Indische kapokboom
Van Wikipedia
Indische kapokboom | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Bombax ceiba L. (1753) |
De Indische kapokboom (Bombax ceiba) is een tot 40 m hoge boom met dikke takken die in tuinen vaak struikvormig wordt gehouden. Grote exemplaren hebben vaak een gezwollen stam en dikke plankwortels. De stam is bezet met dikke stekels. De bladeren vallen in droge tijden uit. Ze zijn langgesteeld, handvormig gedeeld met vijf tot zeven deelblaadjes. Het middelste deelblaadje is het grootst en tot 30 cm lang.
De helderrode bloemen verschijnen vaak al voordat het blad uitloopt. Ze zijn alleenstaand of staan met enkele bijeen. Ze zijn 7 – 15 cm groot en hebben een bekervormige kelk, vijf kroonbladeren en vele meeldraden. De vruchten zijn langwerpige doosvruchten die vijfkleppig opensplijten. Daarbij komt een witte, katoenachtige massa (kapok) te voorschijn waarin tot 8 mm grote zaden ingebed liggen.
De Indische kapokboom levert bijna de helft van alle kapok in de wereld. De kapokboom (Ceiba pentandra) heeft een betere kwaliteit, maar heeft een lagere opbrengst. Het hout van de plant wordt ook gebruikt. De meeldraden worden in Thaise gerechten verwerkt om deze rood te kleuren. De wortels werken urineafdrijvend en de hars is bloedstelpend.
De Indische kapokboom is inheems in het zuiden van India en op Sri Lanka. Hij wordt wereldwijd in tropische gebieden gekweekt.