Mierenbroodje
Van Wikipedia
Een mierenbroodje (elaiosoom) is een aanhangsel aan zaden of vruchten van sommige plantensoorten, dat als voedsel kan dienen voor mieren. Het mierenbroodje is een uitgroeisel van de zaadhuid. Hierdoor verspreiden de mieren de zaden verder van de plant af. Deze wijze van verspreiden heet myrmecochorie (Grieks Myrmeco = mier; chorous = verspreiden). In Nederland komen ongeveer 200 plantensoorten voor, die een mierenbroodje hebben.
Er zijn ongeveer 15 mierensoorten, die mierenbroodjes als voedsel gebruiken. De mieren nemen het zaad mee naar hun nest. Tijdens deze tocht kan het mierenbroodje al van het zaad afbreken of anders wordt in het nest het mierenbroodje van het zaad afgebeten en het zaad weer naar buiten gebracht. Het oliehoudende en koolhydraatrijke mierenbroodje wordt door de mierenlarven opgegeten.
In mierenbroodjes schijnt ook een stof te zitten die muizen afstoot.
Het woord elaiosoom is afgeleid van het Griekse "elaion", dat olie betekent.
Enkele voorbeelden van deze plantensoorten zijn:
- Bosanemoon
- Corynephorus canescens
- Dicentra cucullaria
- Gele helmbloem
- Gewone veldbies
- Gewone vleugeltjesbloem
- Handjesereprijs
- Hangende zegge
- Holwortel
- Kleine wolfsmelk
- Klimopwaterranonkel
- Knikkende distel
- Kuifvleugeltjesbloem
- Liggend bergvlas
- Moeraskartelblad
- Roze winterpostelein
- Ruwe smeerwortel
- Scherpe zegge
- Sneeuwklokje
- Stinkende gouwe
- Stijve zegge
- Vingerhelmbloem
- Enkele violensoorten, zoals het driekleurig viooltje en het hondsviooltje
- Witte dovenetel
- Wonderboom. Deze heeft een zeer groot mierenbroodje.