Marktcafé
Van Wikipedia
Marktcafé |
|
Datum uitspraak | 10 juni 1932 |
Zaaknummer | {{{zaaknr}}} |
Instantie | Hoge Raad |
Rechters | Fentener van Vlissingen, Visser, Van den Dries, van Gelein, Vitringa, Kranenburg |
Advocaat-generaal | Tak |
Soort zaak | Civiel |
Soort procedure | Cassatie |
Wetgeving | art. 1358 BW (oud) |
Onderwerp | Dwaling door toekomstverwachting |
Vindplaats | {{{vindplaats}}} |
Marktcafé is een arrest van de Hoge Raad uitgesproken op 10 juni 1932. Het arrest bepaalde dat dwaling over een toekomstverwachting voor rekening van de dwalende moet blijven en geen grond is voor vernietiging van een overeenkomst. De jurisprudentie waartoe dit arrest aanleiding gaf is tegenwoordig gepositiveerd in artikel 6:228 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek
[bewerk] Casus
Een man huurt een café met woning dat gelegen is in een vrijwel onbebouwde buurt. De partijen hebben zich voorgesteld en zijn er van uit gegaan, dat, overeenkomstig een bij raadsbesluit goedgekeurd plan van de gemeente Utrecht dat de groentenmarkt van die gemeente in het begin van 1929 zou worden gevestigd op de in dat plan aangegeven plaats, hetgeen zou meebrengen, dat het grote verkeer van en naar die markt langs zijn café zou worden geleid. Dat plan wordt echter later gewijzigd en een andere plaats voor de groentenmarkt is aangewezen, met het gevolg, dat de bezoekers daarvan het café niet passeren.
Daardoor de locatie van het café erg ongunstig wordt. De huurder vordert vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling.
[bewerk] Overweging
De Hoge Raad oordeelt het bezwaar ongegrond omdat de omstandigheden betrekking hebben op zuivere toekomstverwachtingen.