Kinderopvang
Van Wikipedia
Kinderopvang is een verzamelterm voor verschillende mogelijkheden om kinderen op te vangen, op het moment dat deze bijvoorbeeld niet naar school gaan en hun ouders niet thuis zijn. Met kinderopvang worden in het spraakgebruik met name de formele vormen van opvang aangeduid, opvang waarvoor betaald moet worden. De informele vormen (gratis opvang door opa/oma/buurvrouw) vallen er meestal buiten. Voorbeelden van kinderopvang zijn een onthaalouder (Vlaanderen) of gastouder (Nederland), een kinderdagverblijf (of "crèche") of na- en buitenschoolse opvang. In Nederland bestaat er een Wet Kinderopvang die formele definities voor de verschillend vormen geeft. Daarnaast bestaat er een gemeentelijke erkenning, die kan leiden tot belastingaftrek voor de ouders.
Inhoud |
[bewerk] Vormen van kinderopvang
[bewerk] Kinderdagverblijf
Een kinderdagverblijf vangt kinderen op in de leeftijd van 0 - 4 jaar. De kinderen worden verdeeld over groepen van maximaal 14 kinderen, afhankelijk van de leeftijd. De groepen kunnen horizontaal zijn (dat wil zeggen, een groep per leeftijdscategorie, vaak een groep voor 0-1½ en een groep voor 1½-4) of verticaal (kinderen van alle leeftijden in een groep). Per groep zijn er minimaal twee groepsleidsters. (Er zijn ook inderdagverblijven waar de grens tussen babygroep en peutergroep op 2 jr ligt.)
[bewerk] Peuterspeelzaal
Een peuterspeelzaal is een veel lossere vorm van kinderopvang. Eigenlijk valt ze buiten de regelingen van de kinderopvang (in Nederland), de financiering gebeurt niet zoals hieronder beschreven, maar de gemeente betaalt nog vanuit het potje voor het welzijnswerk en int de eventuele bijdragen. De peuterspeelzaal is er voor 1-4 dagdelen per week, en heeft minder het doel om in een groep de kinderen op te voeden en meer tot doel kinderen met elkaar te laten spelen.
[bewerk] Gastouder
Een gastouder is een ouder die kinderen van andere ouders opvangt tegen een vergoeding voor het dragen van de verantwoording voor de kinderen (het is dus geen loon). Gastouderbureaus kunnen verbonden zijn aan kinderopvangorganisaties, maar kunnen ook zelfstandig zijn. Voordeel van een dergelijke regeling is de flexibiliteit (de crèche gaat niet om zes uur dicht), de kwaliteit van opvang wordt ook hier elk jaar strenger, gastouders maken gebruik van bijvoorbeeld protocollen; medicijngebruik, pedagogisch beleid. Zij volgen cursussen zodat zij zich deze pedagogische eisen eigen kunnen maken.
[bewerk] Naschoolse opvang
Naschoolse opvang is de opvang van kinderen na afloop van de school. De kinderen worden bij de school afgehaald en krijgen daarna een programma van activiteiten aangeboden, meestal tot ongeveer 6 uur, wanneer de ouders de kinderen op moeten halen.
Naschoolse opvang is er voor de kinderen in de leeftijd van het basisonderwijs, van 4-12 jaar. Maar kinderen van 4-9 voelen zich er meestal meer door aangesproken dan kinderen van 10-12. Oudere kinderen vinden het aanbod te saai en willen zelf hun tijd indelen.
[bewerk] Buitenschoolse opvang
Buitenschoolse opvang wordt niet alleen na schooltijd geboden, maar ook op andere momenten, bij voorbeeld tussen de middag en vóór schooltijd. Buitenschoolse opvang biedt de ouders meer vrijheid, de kinderen kunnen bijvoorbeeld gezamenlijk op de voorschoolse opvang ontbijten. Buitenschoolse opvang is natuurlijk wel duurder dan naschoolse opvang. Beide vormen van opvang kunnen overigens ook opvang gedurende (een deel van) de schoolvakanties bieden.
Voor zowel de naschoolse opvang als de buitenschoolse opvang geldt dat deze een direct contact met de school dient te hebben. Er moet overleg plaatsvinden, zodat bijvoorbeeld ook opvang geboden kan worden op de studiedagen van het personeel in het basisonderwijs.
De in het najaar van 2005 ingediende motie van Aartsen-Bos in het Nederlandse parlement wil de scholen verplichten om voor voldoende buitenschoolse/naschoolse opvang zorg te dragen.
