Logische poort
Van Wikipedia
Logische poorten zijn schakelingen die werken volgens de Booleaanse Logica. De meest kenmerkende eigenschappen van logische schakelingen zijn:
- Functioneel, dat ze maar twee verschillende uitvoermogelijkheden hebben, die kunnen worden geïnterpreteerd als één en nul, waar en niet waar, hoog en laag.
- Technisch, dat ze één of meerdere ingangen hebben en maar één uitgang.
Logische poorten zijn voornamelijk opgebouwd uit elektronische componenten zoals transistoren, weerstanden en dioden, maar ze kunnen ook bestaan uit elektromagnetische relais, fluidics, optische of mechanische elementen.
Logische schakelingen kunnen worden gestuurd met het invoeren van elektrische spanningen, in de meeste digitale elektronica gebruikt men van origine 5 volt-logica (TTL), welke een spanning groter dan ongeveer 4 volt gebruikt voor een logische hoog (een '1'), en een spanning lager dan 0,5 volt gebruikt voor een logisch laag signaal (een '0'). Maar in veel modernere logica gebruikt men uit oogpunt van energiezuinigheid logica die gebruik maakt van 3,3 volt, en in zeer sterk geïntegreerde logica zoals CPU's gebruikt men zelfs nog lagere spanningen zoals 1,8 volt.
[bewerk] Soorten poorten
Hier volgt een overzicht van de standaard logische poorten (soms ook gates genoemd)
- De AND-poort (ook wel EN-poort genoemd) geeft slechts een 1 als uitvoer als alle invoer een 1 is.
- Een OR-poort (ook wel OF-poort genoemd) geeft een 1 als minimaal één van de ingangen ook een 1 is.
- Een NOT-poort (ook wel NIET-poort genoemd) inverteert een signaal (1 wordt 0 en omgekeerd)
- De NAND-poort (staat voor NotAND, ook wel NEN-poort genoemd). Dit is een AND-poort met een NOT-poort na.
- De NOR-poort (staat voor NotOR, ook wel NOF-poort genoemd)).
- De XOR-poort (Staat voor eXclusive OR, of EXOF) XOR is alleen waar als een van de ingangen waar is.
- De XNOR-poort (De inverse van de XOR-poort, ook wel coïncidentiepoort genoemd)
INPUT | OUTPUT | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
A B | NOT A | A OR B | A AND B | A NAND B | A NOR B | A XOR B | A XNOR B |
0 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 1 | 0 | 1 |
1 0 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 |
0 1 | 1 | 1 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 |
1 1 | 0 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
[bewerk] Overgangen en ruis
In de praktijk zijn behalve de twee gewenste functionele waarden, alle waarden in principe mogelijk. Het ontwerp van deze poorten is erop gericht dat de niet-functionele waarden maar zeer kort aanwezig zijn, bijvoorbeeld bij het omschakelen van een één naar een nul of omgekeerd. Of wanneer door externe invloeden (EMC) energie in de vorm van elektrische lading wordt geïnjecteerd. Bij extreem hoge of lage waarden kan de lading worden afgevoerd met diodes, vooral bij CMOS-schakelingen die een zeer hoge impedantie hebben, met grote kans op hoge destructieve spanningen. De één- en de nulwaarde worden ook altijd met een zo laag mogelijke impedantie uitgevoerd (de lage impedantie voert dan de ongewenste energie af en verkleint daamee de ruis).
[bewerk] Zie ook
|
|
---|---|
Basis: AND-poort (EN-poort) | OR-poort (OF-poort) | NOT-poort (NIET-poort) |