Gedoogbeleid
Van Wikipedia
Gedoogbeleid, is gedogen in politieke zin, het bewust toestaan van gedragingen die in strijd zijn met de wet, ook wel: het min of meer achterwege laten van handhaving.
Het Nederlandse softdrugsbeleid staat in het teken van gedogen. Formeel is iedereen die in het bezit is van meer dan vijf gram hasj en marihuana strafbaar, maar de politie treedt niet op tegen de handel in softdrugs die plaatsvindt in coffeeshops.
Gedogen kan ook inhouden dat niet wordt opgetreden tegen bedrijven die niet over de juiste vergunning beschikken, of in strijd met die vergunning handelen, of tegen individuele burgers die door (hufterig) gedrag de veiligheid in het verkeer of de leefbaarheid in buurten of wijken aantasten.
Het gedogen kwam in een kwade reuk te staan na de vuurwerkramp in Enschede (mei 2000) en de cafébrand in Volendam (januari 2001). De politiek ging toen pleiten voor strenger toezicht. Er kwam ook een einde aan de korte internationale zegetocht van het woord "khedokhen", dat net als gezelligheid en Poldermodel iets typisch Nederlands schijnt te zijn.
Een kentering in het gedoogbeleid is soms te zien, bijvoorbeeld in het verbieden van roken en blowen in het openbaar. Zo werd in 2005 op het Mercatorplein in Amsterdam een blowverbodsbord opgehangen. Dit was het eerste bord van deze soort op de wereld. Aangezien het veelvuldig werd gestolen, besloot de gemeente Amsterdam dergelijke borden voor 90 euro te gaan verkopen.