Flitser
Van Wikipedia
Een flitser is een apparaat dat een korte, felle lichtflits afgeeft om bij het maken van een foto bij weinig omgevingslicht toch een goede belichting van de film of beeldsensor te kunnen bereiken.
Een flitser kan een los apparaat zijn, maar in de meeste moderne camera's is ook een kleine flitser ingebouwd. Grote flitssystemen worden in fotostudio's gebruikt.
[bewerk] Geschiedenis
De flitser in de fotografie is oud: rond 1900 werd al magnesium-poeder ontstoken om foto's te belichten, eerst met een lontje, later met een elektrische ontsteker. Toen camera's voor een breder publiek beschikbaar kwamen werd de flitslamp uitgevonden. Hierin bevond zich een kleine gloeidraad en een kluwen fijn metaaldraad (meestal magnesium) in een omgeving waarin zich ook zuurstof bevond. De gloeidraad zorgt ervoor dat de magnesium in enige tientallen milliseconden met een grote flits geheel opbrandde. Een dikke kunststof coating voorkwam dat het lampje zelf explodeerde. Om het nadeel van éénmalig gebruik op te vangen zijn door de firma Kodak in hun Instamatic toestellen sinds 1965 flitslampjes in speciale houders met vier stuks (het flitsblokje) geplaatst. Na iedere foto draaide het flitsblokje een kwartslag. Later zijn tot wel tien flitslampjes in houders verwerkt waarin ze telkens wanneer er een foto werd gemaakt, één voor één afgingen. Dit werkte alleen met speciale camera's.
Het flitslampje is pas in de jaren '80 van de 20e eeuw verdrongen door de elektronenflitser, waarbij het licht wordt opgewekt door een korte ontlading van een spanning van enkele honderden volt over een speciale gasontladingslamp. Het voordeel van de elektronenflitser is dat deze vele malen herbruikt kan worden, waardoor de hogere aanschafprijs gerechtvaardigd wordt. Daarnaast heeft de elektronenflitser ook het voordeel dat de hoeveelheid licht geregeld kan worden, waarmee het eenvoudiger wordt om onder variërende omstandigheden goed belichtte flitsfoto's te maken.
[bewerk] Opmerkingen
Het maken van flitsfoto's met een kleine, in de camera ingebouwde flitser geeft niet altijd de mooiste foto's. Een paar verschijnselen die op kunnen treden zijn:
- de mensen op de foto krijgen felrode ogen (bij dieren soms felgroen):
- Het is zo donker dat de pupillen te wijd open staan, zodat het flitslicht reflecteert op het (met bloedvaten gevulde) netvlies. Remedie: gebruik een flitser met voorflits, waardoor de pupillen voor het maken van de eigenlijke foto wat vernauwen; Ook een flitser die niet vlak naast de opnamelens zit kan de rode ogen verminderen.
- de onderwerpen op de foto verliezen aan diepte door het ontbreken van schaduwen; alles lijkt plat te zijn als in een goedkoop toneeldecor:
- De flitser staat te dicht op de lens. Probeer indirect te flitsen of gebruik een losse flitser met verlengsnoer;
- alleen de voorgrond is goed belicht; de achtergrond is erg donker:
- De flitser heeft een te beperkt bereik. Gebruik een sterkere flitser (Richtgetal), of een extra flitser (dochterflits). Zorg, indien mogelijk, voor meer licht in de achtergrond door bijv. gordijnen te openen of een lamp in te schakelen.