Mentale beeldvorming
Van Wikipedia
Mentaal beeld (in het Engels: Mental Image) wil zeggen: een innerlijk beeld van objecten of mensen dat vrijwillig kan worden opgeroepen en bewerkt. In de Engelse literatuur wordt onderzoek naar mentale voorstellingen aangeduid als Mental Imagery. Hier zullen wel daarvoor de term Mentale Beeldvorming hanteren. Dit begrip kan men het best illustreren aan de hand van vragen als: hoeveel vensters heeft Uw woonkamer? Welk uitzicht heeft U daarbij op de stad?. Of: als U de letter W 90 graden draait, welke letter ziet U dan? In de meeste gevallen zullen mensen deze vragen pas beantwoorden nadat zij eerst een innerlijke visuele voorstelling of beeld van de kamer, het uitzicht of het draaien van de letter hebben gemaakt. Het is alsof ze dan naar een plaatje of film 'in hun hoofd' kijken.
[bewerk] Mentale beeldvorming in de experimentele psychologie
Een van de eerste onderzoekers naar mentale beeldvorming was Roger Shepard. Deze deed onderzoek met tekeningen van driedimensionale objecten. Daarbij werd het principe van mentale rotatie toegepast. Men kreeg in deze taken steeds twee driedimensionale blokfiguren te zien waarbij de vraag luidde of de figuren identiek waren. De figuren waren soms identiek en soms verschillend, waarbij de tweede figuur altijd ten opzichte van de eerste ruimtelijk geroteerd (gedraaid) was.
Shepard vond daarbij dat de tijd die mensen nodig hadden om het probleem op te lossen, toenam met hoek van rotatie. Kennelijk werd de figuur als een topografisch en topologisch geheel waargenomen, en daarna mentaal gedraaid totdat hij qua positie overeenstemde met de eerste figuur. Soortgelijke resultaten werden later gevonden in experimenten met letters. Daarbij werd de letter F en zijn spiegelbeeld onder diverse hoeken geprojecteerd, waarbij de hoeken varieerden tussen 1 en 360 booggraden. Men moest daarbij zo snel mogelijk aangeven of de letters de normale of spiegelbeeld positie hadden. Ook hier nam de reactietijd lineair toe met de hoek van rotatie.
Ook het werk van Stephen Kosslyn die gebruik maakte van beeldvormende technieken als PET bevestigde dat het brein mentale beelden of representaties van objecten behandelt als zelfstandige topologische eenheden. Uit zijn onderzoek bleek bijvoorbeeld dat de hersenen identiek reageren op actueel waargenomen als mentaal voorgestelde objecten. Kosslyn ontwikkelde ook een theorie die de verschillende componenten van mentale beeldvorming beschrijft. Centraal hierin is een visueel buffer (of tijdelijke opslagplaats) dat beelden uit het langetermijngeheugen genereert. Beelden in het visuele buffer kunnen vervolgens worden geinspecteerd, beschreven of getransformeerd. Door Lawrence Parsons en John Schwoebel is tenslotte aangetoond dat mentale beeldvorming van bewegingen aan soortgelijke principes beantwoordt. Zo is gebleken dat mensen langzamer reageren als zij tekeningen van handen mentaal moeten draaien in een richting die strijdig is met de anatomie van de gewrichten van het menselijk lichaam, en dat mensen met pijnlijke blessures van de arm trager zijn in het roteren van beelden van handbewegingen aan de kant van de geblesseerde dan de gezonde arm. Het beeld gedraagt zich als het ware als een object dat echt wordt gemanipuleerd.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Referenties
- Farah, Martha J. (1984). The neurological basis of mental imagery: A componential analysis. Cognition, 118, 245-272
- Kosslyn, Stephen (1994) Image and Brain: The Resolution of the Imagery Debate. Cambridge, MA: MIT Press.
- Kosslyn, Stephen M., William L. Thompson, Irene J. Kim and Nathaniel M. Alpert (1995) Topographic representations of mental images in primary visual cortex. Nature 378: 496-8.
- Kosslyn, Stephen M., William L. Thompson, Mary J. Wraga and Nathaniel M. Alpert (2001) Imagining rotation by endogenous versus exogenous forces: Distinct neural mechanisms. NeuroReport 12, 2519-2525
- Parsons, Lawrence M. (1987) Imagined spatial transformations of one’s hands and feet. Cognitive *Parsons, Lawrence M. (2003) Superior parietal cortices and varieties of mental rotation. Trends in Cognitive Science 7: 515-551.
- Pylyshyn, Zenon W. (1973). What the mind’s eye tells the mind’s brain: a critique of mental imagery. Psychological Bulletin 80: 1-24
- Schwoebel, John, Robert Friedman, Nanci Duda and H. Branch Coslett (2001). Pain and the body schema evidence for peripheral effects on mental representations of movement. Brain 124: 2098-2104.
- Shepard, Roger N. and Jacqueline Metzler (1971) Mental rotation of three-dimensional objects. Science 171: 701-703.