Mantelpluim
Van Wikipedia
Een mantelpluim is een volume warm, naar boven vloeiend vast gesteente in de mantel van de Aarde. Mantelpluimen zijn diapieren en daarom fysisch vergelijkbaar met opstijgende blobs in een lavalamp. Mantelpluimen hebben een doorsnede in de orde van honderden tot duizend kilometer. Zij hebben een ronde kop en een lange, veel dunnere staart. Mantelpluimen worden gevormd in de diepe mantel door opwarming door de aardkern in een thermische grenslaag. Mantelpluimen stijgen vanuit de diepe mantel richting het aardoppervlak. Zodra zij in de ondiepe mantel (op enkele honderden tot honderd kilometer diepte) komen beginnen zij gedeeltelijk te smelten. Een gedeelte van het zo gevormde magma baant zich een weg naar het aardoppervlak, waar het voor vulkanisme kan zorgen.
Wanneer de kop het oppervlak nadert worden er gedurende een relatief korte periode van meestal minder dan een miljoen jaar via hevig vulkanisme enorme hoeveelheden lava uitgebraakt. De zogenaamde uitvloeiingsbasalten die hierbij worden gevormd zijn vaak kilometers dik over een oppervlak van honderduizenden tot miljoenen vierkante kilometers. Een voorbeeld hiervan is het Dekanplateau in India. Aangezien bij dergelijke uitbarstingen grote hoeveelheden stof en giftige gassen in de atmosfeer worden gebracht die het klimaat ernstig kunnen verstoren, worden zij steeds meer gezien als mogelijke oorzaak van massa-extincties. Zo wordt het uitsterven van de dinosauriërs toegeschreven aan het vulkanisme dat zo'n 65 miljoen jaar geleden het Dekanplateau heeft gevormd (andere theorieën zoals de Chicxulub-meteorietinslag hebben ook nog steeds aanhang).
De staart van een mantelpluim kan nog vele tientallen miljoenen jaren nadat de kop het oppervlak heeft bereikt actief blijven. Daarbij blijft hij warm materiaal uit de diepe mantel aanvoeren, hetgeen door gedeeltelijk smelten in de ondiepe mantel voor vulkanisme aan het oppervlak kan zorgen. Het bestaan van mantelpluimen is geponeerd als verklaring voor veel van de zogenoemde hotspots, waar vulkanisme optreedt zonder dat daar vanuit de plaattektoniek een reden voor aan te wijzen is. Voorbeelden hiervan zijn Hawaï, IJsland, en de Azoren.
De juistheid van de mantelpluim-theorie wordt de laatste jaren in toenemende mate betwist.