[bewerk] 24-uurs kinderopvang
24 uurs kinderopvang, wordt over het algemeen geboden in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar. De opvang vindt 24 uur per dag plaats, hetgeen niet wil zeggen dat kinderen er 24 uur per dag blijven. De opvang wordt vooral gebruikt voor ouders die in de dienstverlenende beroepen werken, maar ook andere onregelmatige beroepen.
[bewerk] Nederland
In Nederland is er een beperkt aanbod van kinderopvang. Niet qua vormen, maar qua plaatsen; er is over het algemeen een tekort aan plaatsen in de kinderopvang. Hoewel de wijzigingen door de wetgever in 2005 er wel voor gezorgd hebben dat de vraag afnam, en dat op een enkele plaats een overschot ontstaan is.
[bewerk] Financiering
In Nederland kunnen ouders een toeslag krijgen voor de kosten van kinderopvang. Werkgevers betalen met ingang van 1 januari 2007 collectief mee aan de kinderopvang en de belastingdienst keert vanaf die datum ook het werkgeversdeel uit. Deze bijdrage is inkomensafhankelijk en varieert van 96,5 % per kind van de totale kosten bij een laag inkomen, tot 33% van de totale kosten bij een inkomen vanaf 130.098 euro voor het eerste kind tot 90,7% voor het tweede en volgende kind. Het Rijk hanteert een maximum uurprijs. Voor 2007 is de maximum uurprijs voor dagopvang en gastouderopvang van kinderen van nul tot vier jaar: € 5,86 en bij buitenschoolse opvang en gastouderopvang van kinderen van vier tot twaalf jaar: € 6,02.
Ouders moeten de kinderopvangtoeslag van de overheid aanvragen bij de belastingdienst, deze kinderopvangtoeslag wordt maandelijks vooraf door de Belastingdienst betaald aan de ouders of naar keuze aan het kindercentrum. Belangrijke informatie op www.toeslagen.nl
[bewerk] Kinderopvangtoeslag
Indien een oppas (bijvoorbeeld een oma of opa) zich laat registreren bij een erkend bureau voor gastouders kan hiervoor een toeslag van de overheid verkregen worden. De hoogte van deze toeslag is afhankelijk van de hoogte van het inkomen en het aantal uren, dat opgepast wordt. Deze toeslag, die verkregen kan worden bij de belastingdienst, wordt in de volksmond ook wel oppassubsidie genoemd.
[bewerk] Kwaliteit van de kinderopvang
De kwaliteit van kinderopvang is geregeld in de Wet Kinderopvang die per januari 2005 is ingegaan. In deze wet staan geen gedetailleerde eisen voor de kwaliteit meer. De werkgevers in de kinderopvang hebben samen met de belangenvereniging van ouders (Boink) normen voor de kwaliteit afgesproken in een convenant. De minister heeft de kwaliteitseisen uit het convenant allemaal overgenomen in de beleidsregels kwaliteit, die als aanvulling op de Wet Kinderopvang de kwaliteit regelen.
Voor de kwaliteit en de controle daar op is de lokale overheid verantwoordelijk. Hiertoe zijn de GGD's aangewezen, die moeten de controle op de kwaliteit van de kinderopvang uitvoeren.
Daarnaast is er een certificatie-traject, in het kader van de ISO-9000 normen, waaraan de kinderopvangorganisaties zich kunnen laten toetsen en certificeren.
Over het algemeen is de kwaliteit van de kinderopvang hoog, werkt er gemotiveerd en voldoende opgeleid personeel. Er blijven echter wel altijd wrijvingspunten bestaan, punten waarop een werkgever soms kan denken van een beetje minder kan ook wel:
- opleiding personeel
- Personeel zonder onderwijsbevoegdheid of met een lagere opleiding of geen opleiding is goedkoper. Personeelslasten vormen 70% van de kosten in de kinderopvang, in geval van een moeizaam draaiende organisatie is dat een van de weinige mogelijkheden om te bezuinigen
- bezettingsgraad
- Het aantal kinderen dat er per leidster per groep maximaal mag zijn in een bepaalde leeftijdscategorie is vastgesteld in onder meer de CAO. Maar meer kinderen betekenen meer inkomsten, dus kan er wel eens wat gesmokkeld worden op de drukke dagen.
