Housecarl

Van Wikipedia

Een housecarl was een huursoldaat, die in vaste dienst stond van de Engelse koning. Housecarls droegen een, tot kniehoogte en met een kap, zware maliënkolder, die zo'n 25 à 30 kg woog. Hun helmen hadden een licht gebogen punt met een neusplaat als bescherming. Alhoewel een behoorlijke slag op de neusplaat, een gebroken neus opleverde. Als wapen hadden ze de zware lange bijlen, die vanop de grond, tot hun borst reikten, net als de houthakkers. De Housecarls sloegen en zwaaiden met hun gevreesde bijlen menig helmen en schilden in tweeën. Ook de Normandische en Bretonse ruiterij moest hen vrezen, want de Housecarls sloegen hun paarden letterlijk onderuit. Uiteindelijk hielp het ook niet veel, want door de zware uitrusting en wapens geraakten ze toch moe, en moesten anderen hen vervangen in de strijd, zodat ze even op adempauze konden komen. Het gewone voetvolk was meestal minder beschermd, maar hadden meer bewegingsvrijheid, terwijl de geharnaste soldaten met hun maliënkolders, beter beschermd waren, maar sneller moe werden. Een geharnaste ridder die viel, of met zijn paard viel, was eigenlijk verloren en ten dode opgeschreven. Tenslotte was hij ook ingeriemd aan zijn zadel. Dat werd duidelijk tijdens de Gulden Sporenslag in 1302. Het Vlaamse voetvolk overwon de gevallen Franse ridders aan de Kouter te Kortrijk.