Jodensavanne
Van Wikipedia
Jodensavanne is een voormalige woonplaats van sefardische Joden in Suriname, ongeveer 50 kilometer ten zuiden van Paramaribo. De plaats ligt in het district Para bij de Cassiporakreek, een zijrivier van de Surinamerivier, en wordt sinds 1832 niet meer bewoond.
Rond 1640 vestigden zich aan de Cassiporakreek de eerste Joden. Zij waren voor vervolging door de Inquisitie uit Spanje gevlucht en begonnen met de aanleg van suikerrietplantages. Rond 1650 kwam een tweede groep Joden, dit keer uit Engeland. Een derde groep, onder leiding van David Nassy, kwam uit Mauritsstad (Brazilië) naar Suriname. Ze waren aanvankelijk vanuit Spanje naar Nederlands Brazilië gevlucht en hadden daar samen met de Nederlanders plantages gesticht op uitnodiging van gouverneur Johan Maurits. Toen het Nederlandse gebied in Brazilië in 1654 door de Portugezen werd veroverd, ontvluchtte een groot deel van de joden het gebied. Sommigen vestigden zich te Cayenne (het huidige Frans-Guyana) en Guadeloupe, en anderen te Suriname. Mogelijk woonden zij aanvankelijk nabij Torarica. Toen de Fransen in 1664 Cayenne op de Nederlanders veroverden, vestigden ook de joden uit dat gebied zich in Suriname.
Op 17 augustus 1665 kreeg de Joodse gemeenschap in Suriname vrijheid van godsdienst en het recht een synagoge en een school te stichten. Abraham Crijnssen veroverde Suriname in 1667 op de Engelsen, maar liet de rechten van de joden ongemoeid. Na de Vrede van Breda in 1667 waarbij Suriname definitief Nederlands gebied werd, kregen de Joden in Suriname in 1669 officieel toestemming voor het stichten van een kolonie met een synagoge en een begraafplaats. De nieuwe kolonie, enkele kilometers van Cassipora, kreeg later de naam Jodensavanne. In 1685 werd hier een stenen synagoge gebouwd die de naam Berachah VeShalom ('Zegen en vrede') kreeg.
In de achttiende eeuw bereikte de bloei van de gemeenschap rond Jodensavanne een hoogtepunt. In 1832 werd Jodensavanne vrijwel geheel door brand verwoest. Het was toen al grotendeels verlaten; de inwoners waren naar Paramaribo getrokken.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd bij Jodensavanne een barakkenkamp gebouwd, Kamp Jodensavanne, dat in september 1942 in gebruik werd genomen. Hier werden 146 al dan niet vermeende aanhangers van de NSB en de nazi's geïnterneerd die afkomstig waren uit Nederlands-Indië.
Nadat in 1967 de TRIS het gebied had ontdaan van begroeiing, ontwikkelde architect Tjin A Djie in 1971 een plan voor het beheer van Jodensavanne. Op 11 oktober van dat jaar werd de Stichting Jodensavanne (SJS) opgericht. Twee jaar later (1973) werd het terrein schoongemaakt. De resten van de synagoge werden beschermd, en er werd een bezoekerscentrum gebouwd. Tijdens de Binnenlandse Oorlog kon het gebied echter niet worden beheerd omdat het in betwist gebied lag. De restanten verdwenen weer onder het oerwoud. In 1999 werd het gebied opnieuw schoongekapt.