Herfsttijloos
Van Wikipedia
Herfsttijloos | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||
Colchicum autumnale L. (1753) |
Herfsttijloos (Colchicum autumnale) stamt oorspronkelijk uit West-Azië en het Middellandse Zeegebied, maar komt nu met uitzondering van het Noorden, in geheel Europa voor. Ze komt vooral voor in bossen, langs duinpaden en in vochtige weilanden. De soort is in het wild in Nederland zeldzaam en gaat verder achteruit: ze staat op de Nederlandse Rode lijst (planten) en is in Nederland ook wettelijk beschermd.
De Nederlandse naam zou slaan op het nog geen bladeren hebben bij de bloei. De plant is zeer giftig en mag dan ook niet door dieren gegeten worden. Het is een knolgewas dat veel op de krokus lijkt. De plant bloeit in de herfst, maar de bladeren en vruchten komen pas in het voorjaar te voorschijn. Het is een zogenaamde droogbloeier. Dat wil zeggen dat de bol geen water opneemt en geen wortels en bladeren vormt tijdens de bloei. De bloem heeft drie stijlen en zes meeldraden en onderscheidt zich op deze wijze van de krokus.
De gekweekte herfsttijloos is een Oosterse soort Colchicum byzantinum, die veel meer en grotere bloemen geeft.
Inhoud |
[bewerk] Gebruik
Gelieve de aanwijzingen bij medische lemma's in acht te nemen. |
In de volksgeneeskunst werd de plant gebruikt tegen geelzucht. In de middeleeuwen werd de plant gezien als een toverkruid. Het dragen van de knol zou bescherming bieden tegen tandpijn en de pest.[1]
[bewerk] Colchicine
De herfsttijloos bevat op basis van drooggewicht zowel in de knol als in de bloemen en zaden 0,3 tot 1,2 % colchicine, een zwaar vergif.
Colchicine, een alkaloïde, is een heel oud ontstekingsremmend middel dat goed tegen jicht werkt. De therapeutische breedte hiervan is echter maar klein (dat betekent dat er maar een klein verschil is tussen een werkzame en een giftige dosering). Ook werd de stof vroeger bij de behandeling van kanker gebruikt. Nu wordt alleen nog sporadisch de afgeleide stof democolcine hiervoor gebruikt.
In de plantenveredeling wordt colchicine gebruikt voor het verdubbelen van het aantal chromosomen. Op deze manier werden vooral in het verleden tetraploïde planten ontwikkeld. Bijvoorbeeld tetraploïd Engels raaigras Lolium perenne, dat gebruikt wordt voor de inzaai van weiland.
[bewerk] Fotogalerij
[bewerk] Referenties
- ↑ Hüsstege G. (1976). Zakflora voor bos en heide. Helmond/Antwerpen: Uitgeverij Helmond/Standaard Uitgeverij.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Colchicum autumnale op Wikimedia Commons. |