatbacterie, pestbacterie.
- vibrionen (kommabacillen), gebogen staafjes in de vorm van een deel van een spiraal, bijvoorbeeld Vibrio cholerae.
- spirillen (spiraalbacteriën), spiraalvormige gewonden staafjes.
2. Draadbacteriën: verbonden tot draadvormige celgroepen, waarin de afzonderlijke bacteriën door een schede worden samengehouden, bijvoorbeeld ijzerbacteriën.
3. Straalzwammen, (Actinomyceten) vormen uit staafvormige onbeweeglijke cellen meestal straalvormige vertakkingen van zeer dunne lange draden.
4. L-vorm: deze bacteriën zijn niet (meer) in staat een deel van de celwand in voldoende mate te synthetiseren en missen hierdoor gedeeltelijk of compleet de celwand, bijvoorbeeld mycoplasma.
[bewerk] Kleurmethoden
Ook kan onderscheid worden gemaakt aan de hand van bepaalde kleurmethoden zoals de Gram-kleuring. Hierbij worden bacteriesoorten onderscheiden die wel (Gram-positief) of niet (Gram-negatief) reageren op de kleurmethode.
Een andere kleurmethode is bv. de Ziehl-Neelsen-kleuring
[bewerk] Structuur
Het cytoplasma wordt omgeven door een cytoplasmamembraan. Hier omheen zit een celwand. Veel bacteriën kunnen om de celwand nog een kapsel of een slijmlaag of celenvelop hebben. Bacteriën kunnen verder uitsteeksels hebben aan de buitenkant in de vorm van flagellen en / of pilli (fimbriën).
[bewerk] Fysiologie
Bacteriën kunnen verschillende eisen stellen aan de omgeving om er te kunnen groeien. Voldoet de omgeving hier niet aan dan zullen bepaalde bacteriën zich niet vestigen of niet groeien. Omgekeerd kunnen gunstige omgevingsfactoren de groei en vermenigvuldiging weer stimuleren.
- Temperatuur
- Naar gevoeligheid voor temperatuur zijn er drie groepen bacteriën te onderscheiden:
-
- psychrofiele bacteriën met een temperatuurbereik van 5° tot 30° Celsius. Deze bacteriën geven problemen bij opslag van voedsel in de koelkast omdat ze bij relatief lage temperaturen nog groeien.
- mesofiele bacteriën groeien optimaal tussen 15° en 50° Celsius. De meeste bacteriën behoren tot deze groep en zo ook de meeste voor de mens pathogene bacteriën die een optimum temperatuur van 35° tot 40° Celsius hebben.
- thermofiele bacteriën waarvan de optimum temperatuur tussen de 50 en 60° Celsius ligt. In hete bronnen worden bacteriën gevonden die kunnen groeien bij temperaturen tot 90°C.
- pH
- Voor wat betreft de gevoeligheid voor de zuurgraad van de omgeving kunnen bacteriën ingedeeld worden als
- acidogeen is een micro-organisme dat uit voedselbronnen zuur kan vormen, wat de pH dan doet dalen.
- acidofiel is een micro-organisme dat nog goed kan groeien bij een lage pH.
- De meeste bacteriën groeien bij een neutrale pH van 7 en kunnen over het algemeen een pH bereik van 5 tot 8 tolereren.
- Osmotische druk
- De Osmotische druk wordt bepaald door de zoutconcentratie in de omgeving waarbij de meeste bacteriën bij zeer uiteenlopende zoutconcentraties groeien.
- Zuurstofspanning
- Naar hun gevoeligheid voor Zuurstofspanning worden bacteriën in vier groepen onderverdeeld:
[bewerk] Ziekteverwekkers
Vele soorten bacteriën zijn normaal in of op het menselijk lichaam aanwezig; sommige zijn nooit problematisch, sommige zijn zelfs nuttig, andere kunnen bij ernstige verzwakking of onder speciale omstandigheden wel eens tot ziekteverschijnselen aanleiding geven, weer andere doen dat geregeld. Daarnaast zijn er veel bacteriën die normaal niet in of op de mens voorkomen en bij contact vaak of altijd tot ziekteverschijnselen leiden.
Tegen ziekten die door bacteriën worden veroorzaakt kunnen meestal antibiotica worden gebruikt.
Voorbeelden van deze bacteriën of ziekten zijn:
[bewerk] Plantenziekten
Bacteriën kunnen ook plantenziekten veroorzaken. Bestrijding is eigenlijk niet mogelijk omdat antibiotica niet voorhanden zijn. De ziekten zijn vrij besmettelijk. Hygiënisch werken is de manier om verspreiding te voorkomen. Voorbeelden zijn:
- bacterievuur
- watermerkziekte
- vetvlekkenziekte (boon)
- bacteriekanker (Pseudomonas syringae) van pruim, perzik en kers
- geelziek (hyacint)
Andere bacteriën leven in symbiose met planten, zoals de Rhizobium bacterie die stikstofbindende wortelknolletjes vormt op vlinderbloemigen.
[bewerk] Overzicht indelingen van de levende wezens
Linnaeus 1735 2 rijken |
Haeckel 1866 3 rijken |
Chatton 1937 2 domeinen |
Copeland 1956 4 rijken |
Whittaker 1969 5 rijken |
Woese e.a. 1977 6 rijken |
Woese e.a. 1990 3 domeinen |
(niet behandeld) | Protista | Prokaryota | Monera | Monera | Eubacteria | Bacteria |
Archaebacteria | Archaea | |||||
Eukaryota | Protoctista | Protista | Protista | Eukarya | ||
Vegetabilia | Plantae | Fungi | Fungi | |||
Plantae | Plantae | Plantae | ||||
Animalia | Animalia | Animalia | Animalia | Animalia |
[bewerk] Externe links
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie bacteria van Wikimedia Commons. |