Ibrahim Rugova
Van Wikipedia
Ibrahim Rugova (Cerrcë, 2 december 1944 – Pristina, 21 januari 2006) was een Kosovaars-Albanees politicus. Hij was de president van Kosovo en de leider van zijn in die regio leidende politieke partij, de Democratische Liga van Kosovo (LDK).
Rugova viel op doordat hij altijd een zijden sjaal en een metalen bril droeg. De sjaal stond symbool voor de onderdrukking van Kosovo door Servië. Rugova liet weten de sjaal pas niet meer te dragen wanneer de bevolking van Kosovo vrij en onafhankelijk zou kunnen beslissen over de eigen toekomst.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
In 1992 werd Rugova tot president van Kosovo verkozen. Deze verkiezingen werden niet erkend door de toenmalige Joegoslavische regering. Rugova predikte een geweldloze strijd voor een onafhankelijk Kosovo voor de Albanese bevolking waaruit Kosovo voor het merendeel bestaat. Vóór zijn carrière als politicus was Rugova schrijver en uitgever.
In 1998 werd Rugova voor zijn vreedzame inspanningen onderscheiden met de Sacharov-prijs voor de vrijheid van meningsuiting. In 1989 richtte hij de LDK op. Hij genoot grote steun van de Albanese bevolking.
Tijdens de oorlog in 1999 vluchtte Rugova voor zes weken naar Italië. Bij die oorlog streed het Kosovaarse leger voor onafhankelijkheid van het land Servië dat toentertijd werd gedomineerd door Slobodan Milosevic. Deze oorlog werd uiteindelijk in datzelfde jaar gewonnen door de NAVO en na de bevrijding werd Kosovo bestuurd door de Verenigde Naties maar bleef staatsrechtelijk gezien een provincie van Servië.
[bewerk] President van Kosovo
Na de verkiezingsoverwinning van zijn LDK werd Raguva op 4 maart 2002 door het Kosovaarse parlement gekozen tot president van Kosovo, ditmaal wel door de rest van de wereld erkend. Op 15 maart 2005 ontsnapte Rugova aan de dood na een bomaanslag waarbij een bom ontplofte in een vuilnisbak die langs de weg stond waarlangs hij met zijn auto passeerde. Rugova bleef echter ongedeerd.
[bewerk] Dood
Rugova was een verwoed roker; in september 2005 werd bij hem longkanker geconstateerd en uiteindelijk overleed hij op 61-jarige leeftijd aan deze slopende ziekte. Zijn dood kwam vlak vóór het moment dat er een belangrijke beslissing zou worden genomen over de definitieve status van Kosovo. Rugova werd op 10 februari 2006 opgevolgd door zijn partijgenoot Fatmir Sejdiu. Hij werd herinnerd als de Gandhi van de Balkan, vanwege de ongewapende strijd die hij voerde tegen Servië.