Suikerriet
Van Wikipedia
Suikerriet | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||
Saccharum officinarum L. (1753) |
|||||||||||||||||||
Suikerriet (Saccharum officinarum) is de bron van rietsuiker en daarvan afgeleide producten. Het is een van de economisch meest belangrijke planten ter wereld, alhoewel niet meer zo belangrijk als vroeger.
Inhoud |
[bewerk] Plant
Suikerriet (Saccharum officinarum) behoort tot de grassenfamilie (Gramineae of Poaceae). Als bij andere cultuurgewassen gaat het hier niet om een natuurlijke soort, maar om een verzameling van (vele) kweekproducten. Deze zijn terug te voeren op de wilde soort Saccharum robustum (met al dan niet een invloed van Saccharum spontaneum). In het verleden zijn soms Saccharum barberi en Saccharum sinense als afzonderlijke soorten voorgesteld, maar deze namen gelden nu als synoniemen.
De planten worden meer dan manshoog en de stengels zijn na een jaar oogstrijp. De stengels kunnen 6 m lang en 5 cm dik in doorsnee worden. Tot de ontdekking van de bietsuiker was het sap uit suikerriet de enige bron voor suiker.
Tijdens de oogst wordt de plant vlak bij de grond afgehakt. Vers suikerriet wordt soms in kleine stukjes gekauwd, maar meestal wordt het geoogste suikerriet in een suikerfabriek verwerkt door het sap er uit te persen. Vervolgens wordt de suiker uitgekristalliseerd, waarna een dikke stroop achterblijft (melasse), die nog een deel van de suiker bevat. De melasse wordt gebruikt voor het maken van rum. De overblijvende stengelresten worden bagasse genoemd, en worden gebruikt als grondstof voor papier, brandstof, of veevoer.
[bewerk] Geschiedenis
Suikerriet kwam waarschijnlijk in Nieuw-Guinea en delen van Indonesië in het wild voor. De mensen kauwden daar op de stengels en dronken het zoete sap. Al in prehistorische tijden raakte het suikerriet bekend in India, waar men al lang voor het begin van onze jaartelling ontdekte dat men door het droogkoken van suikerrietsap een zoete, vaste stof kon bereiden die lang kon worden bewaard. Nearchos, een van de generaals van Alexander de Grote, leerde de suiker omstreeks 300 v. Chr. in India kennen en beschreef suikerriet als "een riet dat honing produceert zonder bijen".
De Arabieren brachten de kennis van de verbouw van suikerriet en de bereiding van suiker in de middeleeuwen over naar het Middellandse Zeegebied. De naam "suiker" in de verschillende Europese talen is, via het Arabisch, ontleend aan het Sanskriet woord "sjarkara".
In de 15e eeuw begonnen de Spanjaarden en Portugezen suiker te verbouwen op de kort tevoren gekoloniseerde Canarische eilanden en Madeira. Van daaruit werd de suikerteelt in de 16e en 17e eeuw overgebracht naar het Caribische gebied en Brazilië, waar het zware werk op de suikerrietplantages en in de "engenhos" (suikermolens) verricht werd door uit Afrika geïmporteerde slaven.
[bewerk] Nederlands-Indië
De VOC begon al vrij snel na de oprichting met handel in suiker. In die tijd werd de Europese handel grotendeels beheerst door suiker uit het Caraïbische gebied, en de Aziatische suiker was niet concurrerend. Poedersuiker bleek echter goed bruikbaar als ballast om de naar Japan zeilende VOC-schepen mee te trimmen, en bracht toch nog wat op. Aanvankelijk kwam deze suiker uit Bengalen, Formosa en Batavia. Na het verlies van Formosa werd Batavia steeds belangrijker. De suikermolens waren er grotendeels in handen van Chinezen. Na een grote moordpartij op de Chinezen rond Batavia in 1740 stortte de suikerindustrie vrijwel in. De bloeitijd kwam pas na de Napoleontische tijd, door de invoering van het Cultuurstelsel in 1830. Na 1870 werd de suikercultuur geleidelijk geprivatiseerd. Aan het eind van de 19e eeuw daalde de productie sterk als gevolg van plantenziekten. Er werd veel geld geïnvesteerd in plantkundig onderzoek en proefstations. In de 20e eeuw was Java lange tijd de op één na grootste suikerproducent ter wereld, na Cuba.
[bewerk] Nieuwe Wereld
Suikerriet werd ooit veel verbouwd in het Caraïbische gebied. Op sommige eilanden wordt het nog steeds verbouwd. Toen de West-Europese landen hier hun koloniën hadden, was suiker het belangrijkste product van de zogeheten driehoekshandel van grondstoffen uit de Nieuwe Wereld, Europese producenten, en Afrikaanse slaven. Frankrijk beschouwde de eilanden waar suikerriet werd verbouwd als dermate waardevol, dat het Canada aan het eind van de Zevenjarige Oorlog bij de Britten inruilde om de eilanden terug te krijgen. De Nederlanders dachten er net zo over, en hielden vast aan de op de Britten veroverde kolonie Suriname, in plaats van te proberen Nieuw-Nederland (New York) terug te krijgen.
In de 20ste eeuw produceerde Cuba rietsuiker tegen een door de Sovjet-Unie gegarandeerde prijs, en met een gegarandeerde afname. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie moest het grootste deel van de Cubaanse suikerindustrie worden gesloten. Suikerriet is nog steeds belangrijk voor de economie van Barbados, de Dominicaanse Republiek, Guadeloupe, Jamaica, Grenada en andere eilanden in het Caraïbische gebied, maar verwacht wordt dat deze industrie zal instorten op het moment dat de Europese voorkeursbehandeling in 2008 afloopt.
[bewerk] Nu
Suikerriet wordt in meer dan 100 landen verbouwd. Wereldwijd gaat het om zo'n 130.000 km². De twintig belangrijkste producenten oogstten in 2003 1220, 2004 1206 en in 2005 1169 miljoen ton, dat is meer dan zes keer de hoeveelheid suikerbieten. De grootste producenten zijn Brazilië, India, en China.
Brazilië is een van de grootste producenten van suikerriet ter wereld. Het suikerriet wordt zowel voor de suikerproductie gebruikt als om er alcohol uit te winnen voor het produceren van een mengsel van benzine en alcohol. Ook kan er biodiesel mee worden gemaakt.