Karel XI van Zweden
Van Wikipedia
1655-1697 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Koning van Zweden | ||||||
|
||||||
|
Karel XI (24 november 1655 - 5 april 1697) was koning van Zweden van 1660 tot 1697. Hij was de enige zoon van Karel X Gustaaf van Zweden en Hedwig Eleonora van Holstein-Gottorp. Zijn buitenlandse politiek was succesrijk.
Nog minderjarig volgde Karel XI zijn vader op. Het regentschap, waaronder zijn moeder, sloot de vrede van Kopenhagen met Denemarken en het Verdrag van Oliva met Polen en Brandenburg, na het beëindigen van de Tweede Noordse oorlog. Polen zag van alle aanspraken op Zweden en Denemarken, en moest Schonen aan Zweden afstaan. Omdat de financiële toestand aanmerkelijk slechter was geworden, was het regentschap genoopt zijn buitenlandse politiek te laten afhangen van de subsidies die de andere staten wilden geven, de Triple Alliantie (1668). Het bondgenootschap met Frankrijk (1672) bracht Zweden in oorlog met Brandenburg en Denemarken (1675-1679). In 1676 was Karel XI de overwinnaar van de bloedige slag van Lund, waarbij de helft van alle soldaten op het slagveld het leven liet.
In de Skånse Oorlog streed Zweden aan twee fronten. De Zweden wisten zich te land te handhaven, maar ter zee moesten zij het afleggen tegen de Denen en de Hollanders. In Deense dienst versloeg Cornelis Tromp de Zweedse vloot. Frederik Willem I van Brandenburg de keurvorst van Brandenburg-Pruisen veroverde Stettin, Stralsund, Greifswald en Rügen (1678). Toen de Republiek bij de Vrede van Nijmegen een afzonderlijke vrede sloot, was Brandenburg bij de vrede van St. Germain genoodzaakt Voor-Pommereren aan Zweden terug te geven, omdat het niet opgewassen was tegen de Fransen (1679). Ook Denemarken moest vrede sluiten.
Karel XI huwde in 1680 met Ulrike Eleonora van Denemarken, een dochter van Frederik III van Denemarken. Zij hadden de volgende kinderen:
- Hedwig Sophia (1681-1708)
- Karel XII van Zweden (1682-1718)
- Gustaaf (1683-1685)
- Ulrich (1684-1685)
- Frederik (1685-1685)
- Karel Gustaaf (1686-1687)
- Ulrike Eleonora van Zweden (1688-1741).
Na de vrede wijdde Karel XI aan het herstel van Zweden. Door beschermende maatregelen werd de industrie bevorderd, en zijn nieuwe mijnen ontgonnen, terwijl de financiële toestand verbeterd werd door de reduktionen, d.w.z. het terugdraaien van belastingen en onteigening van onder Christina I van Zweden verkochte domeinen, in het bezit gekomen van de adel. Een commissie had tot taak de edelen te dwingen, na desbetreffend onderzoek, de goederen terug te geven die de Kroon van rechtswege toekwamen (1682), een maatregel die vooral in Polen en de overzeese gebiedsdelen verbittering wekte. In 1689 nam Karel XI deel aan de Grote Alliantie. Het lukte Karel XI de absolute macht te verwerven door de souvereiniteitsverklaring van 1693, waarbij uitgesproken werd, dat de koning niet verplicht was de zweedse rijksdag bijeen te roepen.