Kernenergiecentrale Borssele
Van Wikipedia
Kernenergiecentrale Borssele is een nucleaire elektriciteitscentrale en eigendom van de Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland.
[bewerk] Opening en sluiting
De reactor die staat bij de plaats Borssele (gemeente Borsele) werd in 1973 in gebruik genomen en is van het Pressurised Water Reactor (PWR) type. De centrale werd gebouwd door Siemens KWU. De aanleiding was een contract van eigenaar PZEM met de aluminiumproducent Pechiney, dat voorzag in levering van grote hoeveelheden elektriciteit tegen een lage prijs. Met een conventionele elektriciteitscentrale kon de elektriciteit niet rendabel worden opgewekt.
De kernenergiecentrale is in grootte vergelijkbaar met een doorsnee kolen- of gascentrale. Tussen 1973 en 2006 had de centrale een (netto) vermogen van 449 MW (megawatt = miljoen watt). In 2006 werd een nieuwe, efficiëntere turbine geïnstalleerd waardoor het vermogen steeg tot 485 MW. De centrale werd in 1997 ingrijpend gemoderniseerd. Deze modernisering had vrijwel uitsluitend betrekking op de herziening van het veiligheidsconcept ter vergroting van de veiligheid. De bedrijfsvergunning van de kerncentrale geeft geen einddatum aan. Desondanks besloot in 1994 het kabinet om Borssele te sluiten en wel uiterlijk in het jaar 2004. In 2000 werd echter, op verzoek van het personeel van de kerncentrale, dit besluit door de Raad van State vernietigd. Hierdoor bleek het voor de regering juridisch onmogelijk om de kerncentrale te sluiten. Het kabinet-Balkenende II besloot in 2003 dat het niet verstandig zou zijn om de kernenergiecentrale Borssele vroegtijdig te sluiten, mede gelet op de Kyoto-doelstellingen voor vermindering van de uitstoot van het broeikasgas kooldioxide. Kernenergiecentrales hebben namelijk het grote voordeel dat ze geen kooldioxide uitstoten.
Op 16 juni 2006 heeft de regering met de directie van de kerncentrale en met de aandeelhouders een formeel contract gesloten (het Borssele-convenant) waarin vastgelegd is dat de kerncentrale tot 2033 in bedrijf zal blijven. Zowel de eigenaars als de regering zullen 250 miljoen euro investeren in een fonds voor duurzame energie. Hierdoor zullen de extra winsten, die ontstaan door het langer openblijven van de kerncentrale, deels worden benut voor de ontwikkeling van duurzame energie. Voor de overheid is het voordeel dat een miljarden schadeclaim kan worden voorkomen.
[bewerk] Kosten van kernenergie
Een exacte kostenvergelijking met andere energiebronnen is moeilijk te maken omdat hierbij veel factoren een rol spelen. Onder meer de kostprijs van fossiele brandstoffen is hierbij van invloed. Deze kostprijs blijkt in de loop der jaren sterk te variëren, met de laatste jaren een tendens tot sterke stijging. In Nederland waar aardgas op grote schaal beschikbaar is, levert een gasgestookte centrale tot nog toe goedkopere stroom dan een nieuw te bouwen kerncentrale. Maar aangezien de gasprijs is gekoppeld aan de olieprijs, welke steeds verder stijgt, begint dit te veranderen. Windenergie is, vergeleken met kernenergie, ongeveer twee maal zo duur en vraagt ook aanzienlijke investeringen in het hoogspanningsnet. Het voornaamste obstakel voor investeerders om geld te steken in een nieuwe Nederlandse kerncentrale is het veranderlijke politieke beleid. Een kerncentrale, zoals in Finland en Frankrijk in aanbouw is, vereist een afschrijvingstijd van 30 tot 40 jaar, in Finland gaat men zelfs uit van 60 jaar. Dat komt doordat de bouw veel duurder is dan van een gewone, gasgestookte of kolen gestookte centrale. Om zolang te kunnen afschrijven op een investering is echter stabiele politieke steun nodig. In Nederland verandert het beleid de laatste decennia om de paar jaar, zodat een kerncentrale voor particuliere investeerders een riskante investering lijkt.
Bronnen en referenties: |
|