Gysbert Japicxpriis
Van Wikipedia
De Gysbert Japicxpriis, genoemd naar de 17e-eeuwse dichter Gysbert Japiks, is een prijs voor oorspronkelijk Fries literair werk. De prijs wordt beschikbaar gesteld door Gedeputeerde Staten van Friesland. De winnaar wordt bepaald door Gedeputeerde Staten, die zich laat adviseren door een vakjury. De prijs bestaat uit een oorkonde en een bedrag van € 5.000. De prijs bestaat sinds 1947 en wordt om de drie jaar uitgereikt (tot 1953 elk jaar, tot 1983 om de twee jaar), afwisselend voor proza en poëzie.
[bewerk] 'Schandalen' rond de Gysbert Japicxspriis
- In 1950 stelde de vakjury voor om de prijs te verdelen tussen Ype Poortinga, als hoofdwinnaar, en Anne Wadman, als tweede winnaar. Gedeputeerde Staten besloten alleen Poortinga als winnaar aan te merken.
- In 1951 verscheen prijswinnaar Jan Dijkstra niet op de uitreiking.
- In 1953 kwam er grote maatschappelijke kritiek op de bekroning van het als onzedelijk beschouwde dichtwerk van dichteres Rixt.
- In 1959 weigerde Eeltsje Boates Folkertsma de prijs
- In 1961 stapte Marten Brouwer na onenigheid met de andere leden uit de vakjury.
- In 1969 droeg de vakjury het dichterscollectief 'Operaesje Fers' voor. Gedeputeerde Staten volgden dat advies niet en besloten de prijs dat jaar niet toe te kennen
- In 1975 verscheen winnaar Rink van der Velde niet op de uitreiking.
- In 1977 kon de vakjury niet tot een oordeel komen. Gedeputeerde Staten hebben toen zelfstandig Jan Wybenga als winnaar aangewezen.
- In 2003 kritiseerde Gedeputeerde Staten openlijk het advies van de vakjury om de prijs toe te kennen aan Willem Tjerkstra. Gedeputeerde Bertus Mulder was van mening dat Durk van der Ploeg de prijs had verdiend. Toch volgden Gedeputeerde Staten het advies van de vakjury om Tjerkstra de prijs toe te kennen.
[bewerk] Winnaars van de Gysbert Japicxpriis
1947 - Obe Postma: It sil bistean (dichtbundel).
1948 - Nyckle Haisma: Simmer (novelle).
1949 - Fedde Schurer: Simson (bibelsk drama).
1950 - Ype Poortinga: Elbrich (roman).
1951 - Sjoerd Spanninga: Spegelskrift/Núnders (dichtbundels).
1952 - Anne Wadman: Kritysk konfoai (essays).
1953 - Rixt: De gouden rider (dichtbundel).
1955 - Ulbe van Houten: De hillige histoarje (bijbelverhalen, De sûnde fan Haitze Holwerda (roman).
1957 - Douwe Tamminga: Balladen (dichtbundel).
1959 - Eeltsje Boates Folkertsma (geweigerd): Eachweiding (essays).
1961 - Marten Sikkema: gehele oeuvre.
1963 - Jo Smit: Bisten en boargers (verhalenbundel).
1965 - Jan Wybenga: Barakkekamp (dichtbundel).
1967 - Trinus Riemersma: Fabryk (roman).
1969 - niet toegekend
1971 - Paulus Akkerman: It roer út hannen (roman), Foar de lins/Dat sadwaende (essays).
1973 - Willem Abma: De âlde en de leave hear: as lead om âld izer (dichtbundel), Op libben en dea (dichtbundel), Mosken en goaden (dichtbundel).
1975 - Rink van der Velde: gehele oeuvre.
1977 - Jan Wybenga: Lyts Frysk deadeboek (dichtbundel).
1979 - Ypk fan der Fear: gehele oeuvre.
1981 - R.R.R. van der Leest: Kunst en fleanwurk (dichtbundel).
1983 - Sjoerd van der Schaaf: De bijekening (roman).
1986 - Tiny Mulder: gehele oeuvre.
1989 - Anne Wadman: gehele oeuvre.
1992 - Steven de Jong: De Wuttelhaven del (roman).
1995 - Trinus Riemersma: De reade bwarre (roman).
1998 - Piter Boersma: It libben sels (roman).
2001 - Tsjebbe Hettinga: Fan oer see en fierder (dichtbundel).
2003 - Willem Tjerkstra: Ridder fan Snits (roman).
2005 - Abe de Vries: In waarm wek altyd (poëzie).
Zie ook: Literatuurprijs