Granada (rijk)
Van Wikipedia
Granada of het Koninkrijk Granada was een Moors koninkrijk dat van 713 tot 1492 het zuiden van het huidige Spanje besloeg. Het was in 711 veroverd op de West-Goten. De hoofdstad was het gelijknamige Granada. Voertaal was voor zowel joden als moslims het Arabisch.
Vanaf 1238 werd het geregeerd door de Nazari-dynastie of Nasriden en was een van de langstregerende moslimdynastieën in Al-Andalus. Deze dynastie liet in Granada het Alhambra bouwen.
In 1306 wist Mohammed III (regerend van 1302 tot 1309) Ceuta en Gibraltar te veroveren, maar dankzij interventie van Kastilië en haar bondgenoten werd Granada teruggedrongen tot in 1340 een overeenkomst werd bereikt tussen de Kastiliaanse koning Ferdinand III en de Nazarische sultan Ibn al-Ahmar, hierin werd Granada min of meer een vazalstaat van de koning van Kastilië. Moslims Granada vocht zo aan de Kastiliaanse zijde mee tegen andere rebellerende moslims.
Hoewel Granada redelijk eenvoudig in te nemen zou zijn geweest, hebben de christelijke vorsten daar waarschijnlijk lang vanaf gezien, vanwege de gunstige handel die via Granada met de moslimse wereld gedreven kon worden. Nadat Portugal een handelsroute had gevonden om goud uit Afrika te halen, verviel het nut van dit moslimse koninkrijk.
Na het huwelijk tussen Ferdinand II van Aragón en Isabella van Kastilië, ook bekend als de Katholieke Majesteiten, in 1469 werden plannen gesmeed om de moslims van het schiereiland te verdrijven. Granada werd na een maandenlang beleg op 2 januari 1492 ingenomen. Boabdil, de laatste moslim-vorst had godsdienstvrijheid voor zijn onderdanen gevraagd en toegezegd gekregen. Echter, het echtpaar liet, overtuigd van hun katholieke geloof, al na 4 maanden na het vertrek van de vorst beginnen met het vervolgen van joden. Niet veel later werden ook de moslims gedwongen zich te bekeren; de Arabische taal werd verboden, evenals kenmerkende kleding en ook de islam mocht niet meer beleden worden. Joden en moslims moesten katholieke namen nemen, hun identiteit verhullen en onder dwang, in beide geloven verboden, varkensvlees gaan eten.
Over het ontstaan van de naam Granada zijn verschillende theorieën. Het kan van de naam van een lokale fruitsoort granaatappel of pomegranate komen; deze komt ook in het wapen van de stad voor. Daarnaast kan het ook van de Moorse naam Karnattah komen, dat zoveel als "heuvel van de vreemdelingen" zou betekenen.