In september 2005 werd de motie van Van Aartsen en Bos aangenomen om per 1 januari 2007 scholen te verplichten kinderopvang te bieden als ouders hierom vragen. De MOgroep is van mening dat deze opvang onder de Wet kinderopvang moet vallen en dus aan de Beleidsregels kwaliteit moet voldoen. De MOgroep vindt dat scholen onderwijs moeten bieden en de opvang van kinderen aan de branche Kinderopvang overgelaten moet worden. Buitenschoolse opvang kan dus het beste in samenwerking met de professionele kinderopvang aangeboden worden. De branche Kinderopvang heeft de expertise, kwaliteit en jarenlange ervaring opgebouwd.
[bewerk] Politieke ontwikkelingen
- Op het vlak van de algemene voorziening:
- De kamer heeft in 2005 de motie van Aartsen-Bos aangenomen, waarin de scholen verplicht wordt om buiten de schooltijden kinderopvang aan te bieden. Deze maatregel gaat in na de zomervakantie van 2007. Scholen hoeven dat echter niet zelf te regelen, ze mogen hiervoor ook gebruikmaken van bestaande kinderopvang-organisaties. Met name over de uitvoering van deze motie is al veel discussie geweest. In oktober 2005 baarde de Nederlandse staatssecretaris Henk van Hoof van Sociale Zaken opzien met een plan om zogeheten bijstandsmoeders met kinderen jonger dan vijf jaar met behoud van uitkering aan het werk te zetten in de kinderopvang. Een dergelijk proefballonnetje maakt duidelijk dat Van Hoof geen hoge pet op heeft van de beroepskwalificaties van het personeel in de kinderopvang.
[bewerk] Bijdragen voor ouders zonder werkgever
Ouders die geen werkgever hebben, maar wel bezig zijn met een opleiding, een traject naar werk of inburgering, kunnen een bijdrage in de kosten voor kinderopvang krijgen van de gemeente.
Het gaat om:
1. Ouders in een reïntegratietraject met een uitkering op grond van de:
- Wet werk en bijstand (Wwb);
- Wet inkomensvoorziening Kunstenaars (Wik);
- Algemene Nabestaanden Wet (ANW);
- Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);
- Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
2. Ouders die geen uitkering hebben, maar wel als werkzoekende geregistreerd staan bij het CWI en een traject naar werk volgen;
3. Nieuwkomers die een inburgeringstraject volgen (WIN);
4. Ouders jonger dan 18 jaar die een opleiding/studie volgen;
5. Studenten.
De gemeente betaalt voor hen een zesde deel van de kosten, gebaseerd op een landelijk vastgesteld maximum uurtarief van € 5,68 (voor dagopvang) of € 6,13 (voor buitenschoolse opvang). Deze bijdrage is gelijk aan het werkgeversdeel bij een dienstverband.
[bewerk] Aanvullende tegemoetkoming
Naast het 'werkgeversdeel' betaalt de gemeente in sommige gevallen aan bovengenoemde groepen een aanvullende tegemoetkoming van 3,5% van de kosten. Deze tegemoetkoming wordt ook verstrekt aan parttime werkende ouders met een aanvullende bijstandsuitkering.
[bewerk] Ouders met een sociaal-medische indicatie voor kinderopvang
Ouders met een sociaal-medische indicatie voor kinderopvang zijn als doelgroep opgenomen in de wet. De minister heeft echter besloten dat de wetsartikelen hierover (nog) niet in werking treden.
[bewerk] Vlaanderen
De kwaliteit van de kinderopvang in Vlaanderen wordt door de overheid gecontroleerd. Opstellen van erkenningsnormen en toezicht erop worden gecoördineerd door "Kind en Gezin". Zowel naar veiligheid, hygiëne als naar aantal en vorming van de begeleid(st)ers gelden minimumeisen. Ook privé-onthaalouders moeten minimum kwaliteit leveren, in ruil voor een beperkt sociaal statuut.
Als ouders gebruikmaken van deze erkende opvang, kunnen zij de kosten voor kinderopvang aftrekken van het belastbaar inkomen.
[bewerk] Externe links
- BOinK, belangenvereniging voor Ouders in de Kinderopvang
- MOgroep, de brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang
- kinderopvang.nl, de branchevereniging ondernemers in de kinderopvang
- Onafhankelijke site over kinderopvang in Nederland, met o.a. adressen van kindercentra en uitleg over kosten van kinderopvang
- Nederlandse Belastingdienst Kinderopvangtoeslag